List en bedrog der medicynen
(1705)–Robert Pitt– Auteursrechtvrij
[pagina 65]
| |
List en bedrog der meydicynen
| |
[pagina 66]
| |
nis te vereeuwigen, en veele andere teekenen van openbaare dankbaarheit. En zeedert men erkent heeft, dat de kennis der Medicijnen, nevens andere kunsten en weetenschappen, tot grooter volmaaktheit gebragt is, is se gebragt tot een Professie. 't Is der pijne waard t' onderzoeken, hoe se nu zoo ver verzuimt wort, dat weinigen zig bevlijtigen, om dat voor te koomen, zelfs in 't eerste aankoomen van ziektes, uitdrukkende hun vermoeden en mistrouwen op des zelfs gebruik. Hoewel de schriften van de Geneesheeren Harvëus; Glissonius; Willis; Sydenham; Lower en veele anderen gëagt zijn, en hun praktijk by hunne zieken dankbaarlijk erkent wort, de Faculteit egter is gedaalt in d'openbaare agtinge. De Quakzalvers, haare medevrijers, hebbende zich den tijtel aangemaatigt, hebben doorgaans den eersten toegank in de meeste gevallen, en hebben zig de voorregten toegepast gehadt. Men heeft de Professie der Geneeskunde oopentlijk besprongen, of heimelyk ondermijnt door alle Quakzalvers, en onweetende ongeoorlofde Praktizijns. Maar meer heeft se geleeden van d'onbeschaamtheit, of onkunde, of onvoorzigtigheit van veele Doktooren. | |
[pagina 67]
| |
De waarheit is, dat drie of vier der voornaamsten, in navolging van den Edelman op het stellagie op den Tourberg, openbaar beweert hebben, dat sy d'eenige Geneesheeren, en alle anderen niets waaren, by hun vergeleeken. Gy verfoeit de ligtvaardigheit en verwaantheit van deeze uwe regters van leeven en doot. Gy zyt gevoelig van hun fataal verzuim, of gemaakte agteloosheit, of walgt van malle welspreekentheit, of komediantsche klappery voor den quynenden zieken. Maar dit zyn punten, die slegts een minder gedeelte raaken: De beschuldiging is strenger teegens d'algemeene praktyk, namelyk dat de zieken in alle gevallen onderdrukt worden met te veel Medicijnen, en overlaaden, zig beklaagende weegens de meenige hartsterkingen; dat de koste grooter en buitenspooriger wort door het verdagte bontgenootschap, en de konstenary zigtbaar in de nieuwe wyze van voorschryving; en dat de doot van den zieken gelooft wort d'uitwerking niet van de ziekte, maar van de veelvuldige giften der Medicijnen, opgedrongen in de zelve maate in ider ziekte, en ouderdom, doende het leeven zigtbaarlyk verswakken, en ook zelfs verdwynen. Dit vermoeden doet, na 't vertrek, de potten en glaazen aanmerken met de zel- | |
[pagina 68]
| |
ve genegentheit en 't zelve oog aanzien, als 't bloedig swaart aangezien wort, wanneer de Fiskaal syn onderzoek op een dootslag doet. In andere zaaken ontkent de verdeediger de daaden, daar hy mee belast wort, en eischt van den beschuldiger bewys van syn zeggen; wy belijden en bekennen alle byzonderheeden, maar doen onze aantuiging, die wy niet twijfelen, of zal ons vrystellen, naamelyk dat 'er is een error Personae, dat gy dwaalt in den naam en 't character van den misdadigen: 't Grootste gedeelte der Maatschappye heeft zedert veele jaaren deze onbeleefde handeling van den zieken verfoeit, en een afschrik daar van gehadt, welke sy voorzagen, dat met het leeven van het volk ten laatste doodelyk voor de Fakulteit uitvallen most. Sy hebben verscheide weegen ingeslaagen om de leeden hunner Maatschappye te verpligten tot d'opregtste en getrouwste oefening van hun beroep. Maar 't algemeen bederf van d'eeuw, gelijk een besmettelijke lugt, verspreit de besmetting meest al door 't gansche lighaam, tenzy een kragt van getempertheit de quaataardige indrukking kan wederstaan. Terwijl de groote winst, en gevolglijk de grooter agting ligtelijk verkreegen wort door | |
[pagina 69]
| |
misleiding en bedriegery, en dat de bedrooge party uitdrukt haar genoegen door den opschik, konstenary, en schoonschijnende verwen, waar mee de bedriegery bedekt wort, is 't geen wonder, dat de konst der Medicijne staat naar haar deel in de openbare bekend gestaane vryheit en ongebondenheit, daar men vast stelt, dat de prooi is, gelijk het wilt van 't oopen en gemeene velt 't onderhout is van yder jaager. Zommigen hebben de zwakke inbeelding gehadt, dat de Geneesheeren zig wilden doen onderscheiden, zijnde verpligt door de hoogste vertrouwentheit, op hen gestelt, het leeven van den lijder te bewaaren. Maar kan het alleenlijk bepaalt en omschreeven worden binnen de naauwe en onbetreede paden van de veroude eerlijke en opregte praktijk? Kan een klein deel lomp volkje zig zelven beschermen teegen de bespotting en den aanval van de geheele meenigte, wanneer 't voetzel van 't vleesch der vyanden of ooverleedene vrienden 't sterkste en aangenaamste voetzel verschaft, en de natuurlijke afkeer ras verdweenen zal zijn door d'oefening en algemeene gewoonte. Kunt gy, indien d'inbeelding der Fakulteit dikwils verdagt geweest is, u zelven verbeelden, dat s' alleen zig aanmatigen zal in goet doen overvloedig te | |
[pagina 70]
| |
zijn? 't Volk heeft het gemeen gevoelen verlooren, en kan d' openbaare oorzaaken syner klagten niet zien, dat, hoewel sy de Medicijnen in den winkel voor een lage prijs kunnen koopen, sy nogtans voor de Mixtuuren veel op de reekening betaalen, en dat meer ingebragt wort, dan de zieke kan draagen, of de maag verswelgen. Wilt gy dan ook een algemeene eerlijkheit in ons beroep verwagten, als het geen eige voordeel heeft, overgelaaten daar in, dat men opregt zy tegens den zieken, maar dat men moet ophouden d'oude bedriegerijen van syn voordeel te zoeken door de Medicijnen, of nieuwe kunsjes van bedrog uitvinden, als d'oude ontdekt, en buiten gebruik zijn geholpen. De dekmantel van een Character, dat uitmunt, zal het vuilste bedrog bedekken, gelyk het vergult de pillen. Indien ymant der Maatschappye daar naar staat, dat hy gehouden werde voor een voorstander van Godsdienst en deugt, mag hy zyn oog wel naar de taafel, die met de flessen en potten ter zyde staat, werpen, of de lange voorschrijving, of de berugte reekening boven de hondert ponden, en deeze vergelijken by de beeter koop en veiliger behandeling door de weinige andere Geneesheeren. | |
[pagina 71]
| |
De regeering van alle deelen van Europe, zoo daar een Hooft, als daar het volk regeert, heeft haare onderdaanen beschermt en verdeedigt van in hun leeven en goederen aangetast te worden, en verlooren te gaan door kostelijke en meer dan nodige, en derhalven onbillyke geneesmiddelen. De Magistraaten wierden onderrigt, dat de souvereinste en krachtigste Medicijnen zeer goet koop waren, maar tot een buitenspoorige prijs geleevert wierden zoo wel den armen, als den ryken; dat, om de winst by ider dag der ziekte merkelijk te doen aangroejen, een groot getal Doosissen aan de zieken van allerley staat wiert opgedrongen. Sy gevoelden, dat, by aldien het magtiger eeten en drinken doorgaans de maag onderdrukt en verbrast, de Medicynen, werkende met meer gewelt in een ontstelt lighaam, niet kunnen naalaaten het bloet t'ontsteeken, de geesten t'ontstellen, reets verswakt door de kragt der ziekte. Hebbende hun eige belang in toe te zien zoo wel voor zich zelven, als 't Gemeen, dat sy verpligt zyn voor alle onderdrukking te beveiligen, hebben sy vastgestelt, dat alleen een, of twee of drie Apotheekers hun neering zouden oefenen in hunne ruime en wel-bewoonde steeden. Hier toe haalde hen deeze gewigtige reeden oover, opdat naamelyk de winkels ge- | |
[pagina 72]
| |
voeglyker onderzogt, en de Medicijnen gebruikt mogten worden, terwijl se haar kragt behielden, en omdat niets verderflyker is voor de gezontheit, dan een talryke neering, die, om zich zelve staande te houden, de verkooping der Medicynen zal opdringen in groote quantiteit aan alle ouderdom, gesteltenis en ziekte. Sy stelden ook vast en verzeekerden door openbaar gezag de respective prijzen der Medicijnen, om tegen te gaan de kosten, onnoodig in zig zelven, maar bederflyk voor den vlytigen en meer behoeftigen. Hunne Apotheekers wert niet toegelaten te vermeenigvuldigen door leerknegten, maar een uit den winkel wort door oopenbaar gezag vast gestelt in 't bewint te volgen. Hamburg heeft 'er maar een; Stokholm; Koppenhaage, vier of vijf; Parijs, met Londen, syn medevryer in 't getal van syn inwooners, heeft 'er maar een en vijftig. Sy zijn, om behoorlijk toeverzigt te hebben op het welweezen van 't volk, vry van diensten, 't zy lastig of voordeelig, opdat s'alzins moogen toezien op de toebereidingen of zaamenmengingen van de Doosissen, om voortekoomen de doodelyke gevolgen der verdagte Medicijnen, of fataale dwaalingen van d'eene voor d'andere komposicie, die niet ligt valt t'onderscheiden. Hun wort niet toegelaaten de zieken te be- | |
[pagina 73]
| |
