Het princelyke Oranje hof, cierlyk beplant met Oranje gezangen
(1748)–F. Pitton– Auteursrechtvrij
[pagina 10]
| |
Stem: Wilhelmus van Nassauwe, of aldus.Wilhelmus van Nassauwe,
song Nederland wel eer,
Wilhelmus van Nassauwe,
zo zingen wy nu weer,
en sullen 't blyven zingen,
wy schroomen nu geen Frans
en laaten ons niet dwingen,
verkeert is nu de kans.
2.
d'Aanzienelyke Leeden,
De Staaten van ons Land,
Gaan sorg en vleyd besteeden,
Eer dat het Scheepje strand,
| |
[pagina 11]
| |
Of verder raakt aan 't sinken,
Sy staan in diep beraad;
Wat dat men zal bedenken,
Tot redding van den Staat.
3.
Men siet te rug de tyde
Als Neerland was in nood,
Wie voor haar ging te streyden;
En wie haar hulpe bood,
Den Prince van Oranje
Wilhelmus van Nassouw;
Den Koning van Brittanje
Die holp haar uyt den Rouw
4.
Een uyt die stam gekomen
Sal Steedehouder zyn,
Wy schrikken of wy schroomen
Niet meer voor 't Frans Fenyn,
Na 't voorbeeld syner oude
Wier daaden ons nog heugt,
Wilhelmus van Nassouwe
Leef lang by ons in vreugt.
5.
Wilt helpen onderschragen
En bieden uwe handt,
Komt wilt uw Leven wagen,
Voor 't lieve Vaderland;
Geen kogel zal uw deeren,
Trekt op den Vyand aan,
Ik hoop den Heer, der Heeren,
Zal meê ten Velde gaan.
6.
ô Prins vol deugt gepreesen
Zyt welkom in den Haag,
| |
[pagina 12]
| |
Oranje moest het weezen,
Een yder toont hem graag
Om vreugden te bedryven
En roept lang leeff de Prins,
Gezegent moet hy blyven
Dat is ons aller wensch.
7.
Voldoet ook ons begeeren
Brengt uw Princesse meê
Men roept tot haar ter eeren
Ook menigmaal Hoezée,
De vreugt zal grooter werden,
Als wy haar Hoogheyd zien,
De stricken en kokarden,
Die komen zulks aanbien.
M.H. |
|