Waateragtige bittere Middelen.
Wilde Zuikerei; Duivekervel; Klissen, Paardebloem; Glaskruit, wit Wolle-kruit; groot Huislook; Guichel-heil.
Deeze zijn nut in blaauwschuit; als 't zout van 't bloet al te vlugtig is; als de pis van al te hooge loogagtige kleur is. Sy beneemen de hitte en gistinge, en verminderen de beweeging, zich mengende met de deelen, die in beweeginge zijn.
Gom van Arabïen; van Kerzen; Vleischlym; Draakenbloet worden gegeeven tot het zelve einde, en om 't bloet te verdikken, mengende hunne gomagtige deelen met het zelve. 't Laatste is een schelling 't Once, d'anderen zijn een of twee stuivers.