zoeken, opdat sy niet in gebreeken blijven in de pligt van hun winkel, of in bekooring raaken van naar hun behaagen voor hunne moeite zich te doen betaalen door 't invoeren der gewoonte van de Boolussen en hartsterkingen al te dikwils te doen neemen. 't Loon der Geneesheeren is vastgestelt volgens de verscheidene geleegentheit en vermoogen der zieken. Hun staat niet toe eenig voordeel te maaken door 't opstellen der reekeningen naar hun goet-dunken voor de Medicijnen, als se by hen zelven toegemaakt zijn, opdat de zieke en de reekening niet al te zeer ontsteeken werde door een profijt, dat van die kant niet ligt bepaalt nog vast gestelt kan worden. De gedagten van een Geneesheer behooren alleenlijk vast gestelt te zijn om den aart der ziekte t'ontdekken, en d'eigentlijke weg der Medicijnen, die men heeft te gebruiken. Hy hout hier syn gedagten beezig met het ander voorwerp van beurzesnijdery door 't kunsje van de veelheit en verscheidenheit der medicijnen ten dien einde. Wanneer de bedroogen Dienaren alle hulp en bystant verzoeken, die de kunst kan aanbrengen, en 't gevaar van al te veel Doosissen niet kunnen onderscheiden, kan de kunstenaar dan weigeren hun en zich zelven te behaagen, als de ree- | |
[pagina 74]
| |
kening profitaabel en overeenkomende met syn dienst is opgemaakt volgens de veelheit van geringe Boolussen en dranken, die hy in de kaamer weet te brengen? Wy willen niet verdagt gehouden worden, als of wy den vlijtigen en zorgvuldigen Apotheeker tragtten te benaadeelen: Syn ampt vereischt de grootste naarstigheit en die getrouwheit in 't uitkiezen der Droogen, en die opregtelijk te bereiden volgens de vaststellinge der Fakulteit, en in 't maaken der Doosissen, met dat nette opzigt op 't leeven van den zieken, opdat de minste agterdogt van den minsten misslag in gewigte en maate, of getaale van druppels voorgekoomen werde. Nogte kunt gy vermoeden, dat wy ons aanmaatigen den prijs in 't toebereiden van den winkel te zetten, of 't voordeel van die kunst te bepaalen: Sy worden nu volgens een zeer gemaatigde prijs verkogt, als men by 't once of minder quantiteit eischt, en met gereet gelt betaalt. Sy wierden voorheen gebruikt in de gemeene toevallen der gezontheit volgens de voorzigtigheit en ervaarentheit van de Familie; of toegemaakt en gemengt door den Geneesheer, wanneer een baarblijkelijker gevaar syn toeverzigt vereischte. Maar by aldien d'Apotheeker syn post ver- | |
[pagina 75]
| |
laat; geduurig buiten 's huis is, en 't werk van 't toebereiden der Medicijnen aan synen onervaaren leerjongen beveelt, die zomtijts niet ontgaan kan 't een voor 't ander verkeerdelijk te gebruiken, door welken misslag 't bekent is dat veelen hun leeven hebben verlooren, zult gy toestaan, dat het reedelijk is, dat het volk en het Kollegie zorg draage voor de behoudenis van zich zelve, en van hunne zieken. Wanneer 't bekent is, dat het voorschrift toegemaakt is van Medicijnen, die by den Grossier of den Chymist gekogt zijn, en niet toegemaakt door den Apotheeker zelve, en dat men by gevolg niet weeten kan, of se van de beste ingredienten gemaakt zijn, maar verdagt gehouden, omdat se goetkoop gekogt zijn, zult gy met goet regt twijfelen, of de naam van een Apotheeker aan dat nieuw en nog onlangs onbekent beroep gegeven kan worden. Indien hy 't werk van syn kunst verzuimt, en zelf de komposicien niet toebereit, nogte de Doosissen daar van toemaakt, om in de dringenste voorvallen oovergeleevert te worden, maar zich aanmaatigt in alle ziektes raat te geven, wort hy een Quakzalver, en dringt zich in een beroep, dat hy niet onderstelt kan worden te verstaan. Dit is onlangs heevig betwist, maar 't geschil zal beslegt worden, | |
[pagina 76]
| |
als gy zult begrijpen, dat de kunst der Medicijnen niet verkreegen kan worden zonder zommige deelen der geleertheit. Een Geneesheer wort onderstelt uit Grieksche en Latijnsche Schrijvers, die van dit onderwerp handelen, verzaamelt te hebben, 't geen ooit is aangemerkt met opzigt op den natuurlyken staat in gezontheit, en hoe deeze natuurlyke staat ontstelt wert, en bedorven door ziekte, en door wat middelen die te herstellen zy; hy wort onderstelt te hebben ooverwoogen de gesteltenis en 't gebruik van alle deelen des lighaams door d'Ontleedkunde, alle verscheide veranderingen in beide sexen van de geboorte af tot den ouderdom toe; hoe de ziektes zig opdoen in haar eerste aankoomen, voortgaan, en eindigen in leeven of doot; wat wijze en Medicijnen met geluk gebruikt zyn, en door welke redenen 't leeven verlooren zy door de verderflijke hoedanigheden of veelheit der enkele geneesmiddelen; door ontsteeking of verkoeling; door de geesten gaande te maaken of te verdooven, en de kragten der natuure t'onderdrukken, waar door se zich zelve tragt te helpen en te bewaaren; daar onze Quakzalver slegts eene algemeene opmerkinge gemaakt heeft, dat is, dat 'er veelen in alle ziektes zullen opkoomen naa 't gebruik van eenige hartsterkin- | |
[pagina 77]
| |
gen, en twee of drie andere Medicijnen, ingenoomen tot syn eige voordeel; ondervindingen ontleent van de voorschriften der Geneesheeren, alleen met een verwarde en twijfelagtige gissing van der zelver gebruik en toepassing in de verscheide verschillende gesteltenissen en ziektes. Hy hout het volk op in een inbeelding van de voortreflykheit syner geneesmiddelen door de hoogheit der pryze, en van syn geleertheit en bequaamheit; door groot spreeken doet hy zig uitmunten, 't welk 't gemeene volk inboezemt de volmaakste kennis der taalen, waar uit deeze naamen haar oorspronk hebben. Maar indien hy eenige kennis van 't Latijn gehadt heeft, toen hy op de school bestelt wiert, vergeet hy dat doorgaans in het slaafagtig werk van den winkel, of geringer diensten in 't wegbrengen der Medikamenten. De meester wort niet gelooft dat syn weetenschap aanlegt, of syn aanmerkingen bestiert in de gevallen van den klant op het bed, hoe breet hy ook deeze kennis voordoe, en ider een raat geeve, die om hem zent, met een lange reeks van Medikamenten, dikwils aan hun gegeeven. Dog 't zijn meerendeels heete hartsterkingen, die door de opwagters gepreezen worden, welke van de deugdelijkheit der zelver oordeelen vol- | |
[pagina 78]
| |
gens de hitte, die se aan de smaak geeven. Als de ziektes, die d'ooverhant hebben, scherp zijn, of zo streng niet, zoo dat zommigen zullen sterven; zommigen opkoomen, meugen wy uw oordeel vraagen, of hy onderscheiden kan, of de ziekte dan of de Medicijnen 't leeven ten einde brengen. Indien hy de schult legt op de ziekte, gelijk d'oude baakers altijt doen, wanneer zal hy denken naar 't gebruik van eenige andere Medicijnen? Hy praktizeert in alle ziektes, eer hy volgens de borgerlijke wet tot jaaren van verstant is gekomen; en, als hy gevaar verneemt, roept hy een Geneesheer; dog die kan van de ziekte niet oordeelen, omdat de toevallen niet zijn van de natuurlijke beweegen der vogten, maar van de hitte en felheit der hartsterkingen. De Geneesheer geeft een kragtige hartsterking in de koude sweet, en den laatsten dootsnoot; d'ander geeft de zelve den eersten dag in de brandende aankomst van een koorts, ontsteeken met wijn. De Geneesheer legt Spaansche vliegen aan menschen, die doffe of slaapziektes hebben; hy legt die aan menschen, die aldoor waaken en raaskallen. Veeltijts wort 'er tot syn verdeediging gezegt, dat hy, als hy alleen begaat, te voorzigtig is om eenig nadeel te doen, en alleenlijk goede hartsterkende Boo- | |
[pagina 79]
| |
lussen en dranken geeft. Maar gy zult begrijpen, hoe bederflijk deeze praktijk zy, indien gy toestaat (tot dat wy geleegentheit hebben om de reede daar van te betoonen) dat de hartsterkende Boolussen en dranken d'onderlatende tot gedurige koortzen gemaakt worden, die zommige daagen daarna met vlakjes en quaataardig worden. Alle Medicijnen zyn in gebruik gebragt en vast gestelt door d'opmerkingen van veele duyzenden, die sy omgebragt of geneezen hebben. Sy zijn alle nut en nootzaakelijk in verscheide gevallen, maar doodelyk en vergiftig in andere ziektes. De Quakzalver dan zal een groot getal van kinderen om hals brengen, omdat het haglijk is, of hy denkt om de manier te veranderen, en dat het al te waarschijnlijk is't ongelukkig gebruik van zommige Recepten van andere Geneesheeren. Maar, zegt hy, 't volk wil beswaarlyk eenige andere versterkende middelen van hartsterkingen hebben, die daarom aan alle andere huizen gegeeven worden; wy kennen een Apotheeker, die syn knegt belastte by nagt gereet te maaken twintig Boolussen uit eenen pot, en twintig dranken uit een glas; deeze bragt hy den volgenden morgen aan syne klanten, aan out en jong, aan mannen en wyven, zonder onderscheit, en beloofde | |
[pagina 80]
| |
een nieuw verligting tegen den naamiddag. Gy meugt gelooven, dat 'er u aangeleegen is t'onderzoeken, hoe veelen 'er de Boolussen en dranken op de zelve wijze toebereiden, en naar dat voorbeelt daaromheen aan de huizen leeveren. Dus wort de koortzige verwarmt, verquikt, en vervroolykt, maar heeft niet een geneesmiddel, om eenige verandering of afscheiding der vogten te maaken, waar door de ziekte onderscheiden wort. Deze stof wort buiten kennis van 't volk gehouden door Geneesheeren, die hun krediet en aanzien moeten ophouden, om dat uw gepretendeerde Apotheeker den sleutel in syn magt heeft, om in te laten of buiten te sluiten welke Geneesheeren het hem behaagt, en alleenlijk die aanprijst, die van syn kunst en oordeel breetst opgegeeven, en 't gebruik der veele dosissen regtveerdigen, door 't voorschrijven van meer anderen, en hem meer voordeel aan te brengen, behalven syn eige belooning. Van deeze oorzaak alleen mag men afleiden, dat de Professie in ongunst is, de klagten over de swaare kosten der reekeningen en 't veelvuldig sterven door al te veel Medicijnen. Gy zou in 't Kollegie gezien hebben de volgyver om d'agting der Professie te doen ryzen, door 't schikken der middelen | |
[pagina 81]
| |
naar d' omstandigheeden der ziektes, om zommige ongemakken te herstellen door de reegelen der leevens middelen, onthouding en beezigheit; en anderen door de vlytigste opmerkingen der teekenen en toevallen, waar door de natuur vereischt geholpen te worden, waaren sy niet afgeschrikt uit vrees, dat men 't den eersten betaalt zou hebben gezet, en gemaakt, dat hy 't niet kon houden, omdat 'er d' Apotheeker geen voordeel by had. Anderen maaken hun oppassen min overlastig, en verminderen hun agtbaarheit in de huisgezinnen by trappen. Aan d'andere zyde, hoe naarstig zijn onze verzoekers om voor een ander gestelt te worden, en hoe iverig om hunnen dienst aan te pryzen, die onlangs verscheenen zijn aen het volk, maar zijnde of arbeidzaame schrijvers van lange ordinancien, of verpligtende verwaarloozers, welke de zieken overlaaten aan de geduurige bedieninge van dien loop der Medicijnen, tot dat andere toevallen, en opkoomende gevaar een nieuwe en langer wijze van geneezing vereischen. Sijn voorgestelt en voorbedagt verzuim geeft hem d'agting van dat hy alle uuren syn beezigheit heeft, en moet erkent worden met te grooter belooning. De Geneesheer, als hy in de Stadt komt, | |
[pagina 82]
| |
of in eenig gedeelte van 't Kooninkrijk, hebbende sijn goederen verleert in zijne opvoeding, overweegt, welke de gemeenste en gebruikelijkste weegen zijn, om zich zelven bekent te maaken, en daar door zijn beroep t'oefenen. Hy wort onderregt, of merkt terstont, dat alle huisgezinnen zyn onder de bestiering van hun Apotheeker, die syn medicamenten leevert, tot dat hy vreest, dat de Pacient sterven zal, en dat hy dan bestelt een Doctor, bereit om hem vry te stellen, dewijl hy door een volkoomene ooverwijzing 't verwijt op zich neemt. Hem wort geraaden syn oog de plaats ront te laaten gaan, en t'ooverweegen, hoe sy in de gemeene agting gebloeit hebben, die deeze onderregting op hun eerste aankomste gehadt hebben, en die in deeze hunne praktijk grooten vlijt aangewent hebben. Indien hy eenige geneesmiddelen van grooter kragt uitgevonden heeft, of van kleiner omslag, en aangenaamer wijze van geneezing, of de gepreeze praktijk van Doktor Lower of Doktor Sydenham (om andere voor by te gaan) staat hem te verneemen, hoe verderflijk voor hem zelve die Praktyk zal weezen: Dat de Doktor thans de bestiering van den zieken op zich niet neemen moet; dat de Apotheekers geen redres in de Praktijk kunnen verdraagen; | |
[pagina 83]
| |
dat hun getal (met de ongeoorlofde winkels, en de Quakzalvers, de baakers, enz. die Medicijnen leeveren) zijnde veel vermeerdert, sy af hangen van de veelheit der Medicijnen in behoorlijke maat. Hem wort aangepreezen te leezen het Rijm-dispensatorium, en aan te merken de gunstelingen, die daar beschreeven staan, Mirmillo, Querpo, Carus, de Bard, welke, hoewel sy zoo veel verschillen, als de vier hooftstoffen, of de hoedaanigheeden hunner Droogen, nogtans ver gekoomen zyn door hunne geheele gehoorzaamheit aan hun, en door zoo veel te schrijven, als sy geneegen waaren aan de huisgezinnen te leeveren. Men bidt hem kennis te neemen, hoe vaardig sy zich zelven ider dag verbonden om de benden op te vullen tot het bespringen van het Kollegie, gelijk gy in die Rijm-historie vint beschreeven. Deze ellendige menschen verdienen niet, dat s'onderregt werden, omdat naa dat sy des Quakzalvers Praktijk verheft hebben, en tot dat en andere oogmerken, meer Medicijnen gëordineert, sy hem voorzien met vrijheit om te Praktizeeren, en 't volk met de krachtigste en dringenste reedenen verpligten, om zich daar op te verlaaten, en zich den dienst van den Geneesheer | |
[pagina 84]
| |
t'onttrekken. Een van hun dee de voorzegging, dat de Professie geen drie of vier jaar langer in weezen zou blyven, als hy en sijn party, by 't verdrietig geval der Doosissen en de buitenspoorige onkosten, 't Gemeen aanried van twee quaaden het minste te kiezen. De Promoocie brief van d'Universiteit, verworven naa veele jaaren zich in de studie der Medicijne beezig gehouden te hebben, wort vernietigt, en geroojeert door de vergaadering der Direkteuren van de Praktijk van de Plaats. Indien hy, die syn Gradus heeft, zich onderwint 't vast gestelde gebruik op een beeter voet te brengen, valt het einde van den tijt, waar in hy, hebbende zig op hunne diskrecie opgegeeven, hem allerswaarst. Hy vertrekt met syn Promoociebrief met meer of minder weederstreeving, naar dat syn aart, sijn middelen, of ongeleegentheit meedebrengen. De manier des tijts, d'algemeene Praktijk, en d'agteloosheit van 't volk doen hem te raade worden zig t'onderwerpen, behalven noch de voornaamste dringende reede der natuure om zich zelven te behouden: Gy kunt niet verwagten, dat, als de brouwery der Wijnen, en de vittery van veele Droogen 't onderwerp zijn der gezelschappen, alle Geneesheeren zich aan den ver- | |
[pagina 85]
| |
borgen nijt zullen waagen door een netter en teerder opsigt op de gezontheit en 't leeven van het volk. Het misdrijf onzer Professie is dikwils ten toon gestelt. De konstenaryen en bedriegeryen der Engelsche praktijke zijn bespot en veroordeelt van veele laater Schrijvers. De Raatsheeren van Roome, die voor hunne vrienden en huisgezinnen Geneesheeren waaren, dreeven en banden de Grieksche Praktizijns uit Roome en Italïen. Plinius verhaalt hunne manier van Praktizeeren, verfoeit door Kato en den Roomschen Aadel. Sy waaren 't doorgaans eens met d'onzen, die men onderstellen mag dat een nabootzing van hun zijn, of van die zeedert weederom in gebruik gebragt is door menschen van den zelven aart Sy zijn d'onderhouding van hun eindeloos geklap; 't bedrog van den swaaren prijs der uitheemsche Medicijnen in plaatze van nuttere van ons eigen gewas; de buitenspoorige reekeningen hunner toemaakingen en geheimen, en de trouwlooze pijnbank van den zieken, om de geneezing hooger te waardeeren. Plinius schijnt moeijelijk te weezen over de pragtige bekommernis in de keure van regters van de grootste en bekenste opregtheit, die de gemeene regt-zaaken hooren, en omdat een misdaat, gestraft met een bannissement, verhan- | |
[pagina 86]
| |
delt moet worden door een grooter getal, ten dien einde uitdrukkelijk bestelt, dewijl de Raat; de Magistraat; de Regters blootstaan voor de konstenaryen en bedriegeryen van een omgekogte Professie, gelijk hy, die in alle Schrijvers geoefent was, en die den prijs van alle enkele en zaamengemengde Medikamenten wist, syn vonnis in dat stuk van synen tijt velde: Merito plectimur, dum nemini nostrum scire livet, quid saluti suae opus sit: Wy worden, zegt hy, gehandelt, gelijk wy verdienen, indien wy den schuldigen niet willen ontdekken, die ons of besteelt, of om hals brengt. Wy kunnen't getal reekenen der geenen, die door de advyzen van liefde van de Romeinsche Raatsheeren en Eedelen geneezen zyn, die de vertrouwde en beproefde enkele Medicijnen gebruikten, die niet bedorven waaren door eenige toebereiding, valschelijk voorgewent, dat haar kragt vermeerdert. Sy hadden geen ander belang, dan de smerte en ziektes te geneezen door geneesmiddelen, die beste koop en kragtigst van uitwerkinge zijn; daar gy in de Praktijk, die in swang gaat, den zieken ziet onderdrukt door de verscheidenheit der medicijnen, en 't getal der Doosissen in heete gevallen, en in geduurige verandering van 't een tot het ander in quijnende ziektes, die zoo fel niet zijn, | |
[pagina 87]
| |
zonder opzigt op syn herstelling, tot dat de walging der Medicijnen, of vrees voor d'onkosten de Natuure haar vryheit laat om zich zelve te bewaaren. Wy steeken in grooter swaarigheit, als 't Romeinsche volk: Hun raat was bequaam om d'oorzaaken t'onderscheiden, en de geneezing 'er op te passen; met ons hebben se meedelijden, en beklaagen ons, maar worden niet gevergt, dan, in een meenigte van bedriegers, om redres te verzoeken. Men verwondert zich dikwils, dat de Magistraat of door de zelve 't Kollegie zich alle schandeleuze Quakzalvers niet quijt maakt in alle gewesten der stadt. Maar elke vervolging wekt hun snootheit op, en maakt hun kunstje om het verlies goet te maaken fyner en doortrapter, om zich de boeten te doen betaalen door die geenen, die sy visiteeren, wordende te meer verzogt door de waarschouwingen, en Plakkaaten op dezelve posten, daar de Magistraat die doet aanplakken. Het beste deel van het Kollegie is altijt zorgvuldig geweest om de oopenbaare klagten weegens de bedrieglyke praktijk der medicijnen voor te komen, en heeft verscheide middelen daar toe gebruikt. Sy hebben door zeedelijke inzettingen hunne Leeden vermaant, en hen door ligte | |
[pagina 88]
| |
boeten zich doen schaamen, dat se zich in vereeniging by de Quakzalvers zouden voegen, die sy wisten, dat ten laatste bederflijk voor hun zelve zouden bevonden werden: Sy en hunne bontgenooten vervullen de stadt met geschreeuw, en vertoogen, dat hun vrijheit en eigendom in gevaar is; dat het volk ('t welk, sy seggen, dat vreest en behoort in de beurs gestraft te worden) op 't punt staat om syn waar belang voor zich oopen gelegt te hebben. Dit is het Shibboleth, 't welk de twee partijen der Doktooren hier onderscheit. Uit te vaaren tegen 't Kollegie is de klaarste en baarblijkelijkste verklaaring, dat men gereet staat om de Professie oover te geeven aan de winkels, die de kragtigste aanmerking weegens het teegenwoordige werk verschaffen. Toen sy aanmerkten, dat sy door de gevoeglykste weegen niet te verbeeteren waaren, en dat hunne bontgenooten daaglijks door hun aanwas ontzaglyker wierden, wierden zy genootzaakt hun toevlugt tot de Magistraat te neemen. 't Kommittee van het Kollegie vertoonde aan een Kommittee der Aldermans en den Gemeeenen Raat den erbarmlyken staat van den Armen, en van de geringer Familïen, die in ider ziekte van al hun middelen berooft wierden door de buitenspoorige reekeningen hun- | |
[pagina 89]
| |
ner Medicijnen; dat de Voorzienigheit de beste en kragtigste geneesmiddelen met een milde hant zoo wel aan den armen, als aan den ryken verleent heeft, om deel te hebben aan het gebruik der zelven, en dat die nu in de Apotheekers winkels voor een zeer reedelyke winst verkogt werden. Sy stelden voor, dat men die prijs op papier behoorde te stellen, opdat het geneesmiddel niet tien of twintigmaal zo dier verkogt mogt worden, om dat de menging van twee of drie geringe Medicijnen het volk van de regte waarde der zelven onkundig maakte. Dit wordende door de Apotheekers verworpen, dee't Stadts Kommittee syn voorstel aan 't Kollegie, dat het, zich zelve te werk stellende, deeze noodige voorzorg voor de behoudenisse van zoo groot een deel van het gemeen zou draagen. 't Kollegie, aangemoedigt door 't overeenstemmend gevoelen van de Magistraat, bereit met te grooter zorge beide Chymische en Galeenische Geneesmiddelen van de gepreezenste Droogen en enkele Medicijnen. Sy hebben door ondervinding dat groot getuigenis en dien toetsteen vast gestelt; om dat dit is het eenig middel om de Faculteit te herstellen uit haar verval, en al de klagten van het Gemeen. | |
[pagina 90]
| |
Dit sal buiten alle tegenspreeken baarblykelyk schijnen, indien gy u zelven de moeite wilt vergen om te begrijpen, en deeze byzondere gevolgen in ons geval te overweegen. De Dispensatorium van 't Kollegie, daar alle toebereidingen gemaakt worden, en uitgedeelt aan de teegenwoordige twee wyken, in de Sint Martens Laan in Westmunster, en in de Sint Pieters Gang in Kornhil, zal moogelijk uitmaaken twee duizent ordinancien. De Doosissen van d'Electuarien, Juleppen, Pillen, enz. d'een met d'ander zal ontrent een stuiver zijn, hoewel de nutste Drogen, schoon van de hoogste prijs, koomen in ider Komposicie. Daar was nooit, of daar zal nooit zijn het minste voordeel, behalven de noodige onkoste van knegts, enz. D'Armen zijn gevoelig, dat sy 'er ook aan geholpen kunnen worden, en de Rijken zullen bequaam worden om staat te maaken, hoeveel sy volgens reekening voor advijsen en oppassingen betaalen, 't welk op geen andere wijze by hen onderscheiden kan worden, omdat in een reekening van vijftig ponden 't loon meer dan veertig bedraagt, hoewel een onderscheiden artykel van laater jaaren andere belooningen voor d'advijzen en diensten vereischt. Maar de tweede aanmerking is alleen mag- | |
[pagina 91]
| |
tig om alle teegenwerpingen teegen den Dispasotorium weg te neemen, om dien te beschermen, en ider een aan te prijzen, die syn gesontheit en leeven onzer zorge waardig zal agten om die te bewaaren; dat wy, hebbende geen voordeel van de Medicijnen, geen beweegreeden hebben om niet te behertigen de geneezingen onzer Pacienten, door zeer weinige geneesmiddelen, en dat van laagen prijze, welke de grootste kragt hebben. Wy kunnen veele onzer Pacienten de grootste hartsterkingen leeveren, die in eenige eeuw de zieken zijn toegedient, namelijk, dat hy in geen gevaar is; dat de natuur nu zelf haar ziekte uitdrijft, en meest al d'overwinning behaalt door haar eige kragten, en de kunst, die sy gebruikt om haar vyant t'onder te brengen; dat haar eige braaking de verbrassing zal wegneemen, en d'ontlasting de rust herstellen aan d'ingewanden, en dat de sweet, daar op volgende, de hitte en ongerustheit een einde zal doen neemen. Wanneer de natuur in de gemeenste onsteltenissen der gezontheit de hulp of bestiering van een of twee Medicijnen van nooden heeft, kunnen wy d'eigentlijkste en specifiekste gebruiken. De zieke zal in weinig daagen syn gezontheit herstelt hebben: Want als 'er veele gegeeven worden, | |
[pagina 92]
| |
worden haar kragten verspilt en verteert door onderlinge strijdigheit; of haar felheit zal nieuwe toevallen of een nieuwe ziekte veroorzaaken; en de zieke is niet bequaam om d'eene werking van d'andere t'onderscheiden, of met eenige zeekerheit te besluiten, welke van haar in den dienst behoort aangehouden, en welke verworpen te worden; behalven dat een eenige misslag in heete en quaataardige koortzen by alle Geneesheeren doodelijk wert gehouden. Indien de natuur onderdrukt, ontstelt, of van d'afscheiding of ontloozing van de stoffe der ziekte afgeleit wert, worden de hartsterkingen vergeefs ingegeeven, en voeden allleen de ziekte. De Geneesheeren van den Dispensatorium hebben de geleegentheit, om aan te merken, wanneer de natuur in 't scherpste geval bequaam is om zich zelve te behouden, en kunnen haar toelaaten dat uit te werken. Sy kunnen den eigentlijken tijt kaavelen om teegengiftige middelen in te geeven, en om haar gebruik te stuiten, als se schaadelijk zijn, en kunnen 't volk raaden en afleiden van deeze bederflijke uitspoorigheeden en ooverdadigheeden der Medicijnen. Ten derden. De Pacient en de Geneesheer hangen af van de deugdelijkheit der Medicijnen. Meenige van uwe vermaarde Do- | |
[pagina 93]
| |
ktooren willen hun ordinancien niet zenden, dan aan die, welke die voor hun zelve bezorgen, en sy zeggen rond uit, dat die door 't lang houden, of omdat s'agteloos toegemaakt worden, in meest alle andere winkels der Stadt bedorven worden. D'eerlijke en zorgvuldige Apotheekers vallen dikwils klagtig over de misbruiken in meenige toebereidingen. De Heer Dale geeft ons in syn uitmuntend Traktaat van d'enkele Medicijnen veele voorbeelden van de vervalschingen. De Rhabarber van zeeven stuivers 't pont, by een grooten hoop gekogt, zal uw en ons vermoeden over veelvuldiger bedriegeryen regtvaardigen. Gy wilt den Veneetschen Theriakel hebben van den Koopman, en gy staat naar den Beezöardsteen uit de zeekerste hant. Gy zijt meenigmaal in d'uitwerkinge der Medicijnen bedroogen geweest, niet teegenstaande de groote verzeekering, u gegeeven van haar wonderbaare kragt. Gy zult hier teegen inbrengen, dat de Doctor dit ontschuldigde, en de schult op zich nam. Maar kunt gy u zelven doen gelooven, dat hy 't werk u zal durven ontdekken, en aan syn Patroon ondienst doen, die hem in uw huis gebragt heeft, en bequaam is met synen aanhang, welke zich oover de misnoeging gevoelig zal toonen, om syn gedienstig toe- | |
[pagina 94]
| |
zigt op den Pacient ten toon te stellen? Gy hebt gehoort van 't bedroeft ongeluk van ymant, die vergeeven was door een toebereiding, die voor een ander geschikt was, of door een chijmisch poeder, verkeert genoomen voor een ander, of door de misslaagen in 't getal van greinen of druppels. Beelt gy u zelven in, dat dit uw huisgezin nooit zal gebeuren, of dat uw Doktor u onderregten zal om diergelijke schielijke veranderingen van toevallen voor te koomen? Maar de moode heeft dit schandelijk gemaakt, en geen Doktor zal zich zelven oover deeze geringe zaaken in moeite steeken. Maar niet lang daar naa prees de stad zeer de gedienstige zorge van een Doktor, die een Once bast by de Droogisten uitkoos, toen de koorts van een Eedelman onderliet, die daar door meest al 't gevaar te booven quam. Gy zout ongetwijfelt uwen Geneesheer een Komplement doen voor syn moeite in 't gaan in den Apotheekers winkel, en 't naazien van ider ingredient, 't geen gedaan wort in de Doosis. Maar 't is een onbeleefde en quaataardige partijdigheit, dat gy voor u zelven alleen zout neemen, en alle andere menschen weigeren, 't genoegen van door de gemaklijke zorge of naarstigheit van den Doktor behouden te worden. De dienst van d'onderteeke- | |
[pagina 95]
| |
naars van den Dispensatorium is daarom niet ondienstig, en 't volk behoort hun daarom niet beneeden de waarde te betaalen voor hunne zorge, die sy in hun Wijk gebruiken, om de beste Droogen te koopen, en op haare toebereidingen te passen. Maar dat een Geneesheer aan syn eigen huis de komposicien zou verbeeteren, is ongerijmt en buiten gebruik; of indien hy 'er een bereidde, 't welk een nieuw Schrijver, om de nooit bedroogen ondervinding, aanprijst, wat zou een wolk van agterdogt 't verstant van 't gemeene volk verdonkeren? Sy zouden hoopen en vreezen; twijfelen en belgziek zijn van duizent uitslaagen, hoewel Hippokrates, en Galenus, en alle Doktooren van d'outheit in hun vereischen een nette kennis door haar dikwils te bereiden, en hoewel 'er in de kunst der Apotheeken niet gevordert kan worden, dan tenzy 'er de Doktooren by zich zelven de proef van neemen, indien sy 't getuigenis van 't oopenbaar gebruik wegdraagen willen. Ten vierde. D'Apotheekers hebben geklaagt, dat de Doktooren onkundig zijn in de deugdelijkheit der Droogen, en de manier der bereidinge, omdat sy zich 't ongemak en de moeite ontzien van toe te zien in een winkel. Maar wy zullen u voor 't tee- | |
[pagina 96]
| |
genwoordige alleen onderregten, dat de Farmakopëa of 't Receptboek van Londen is gemaakt van Toebereidingen, die buiten gebruik geraakt, ongerijmt, en vrugteloos zijn; dat het grootste gedeelte daar van nu verzuimt en naagelaaten wort, en dat de groote vlijt, en gevorderde ondervinding der Geneesheeren deezer eeuwe niet alleen de gekomponeerde Medicijnen verbeetert en gezuivert heeft, door de wijze der bereidingen, die meest met de reede overeenkoomen, maar ook betoont dat de kragt der enkele Medicijnen zeekerder is, dan de talrijke hoop van het oude mengelmoes, waar in gy neemt een half grein van 't een, een vierde deel van een grein van een ander uitmuntende Drooge. Daarenbooven wort thans by 't volk zelf aangemerkt, dat de Basten op zig zelven, en de Purgeer-zouten en Rhabarbar, en de vlugtige geesten enz. van meer vrugt en uitwerkinge zijn, omdat se onvermengt op zich zelven worden genoomen. De Doktooren van den Dipensatorium hebben de geleegentheit om de kragten der enkele geneesmiddelen te leeren doorkennen door verscheidene onderzoekingen, en kunnen onderscheiden de zeekere uitwerkingen der gemengde en toebereide Medicijnen, die sy vinden in de Schrijvers, of elkanderen voordraagen in | |
[pagina 97]
| |
de groote raatpleeging hunner vergaadering als sy op 't Kolleegie by een koomen. Wy stellen Ten vijfde, dat de Dispensatorium de Geneesheeren kan onderwyzen in 't ander gedeelte hunner kunst, namelijk de kennisse der ziektes. Gy zult bekennen, dat geen kunstenaar kan koomen tot, of behouden eenigen trap van volmaaktheit in syn werk, tenzy hy syn hooft en handen dikwils gebruyke. Wy hebben een groot getal van alle langduurige ziektes, houdende yder van de zes daagen ons zelven beezig tot oopenbaare diensten in de praktijk. D'andere Doktooren kunnen niet onderstelt worden eenig deel der ziekten; hun voortgang, of wyze van ontlasting te verstaan: Sy kunnen slegts het einde, den uitgang van den zieken, zien, wordende alleenlijk geroepen om al, wat'er gedaan is, te regtvaardigen, en een komplement daar over te maaken, en 't fatzoen te voldoen van dat 'er eenigen tijt een Doktor in de ziekte geweest is. Doktor Lower, toen de Kooning hem d'eer aanbood van hem tot syn Lijf-artz te maaken, antwoordde met syn gewoone eenvoudigheit en opregtheit: Ik zal, indien ik myne armen en andere zieken daaglyks niet bezoek, in korten tyt zo dom zyn, als sy. Indien al de rest naar de Quakzalvers gaat, die geen andere aan- | |
[pagina 98]
| |
merkingen maaken, als hoe veel sy kunnen winnen, zult gy d'eerste Pacient zyn, dien de Doktor in dat geval, zedert het opkoomen der nieuwe koortze, gezien heeft. Een onzer laater Schrijvers bekent, dat hy in de schielyk opkoomende en in swang gaande ziektes genootzaakt was twee of drie zieken te zien sterven, eer hy door de nette opmerkingen 't werk kon meester worden om de ziekte eigentlijk en met vrugt te geneezen. De Barbier kent syn scheermes, en de kunst van dat te handelen door meenige en gemeene aangezigten; en de speelman stelt de snaaren by zich zelven, eer hy uw gehoor onderhout. Gy zent voor alle uwe dienstbooden naar den Quakzalver; de koorts slaat over tot u; gy neemt de zelve hartsterkingen, tot dat de grootste toevallen u verbaast maaken. Uwe dienstbooden zelve zouden u beschermt en verdeedigt hebben, indien 'er eenige goede aanmerkingen in 't behandelen hunner ziektes waaren gemaakt. Maar uw pols most niet gevoelt worden door de hant van een gemeenen Doktor. Onze kunst klimt tot haar grootste hoogheit door al die dwaaze onderscheidingen der Droogen, van eedele en oneedele weg te neemen, en alle aanmerkingen, behalven de geneezinge der ziektes, ter zijde te stellen. Een Koning, | |
[pagina 99]
| |
voor 't Hooft syner Onderdaanen, staat uit, om hen by de gemeene vrijheit te verdeedigen, den stank en vuiligheit van 't velt, en de stikkingen byna van 't stof in 't voorttrekken, met den arbeit en gevaaren der veltslaagen. Wanneer wy een doot lighaam ontleeden om t'onderzoeken, hoe d'ingewanden gestelt zyn, of de manier der Medicijnen, dan of een sweer en heet vuur oorzaak daar van gestelt behoort te worden, om voor te koomen, dat wy niet op yder agterdenken onze beetere voor slegtere geneesmiddelen behoeven te verwiszelen, dan zijn wy'er erger aan, als d'armen en behoeftigen. Voor uw leeven en gezontheit kan alleenlijk zorg gedraagen worden door d'opmerkingen, gemaakt by het talryker gedeelte, daar de ziekte natuurlijker is, en, gelyk d'eerste trekken van een Schilder, gemakkelyker t'onderscheiden. Indien gy daarom ons wilt toestaan, dat wy zelve van de Droogen kennis sullen neemen, of d'een of d'ander beeter zy, en onderzoek doen op de laatst uitgevondene wijzen van die toe te bereiden; indien gy ons toestaan wilt, dat wy alle verscheide gevallen aanmerken, die de stadt uitleevert meest al in een opsigt aan het Kollegie, en d'andere van den Dispensatorium, en door d'arme kranken de ziektes te voorzien, die teegen den tijt | |
[pagina 100]
| |
voortgaan zullen tot de ryken, en in onze vergaaderingen gelyk in meest alle andere Professien, malkanderen meedeelen onze eige kortbondige spreuken, of die van onze Schrijvers, van de verscheide waapenen en krijgslisten, om teegen vervaarlyke vyanden, de ziektes en de doot, gebruikt te worden, zullen wy u alleenlyk maar verzoeken, dat gy ons wilt toelaaten op te houden d'agting der toebereidingen, die beste koop, maar allerdeugzaamst zijn, welke nu in 't gemeen gevoelen haar waarde verlooren hebben, omdat s'ons meest al rykelyk worden verleent, gelyk de lugt, waar door ons leeven ider oogenblik herstelt wort. Maar indien de kunst van de gezontheit en het leeven te bewaaren sola imperantibus imperat, (alleen gebiet over die 't gebiet voeren) en 't voorregt heeft van alle wetten te stremmen, die den weg stoppen om dat einde te verkrygen, zal men dan zig daar teegen kanten, wanneer die tragt zig zelve te bewaaren, en haare onnozelheit en nuttigheit te herstellen door de getrouwste diensten aan het gemeen? Dat men haar te last legt, dat se den Apotheeker bederft door 't verminderen der prijzen; van de Medicijnen is valsch en buiten den minste schijn van waarheit: De prijzen van den Dispensatorium zijn zoo dier, als die van d'Apotheekers; sy | |
[pagina 101]
| |
zelven hebben de bekende prijzen der enkelde en zaamgevoegde Medicijnen gezet. Sy worden by 't Once of minder gekogt in de winkels, gelijk 't gebruik en de praktijk nu zeedert langen tijt haare waarde vast gestelt heeft. Uw behoudenis hangt af van sijn zorge in de voorgeschreevene Doosissen te bereiden en te mengen; en hy kan van den winkel niet af zijn zonder gevaar der agtinge van den Geneesheer, en 't leeven van den zieken; daarom meugt gy hem wel onderscheidentlijk, behalven den bekenden prijs, voor sijn trouwer zorge en naarstigheit in 't oppassen, dankbaarheit bewijzen. Maar indien de handel verder loopt, als de ziekte vereischt, en 'er geen paalen gezet kunnen worden teegen verdere beswaarnissen, meugt gy meedelijden en toevoorzigt gebruiken voor u zelven, zynde 't onmogelyk de doodelyke uitwerkingen der Medicynen te voorkoomen, wanneer hy, die raat geeft, syn eige voordeel maakt by 't getal der Doosissen, die hy den zieken kan diets maaken te neemen. 't Wort niet aangemerkt, dat sy de Praktijk der meeste huisgezinnen aan zich zelven neemen; dat sy oopentlijk verklaaren, dat sy die geheel in hunne eige handen zullen krijgen, uitgezegt vijf of zes van 't Kollegie, om de Professie aan hun op te geeven. Wy bekennen, 't | |
[pagina 102]
| |
zal geen ingang vinden by 't volk, dat men daar op dringe, dat sy de Medicijnen troulooslijk zich aanmatigen, welke de Fakulteit uitvont, en hun in handen stelde ten dienste van den zieken, voor wien het wierd voorgeschreeven, en dat de winkel nooit eenig nieuw geneesmiddel of toebereiding uitvont nogte onderzogt. Op een andere plaatze zal beweezen worden, dat sy niet kunnen koomen tot de kennis van 't eigentlijk, en daarom heilzaam gebruik der zelve in swaare ziektes. Wanneer u daarom de koste der Medicijnen, gelijk se nu verkogt worden in d'Apotheekers winkels, vertoont worden, en gy verstaan zult, dat in uw kaamer (ook wanneer d'Apotheeker geen moeite neemt van eenig advijs, of eenigen dienst) dingen, die zeer goet koop zijn, vermomt door de menging, hoog gewaardeert worden om den hoogen prijs der advyzen; dat ses Boolussen met de dranken een Ginnie profijt aanbrengen, en dat sy ligter genoomen worden in een Julep van een of twee schellingen waardig in den winkel, kunt gy 't groot, dog 't eenig geschil tusschen ons, beslegten door uw vaststelling, of d'Apotheeker syn behoorlijk loon naar uw staat zal hebben weegens het voorschrift van zulk een getal van Medicijnen door den Doktor. Maar wy ver- | |
[pagina 103]
| |
zoeken u, dat gy voor 't toekoomende geen aftrekzels van uw Rhabarbar wilt maaken, nogte witte of bittere afziedzels van Staal, of eenige andere toebereidzels van huismedicijnen, omdat de Geneesheer dus genootzaakt zal worden voor te schrijven, en gy in te neemen zo veel te meer Doosissen, om in dit stuk 't verlies goet te maaken, daar de swaarheit der ziekte 'er maar een of twee mogt vereischen. Om deeze haatelijke betwisting tot een einde te brengen, neem Souvereine geneesmiddelen, die de Voorzienigheit verleent heeft, en gestelt in de magt zoo wel van armen, als van uw zelven. Betaal den Apotheeker zorgvuldig de beste prijs voor de beste Medicijnen, om syn vlijt en zorge te bëantwoorden. Gy kunt voor syne buitengemeene diensten zoo eedelmoedig zijn, als 't u behaagt. Wy willen niet verdagt gehouden worden, als of wy voorhadden uwe dankbaarheit jegens de raat of hant, die u behouden heeft, te bepaalen. Wy wilden u alleenlijk afbrengen van de teegenwoordige praktijk, eeven gevaarlijk voor de gezontheit en 't leeven, als voor d'eer van de Professie, waar door wy, om d'alleronbeschaamtste falsiteiten verpligt worden om de waarde der Medicijnen, die beste koop zyn, hoog te prijzen, en u vergen tot het zelve | |
[pagina 104]
| |
getal en proporcie der geneesmiddelen in ider ziekte, op dat gy uw voordeel doet, waar ontrent wy behaagen scheppen onze gedagten beezig te houden. De kunst van een Chirurgijn wort gewardeert weegens syn kennis van 't aangedaane deel, de bestiering van het lancet, en de wonderbaarlijke vrugt van dat te brengen in de verschrikkelijke sweeren, en 't afgrijzelijk heet vuur. Hy erkent, dat de Natuur hem de werktuigen van staal, en de middelen van syne balsemen, en tinctuuren, en stoovingen aan de hant gegeeven heeft, tot een koste, waar van hy 't niet der pyne waardig oordeelt u te onderregten. Alle onze inwendige geneesmiddelen zijn ten dienste van 't menschelijke geslagt in ziektes verleent met den zelven overvloet, als de verscheide voetzels, waar by 't leeven wort onderhouden. De Natuur, de gemeene moeder, verlaat of verzuimt ons niet in benaautheeden, die sy ider dag in gezontheit bezorgt. Sy verswaart ook niet de verdrukkingen van het minder zoort van volk, 't welk, om in swakheeden en quyningen geholpen te worden, al de vrugt van haaren voorigen arbeit en naarstigheit zou moeten verliezen. Sy leert de wyzen der geneezing met door haar zelve te bloeden, te sweeten, | |
[pagina 105]
| |
door te waazemen, en door andere ontlastingen der vogten. Sy bestiert door d'uiterlijke zinnen, of byzondere ingeevingen, die niet opgemerkt worden, 't gebruik haarer enkele geneesmiddelen, welke d'oorzaaken van meenigerlei ziektes zullen zuiveren en wegneemen. Sy prijst het menschelyk geslagt aan door het langste leeven, als door opgeregte gedenkteekenen, optemerken de kragt en gezontheit van ymant, die arbeitzaam en maatig leeft, en dat waater, en d'eenvoudigste manier van leeven by koorn en gemeene vrugten 't sterkste bloet en de werkelijkste geesten maaken. Wy worden door haar vermaant ons zelven t'erinneren de veelvuldige herstellingen in d'in swang gaande plaagen en pestilencïaale koortzen, en dat de ziektes uit de veranderingen der zaizoenen of quaataardigheit der besmettingen niet magtig zyn om deeze gesteltheit leet te doen of t'ontstellen, daar de zooberheit het magtigste teegengift verleent heeft om de geweldigste ziektes voor te koomen, of uit te drijven. Sy heeft de geneezende hoedaanigheeden met de voetzels en vogten zaamengemengt, die sy bezorgt, en geneest beide en versterkt de lighaamen door Meedicinaale voetzels, die sy oovervloedig verschaft. Sy heeft in zommige planten, als | |
[pagina 106]
| |
door een chymische uittrekking, zoo sterke kragten, en die in zoo hoogen graat gegeeven, dat de minste quantiteit de grootste uitwerkingen te weeg kan brengen, door de geesten op te wekken en te verfrisschen, het bloet te verwarmen en te beweegen, en verscheide afscheidingen te maaken. Maar zelfs deeze, hoe wel ingevoert van ver gelegene gewesten, zyn van weinig kragt, wordende genoomen to twintig of dertig grein in de Doosis. Maar de mensch, de grootste vyant tegen syn eige geslagt, zeegelt het huis van oovervloet toe, en maakt in de grootste ruimte verleegentheit. Hy geeft voor, dat gemeene zaaken geen ongemeene uitwerkingen kunnen hebben; dat de velden en tuinen van ons eigen lant zich niets kunnen uitstrekken tot de ziektes, gelyk de zeltzaamer zaaken, die beide de Indïens voortbrengen; in plaats van syn Pacient t'onderregten, dat deeze gesteltheit zich regulier en rustig beweegt om de ziekte uit te drijven, dat hy, naa de gisting en uitschuiming van het bloet, geholpen of bestiert door 't gebruik van weinige eigenlijke, nutte, en dikwils beproefde geneesmiddelen van ons eigen gewas, de herstelling sijner gezontheit mag verwagten. De Professie is verandert in de list der bedriegery en misleiding, om voor- | |
[pagina 107]
| |
deel te doen door nieuwe Medicijnen, of nieuwe toebereidingen, in fatzoen gebragt, en hoog geagt zoo lang, als de moode haar zal doen prijzen. 't Ongelukkig volk gedoogt, dat het bedroogen, en in syn leeven en gelt benaadeelt wert. De rijken agten zich zelven gelukkig, dat sy in staat zijn om het teegengift te kunnen krygen, 't welk in zich zelven magt heeft om de ziektes teegen te staan, en hun leeven, indien sy 't dikwils gebruiken, byna onsterflijk te maaken. Sy beklaagen 't gemeene volk, dat voor hun gestorven is, zijnde onmagtig geweest 't rantzoen te betaalen. De ziektes zouden de Medicijnen, hoog gepreezen, om dat se van hoogen prijs zijn, niet hebben kunnen teegen staan. Sy verheugen zich zelven, omdat, zijnde gezontheit en leeven van de hoogste waarde, sy magtig zijn om de hoogste prijs voor deeze rariteiten te betaalen, die voor niemant, dan voor hun zijn. De praktizijns zijn nooit in gebreeken gebleeven hun voordeel te doen met de ligtgeloovigheit en swakheit van rijke Pacienten. Somtijts ondersteunen de allerfelste Sublimaacien en Destillacien van de Chymistery de hoop van den zieken, en de verwagting der vrinden. Maar gy zult aanmerken tot uw grootste verwondering, dat de veragtste en | |
[pagina 108]
| |
onnutste zaak door de hant des konstenaars in de hoogste agtinge gebragt is, omdat men 'er zich op vertrouwde in de moeijelijkste en gevaarlijkste ziektes, als bequaam om de quijnende geesten leevendig te maaken, en d'uitvaart van 't leeven te stuiten. Beezöarsteen zal het duidelijkst en gemeenst voorbeelt zijn in onze Engelsche praktijk, waar van gy zoo wel, als voorheen de Doktooren hebben gedaan, voor u zelven kennis moogt neemen, met wat gesleepenheit, en kunst, en opregtheit onze Professie hier voortgaat om hier geoefent te worden. Beezöar heeft syn naam en agting doorgaans onder ons als geheiligt behouden, hoewel zeedert langen in meest alle deelen van Europe uitgeschoffelt. Dr. Guybert in een verhandeling, waar van 't opschrift is: Les Tromperies du Bezöar decouvertes. ('t Bedrog van Beezöar ontdekt) overtuigde de Francen, dat sy door den handel der Doktooren, weder gekeert uit d'Indïes bedroogen waaren geweest, om de beuzelingen tot een zeer hoogen prijs te kopen: Sy hadden gemaakt, dat men zich daar oover verwonderde, door 't geeven van verzeekering, dat het magtig was om alle zoort van vergiften tegen te gaan; dat geen quaataardige ziekte magtig was de Souvereine | |
[pagina 109]
| |
kragten daar van te wederstaan. Hy stelt geleerdelijk ten toon 't belachelijk voorgeeven van alle zoorten van vergiften t'onder te brengen, die in haare hoedanigheeden verschillen, zijnde zommige dat, omdat se korrozyf zijn; anderen, omdat se door haare hitte ontsteeken; anderen, omdat se door haare koude 't bloet stremmen, en de geesten verdooven. Twee misdaadigen, door den Koning veroordeelt, wiert vergif gegeeven, met belofte van leeven, indien Bezöar hun vergiffenis kon verwerven. Sy verlooren hun leeven, en de Steen en Doktooren hun agting. Hy trekt d'uitmuntendste Schrijvers in de Medicijne aan, die dien veragt en veroordeelt hebben, namelyk Massarias; Severinus Sanctorius; Minodëus; Rulandus; Sylvaticus; Mindererus; Sennertus; Unzerus, en den vermaarden heelmeester, Parëus. Zeedert synen tijt hebben wy d'aanmerkingen van d'allergëagtsten in de kunst, en van d'Outsten in den praktijk, die meenigmaal bekenthebben, dat sy daar mee bedroogen zyn geweest; maar noch veel meer hunne pacienten, welke dien zonder eenige vrugt en aanmerkelijke uitwerking hadden gebruikt. Dr. Pauli verhaalt ons, dat hy't gebruik daar van veele jaaren naagelaaten heeft, en met beeter vrugt gegeeven de kragtigste en zee- | |
[pagina 110]
| |
kerste hartsterkingen, genoomen van Planten, en ondersteunt syn gevoelen met de stem van Kaspar Baubinus; Casp. Hofmannus; Rocchius; Fabricius. De geleerde en oordeelrijke Diemerbroek, in sijn traktaat van de pest, verklaart, dat hy dat nooit had geagt; dat hy dat dikwils gaf absque ullo fructu; movebas atiquo modo exiguum duntaxat sudavem: 't Dee geen goet, zegt hy, aan die 't gebruikten; alleenlyk dee 't een weinig sweeten. Syne rijker pacienten waren zonder dat niet te vergenoegen. 't Was van de besten, gekoozen uit veele waaren, de fynste, die d'Indïens ooit ooverzonden aan Euroope, maar 't gaf hun de minste verligtinge niet, hoewel sy zich zelven de grootste daar van beloofden. Om syn gevoelen, dat het niets waardig is, te bevestigen, brengt hy d'Autoriteit by van Hercules Saxonia, en van Krato, Geneesheer van drie Keizers, en verhaalt u veele anderen. Dr. Patin, d'ooverleede Koninklyke Professor der Geneeskunde te Parijs, lagt met de voorwendzels van dat het van eenig gebruik zoude zijn. Hy zegt, dat het nogte 't bloet opwekt, nogte de geesten in eenige beweeging brengt. Behalven zommigen der boovengenoemde Geneesheeren beroept hy zich op het oordeel van Bekkangelius; Rubëus; Fonseka; An- | |
[pagina 111]
| |
galatius; Riolanus; Laurentius, en syn eige ondervinding van meer dan dertig jaaren. De laatst verbeeterde Dispensatorium van Leeuwarden laat het uit haar Gaskons poeder, veroordeelende het, als een onnut en beuzelagtig ingredïent. Bontius verhaalt u, dat, indien wy steenen moeten geeven, wy een grooter kragt behooren te stellen in de steenen, gesneeden uit de blaazen van een mensch, een eedeler schepsel, gevoet met de spijs van het sterkste voetzel, en syn geesten verwarmt met wijn, dan in die van een geit, stervende op de bergen. Hy verzeekert u, dat hy den Beezöar van de gal of de blaas gegeeven heeft met beetere uitwerkinge, dan hy van den Indischen ooit heeft aangemerkt. Wy kunnen onze Pacienten niet verzeekeren, dat de steen, gepulverizeert, opgelost zal worden in hun maag, voornaamelijk in groote quijningen of quaataardige koortzen. Indien s'opgelost zal worden, kan s'alleenlijk werken met het weinigje van den stinkenden olie, en 't vlugtig zout, dewelke men aanmerkt, dat in zeer kleine quantiteit uit de steenagtige zaamengroeingen door distillacie getrokken wort, daar gy een verzeekerder quantiteit van vlugtiger zout en oolie zult hebben van tien greinen of druppels van het vlugtig zout of geesten van Hartshoorn tot de kosten van een oortje. | |
[pagina 112]
| |
Indien gy een hartsterking voor uwen Pacient van nooden hebt, verkiest de Zaffraan, of de Speceryen, of de Wyn of Brandewyn. De Doktooren, die eerst begonnen te misleiden en te bedriegen, maakten zich zelven bespottelijk, omdat se bang waaren meer dan vijf, of zes, of zeeven grein te geeven. Gy meugt 'er vry veertig of vijftig neemen met geen ander voordeel of verandering, dan uw inbeelding zal verwekken, en met de zelve uitwerking, als van tienmaal zoo veel. Het kan by onze hedendaagsche aanmerkers voor een hartsterking en sweetdrijvend middel doorgaan, als sy 't gegeeven hebben, gemengt met zeer goede hartsterkende en sweetdryvende middelen. Maar de zigtbaarste uitwerking, die 't heeft, blijkt, als de reekening betaalt wort: Dan verandert het de kleur; 't veroorzaakt bleekheit, en koude grilling, hoewel in 't Gaskons poeder in de gewoone Doosis 'er alleenlijk drie grein koomen, ter waarde van twee stuivers. Zelfs de naam, daar de zaak niet is, zette eenige waarde by aan de Boolussen, en heeft aan de Waateren en Konfekcien de titels van Beezöardisch gegeven, die daarom voor hartsterkende gehouden moeten worden, als se maar onderstelt worden, dat se zeer dier zyn. Om te | |
[pagina 113]
| |
beginnen u te waarschouwen van den prijs van dezen schandelyken Steen des aanstoots, gelijk Dr. Patin dien noemt, en d'overblijvende gedenkteekenen van ons blyven onder bedriegerye; is ontrent twee of drie oortjes waardig. Onze Geneesheeren, in hunne byzondere verkeering, praaten daar van als van een teenemaal onwaardige zaak. Maar omdat het volk geneegen is met Beezöar en Peerlen benaadeelt te worden, durven sy geen gedagten maaken van hen van deeze dwaaling t'ontheffen, vreezende voor de gevolgen van hun eige nadeel. Door wat kunst kan de hooge prijs der Medicijnen staande gehouden worden, indien de stadt tot geen schaamte gebragt kan worden over d'inbeelding, dat se in alle ziektes door deeze twee in 't leeven is behouden? Peerl is een ziekte in een schelp-visch, gelijk Beezöar in 't viervoetig gedierte. Indien se weerschijnend is, indien breet, hard en glad, beelt de zieke zich in; se zal 't bloet leevendig maaken, gelyk sy het oog vermaakt, en se zal de geesten en 't gemoet verquikken, wanneer se daar op weederom stuit, zijnde dier en van fatzoen. Maar eerlijke Geneesheeren, die voorschrijven tot geneezing hunner zieken, hebben dit veragt. De vermaarde Platerus verwerpt, naa d'on- | |
[pagina 114]
| |
dervinding eener praktijk van meenige jaaren, de voorgewende hartsterkende kragt der peerlen, die nogte reuk nogte smaak hebben, om haar 't minste voorwentzel te geeven, waar door se de teegengiften der leevendige gewassen gelijk gestelt zouden worden. De meeste van onze Schrijvers zyn van syn gevoelen, en stellen 't alleenlijk onder de gewoone middelen teegen de maag-pijn, en de winderige zuure zappen, smertelijk voor den ingang der maage. Maar de schelpen van den visch, de Peerlemoer, welke haar voet, komt toe, en wort door onze beste Schrijvers toegestaan te hebben de zelve kragten. De natuur is zeer mildaadig geweest met dit zoort van zuurtemperende middelen der dieren: Alle schelpen van visschen; alle pootjes, of, indien 't u behaagt die op 't kostelijkst te hebben, d'uyterste tippen van kreeften; de twee beentjes uit een Schelvis, en d'eyerschellen worden meenigmaal gebruikt eeven als de Peerlen; beide de Koraalen, enz. de veelvuldige Aarden, die 't zuur indrinken; 't Kryt; Steenmark, worden by veelen beeter, als deeze, gëoordeelt, of dat se met dezelve vrugt gebruikt worden. 't Staat by ider bekent, dat deeze met d'andere zuurtemperende middelen de zuure zappen in de maag inswelgen; daar meede gisten, | |
[pagina 115]
| |
en een zeer zagte beweeging in 't bloet maken, en gevolglyk een ligte sweet, indien de zieke in syn bed warm, en wel gedekt is, en dat het gebeurt, dat men hem bidt, aan syn sweeten op dien tijt te gedenken. Maar gelijk alle Medicijnen een verandering, meer of min, in de zappen maaken, en daar door bederflijk worden, indien sy voortgaan in verandering, tot dat se de natuurlijke en nutte hoedanigheit hebben verdooft of verdelgt, is 't zeeker, dat Peerlen, al te veel gebruikt, tot dat se 't zuur verswelgt hebben, den trek tot eeten bederven, en wegneemen, en 't verteeren der spijze beletten. De Chlorosis of maagde ziekte volgt nootzaakelijk op 't veel inneemen van Peerlen, gelijk op 't eeten van krijt of kalk van de muur. 't Bloet zal syn rijzing en herstelling gebrek hebben; de geesten zullen flets worden, en de groenagtige en melkagtige bleekheit van 't aangezigt zal de duidelijkste blijken teegen de voorgewende kragt van dit moodische poeder geeven. En hoewel de Peerl-Juleppen in ider zieke kaamer zijn, de melk koleur misleit d'aanschouwers, en de heete waaters brengen de verwekte hartsterkingen aan. Doch deeze schandelyke praktijk van het alle zieken voorteschrijven in hitte en koude, in drooge en | |
[pagina 116]
| |
vogtige gesteltheeden, daar koortzen en daar geen koortzen zijn, zal by bequaamer geleegentheit voorgestelt worden. Men zou moogen onderzoeken, of d'onbedagtzaamheit der stadt, dan of die van de schrijvers van d'ordinancie uw opmerkinge beeter verdienen. D'oordeelkundige opmerkers op de bedorve praktijk van d'Engelsche bewaarders der gezontheit hebben dit het voornaamste stuk hunner beschuldiginge gemaakt, dat het in alle Boolussen, Poeders en Juleppen gebragt wort met oogmerk meer om groote zommen uit de beurzen te trekken, dan om de getempertheit van 't bloet beeter, of de geesten leevendiger te maaken. Het Scrupel Peerlen is waardig maar twee stuivers, en indien gy Oesterschelpen of Kreeften-oogen in plaats neemt (gelyk 't gemeen gerugt gaat, dat se doorgaans in plaats genoomen worden) zal haar waarde, met ruim zoo veel gevoeglijkheit de Boolussen, of Poeders, of Juleppen tot de gewoonlyke reekeningen doen rijzen. Gout voert by onze Chymische Schrijvers den naam van de Zon en Kooning der Mynstoffen. De Kooningen en Vorsten der voorgaande eeuw wierden misleit en bedroogen, en hun leeven min duurzaam, dan dat hunner onderzaaten gemaakt, die tot het | |
[pagina 117]
| |
gebruik van 't gout niet konden koomen. Kiekens, die sy aaten, hadden 't geluk van daar mee gevoet te worden, opdat sy den Swaavel daar uit mogten trekken, en dien door den omloop van 't bloet bereiden, en vlugtig maaken tot hun gebruik. Maar de teeringagtige koortzen wierden sterker, en sy maagerder. De Doktooren waaren wel in hun schik met het verzaamelen van het Gout, dat onverandert doorging, en onvermindert door het hoen in hun beurs quam. Deeze en andere konstenaryen van dit slag zyn agtergebleeven, omdat het Gemeen gevoelig begon te worden, dat het gout, gelijk de Beezoar en de Peerlen, van hartsterkender kragt waaren voor de raat-geevers en hunne bontgenooten, als voor het onderwerp hunner zorge en oppassinge. Daar zyn geen zappen in eenig dier, die dat veranderen of oplossen kunnen, nochte daar kan eenige uitwerking van verwagt worden. 't Bedriegt het oog en d'inbeelding in de hartsterkende waaters en in de Boolussen en Electuarïen, maar het moet eer of laater weggaan, naadat het meer of min aan de maag of ingewanden blyft hangen zonder werking of bewerkt te worden in eenig deel van 't lighaam. De Pillen, 't zy Purgeerende, 't zy Hartsterkende, worden met Goutblat overdekt, | |
[pagina 118]
| |
't welk, hoewel dun, magtig is de fynste doordringenste deelen van alle zappen te weederstaan. De waarde van het bladt is uw onderzoek niet waardig, wordende 't boek voor een kleintje verkogt. 't Zilver is zoo slegt en van zoo weinig belang, als 't Goudt, als men 't aanmerkt met opzigt op de geneezing der ziektes. De Kostelyke Steenen zijn altijt zonder verzuim gedaan in d'oude Recepten door dat zoort van Schrijvers, die ider Medicijn getrouwelijk uitschrijven, en voorneemen hunne Leezers te behaagen, en te bedriegen door de grootte en lengte van 't voorschrift; maar sy zijn oovergeslaagen door dat zoort van Schrijvers, welke de moeite hebben genoomen aantemerken, dat in geenerhande maniere eenige kragt verwagt kan worden van harde, en daarom ondoordringbaare lighaamen. Diamanten, en Robynen, enz. wierden tot cieraat en vermaak gegeeven; de gemeene en grooter tot het bouwen, en andere geringe gebruiken. Men heeft door d'ondervindinge getuigenis gehaalt, of onze Meedicinaale steenen verandert hebben kunnen worden door de maag der voogelen, welke 't hardste koorn oplossen. Men heeft ondervonden, dat se doorgegaan zyn zonder de minste ver- | |
[pagina 119]
| |
andering van koleur of gedaante. Dewijl se derhalven niet bequaam zyn om opgelost, nogte verandert, nogte gebragt te worden in het bloet; maar dewijl het teenemaal zeeker is, dat de goetkoope Meedicijnen grooter en opmerkelijker uitwerkingen hebben, is het bespottelijk, dat men geeft een grof zantagtig poeder, 't welk in syn doorgang om veele reedenen de maag en ingewanden kan hinderen en dooreeten. Steenen, die men kalcineeren kan tot Kalk, of die van een oopen zaamenweevinge zijn, gelijk de Bloetsteen, en Klemeysteen, hebben hun eigen gebruik in de Meedicijne byzonder in uit inwendige. Maar de Kostelyke harde steenen in de Confekcie van Hyacinthen strekken alleen tot een dekmantel om tot dierder prijs betaalt te worden. Doch de prijs van den Hyacint; den Zapfier; den Smaragd, en den Topassteen, van welken de kleinste en slegtste tot dat medikament gepulverizeert worden, zyn van zeer weinig belang, zijnde de Doosis van ider van hun voor een stuiver te krijgen. De hooge prijs van zommige der gewassen, van buiten ingebragt, heeft haar agting staande gehouden. 't Kan gehouden worden al te vermeeten teegen d'aangenoomene inbeelding, op den toets der ondervindinge te brengen de voorgewende krag- | |
[pagina 120]
| |
ten eeniger Droogen, veel begeert, en welke kunnen uitstaan, dat se tot op een vierde deel verkookt worden. Maar de Zalseparille, hoewel se booven andere, byzonder van ons eige gewas, gestelt wort, in veele moeielyke en quynende ziektes, zal blyken, dat haar agting verkreegen heeft, omdat se gedaan wiert by andere Droogen, en die beste koop, maar van de grootste kragten waaren, gelyk Pokhout, Zassafras, China, en de Zaaden van veelen der nutste planten. Indien se van goeden dienst in West-Indïen geweest is, se heeft haare hoedanigheeden in 't ooverbrengen in een kouder gewest verlooren; zynde een dunne en zagte wortel, kan se haar werkelijkste deelen uitwaazemen. Veelen van de laatste Schrijvers hebben hun oordeel daar over gegeeven, dat het is nullius odoris aut saporis, dat het nogte reuk nogte smaak heeft. Gy kunt 'er d'aanmerking van maaken door haar in gemeen waater te kooken. 't Waater zal onverandert zonder geur, of smaak, of koleur blijven. Uw kosten zal de voldoening niet eevenaaren, om te bepaalen, of het gebruik van 't waater, dan of 't geen 'er in gedaan wort, zig d'eer der geneezinge mooge aanmaatigen. 't Half once zal alleenlijk een of twee stuivers kosten. De Doktooren hebben niet alleen hun Bee- | |
[pagina 121]
| |
zöar en Peerlen (de zinklijkheeden der gezonden) hun Gout en Zilver (welke in zig zelve van geen nuttigheit zyn, maar onderstellen alle andere Droogen en toebereidingen om in hun plaats te werken) en de zeer gemeene, ongerijmdelyk zoo genoemde, kostelyke steenen ingevoert, maar de brandende begeerte tot winst door bedriegery der ligtgeloovigen of domme agteloosheit van dat slag, die nooit naalaaten zich te schikken naar d'inbeelding van alle anderen, heeft in 't reegister der enkele geneesmiddelen ingevoert, en ingedrongen in de maag der Pacienten niet alleen de haatelykste, maar ook de deelen der dieren, die naa hun doot van alle geesten of olie ontbloot, en een drooge aarde zijn, die niets doet. Van 't eerste zoort vereischt de Mumie de voorrang. Deeze had d'eer in de voorgaande eeuw van gedraagen te worden in den boezem naast het hert van de Kooningen en Vorsten, en alle anderen, die toen de koste konden draagen in alle Hooven van Euroope. Men gaf met de grootste verzeekering voor, dat se bequaam was een mensch teegens d'allerdoodelijkste besmettinge te bewaaren, en dat het hert daar door teegens den aanval van alle zoort van quaataardigheit beveiligt wiert. Sy verwagtten | |
[pagina 122]
| |
een lang leeven van den ooverleeden, of doode speceryen, en balzemen, en gommen, en een stuk van een doot lighaam van een Egiptisch Vorst, of slaaf, door hem gevordert. Als men 't innerlijk gebruikte, stelde men vast, dat het magtig was 't gestremde bloet vloeibaar te maaken, en een nieuw leeven en beweeging aan alle geesten te geeven. Maar de Natuur biet u de riekende balzemen en gommen aan, met de leevendige en geestryke speceryen. Zyn 'er stinkende van nooden, sy biet u aan haar Duyvels drek; Myrrhe; Galbanum; of Kamfer. De gedroogde herten van meenige dieren; de leevers en milten, gebrant tot poeder; de binnenvliezen der maagen of darmen der Haanen, en Wormen, en de gedroogde longen van Vossen behooren verworpen te worden, als haatelyk en lastig, zonder eenige hoedanigheit van het door de verwagting van eenig voordeel goet te maaken. Als deeze buiten gebruik geraakt zyn, mag men zorgvuldig aanmerken, of 't gedroogde bloet van viervoetige dieren eenige kragt hebbe, 't zy door haar stinkende reuk, of, indien 'er iet anders overblijft, als die uitgedampt en verlooren is. Het Poeder van Slangen in zich zelve, en in de Throchiscen of Koekjes zal een naauwer onderzoek verdienen, omdat het niet alleen- | |
[pagina 123]
| |
lijk in meenige gevaarlijke quijnende ziektes vast gebruikt wort, maar ook het leeven van den zieken in heete en Pestilentiale overgegeeven en verlooren wort, indien 't niet een teegengiftige kragt heeft, om de quaataardigheit uit te drijven, of de natuurlyke kragt t'ondersteunen. Maar, gelijk het vleesch van alle dieren, en visschen, als 't gedroogt is, de vlugge geesten met de vogten uitgewaazemt heeft, en 'er niets overblyft, dan het vel en de veezelen, en niet bequaam is, dan slegts om weinig voetzel te geeven aan het bloet, en zeer beswaarlyk opgelost of verteert kan worden in de maag, kunt gy, met'er een proef van te neemen, besluiten in uwe gezontheit, of slangen uwe kragten versterken, en of het vleesch, hoe ook gekookt, uw smaak meer behaagt, dan eenig ander gemeen voetzel. Wat kunt gy dan reedelykerwyze verwagten van het drooge poeder, of de koekjes daar van met meel en zout (nu de Throchiscen zyn niet anders) als uwe koorts het veiligste en bekenste teegengift vereischt. Gy kunst het bekkeneel van een doot mensch, teegenwoordig in de vallende en andere felle ziektes gepreezen, hier mee vergelijken, indien 't bekkeneel lang tot poeder geweest, en lang overgehouden is naa den misdadi- | |
[pagina 124]
| |
gen. De Geesten, daar van gedistilleert, zyn niet sterker, als die van Hertshoorn, of van Pis alleen, of van Zout van Ammoniak. De Herzepan bewaart de herzenen, en de poeder daar van zal niet naalaaten de geesten van alle herzenen te bewaaren, die men het gebruik des zelfs kan vroetmaaken. Na dit alles schijnt het onnoodig van de winst-aanbrengende vlyt te spreeken van de hoornen van den Eelant, Buffel; Rhinoceros, en den visch den Eenhoorn, die men alleen bequaam geoordeelt heeft alle vergift uit te dryven; of de Klaauwen van een Eelant, en 't been uit het hert van een Hart, d'uitwerkingen als 't van een out Hart is, of de Kaakebeenen van den Snoek, enz. d'enklaauwen van een Haas en Wilt Swyn, enz. Van wat vrugt kunt gy oordeelen dat het gebruik zal zyn van den Swaluwen nest, of 't afgeworpen vel eener slange? Uw gedagten zullen natuurlyker wijze uitloopen op een regtvaardige aanmerkinge der trouwlooze bedriegerye om winst te doen met de zieken lorren op te leggen, of met het slordig verzuim van d'anderen, die gedoogt hebben, dat de bedriegeryen ten laatsten in een gewoonte verandert zijn. Maar nootsakelyk kan toeschijnen, en 't is ook geweest de praktijk van de Geneeshee- | |
[pagina 125]
| |
ren van de grootste opregtheit den Pacient te bedriegen met verwagting van de grootste herstelling door de Medicijnen. De ongemakken van de Hypochondrie (of buyks-zyde-benaautheit) en van de Hysterica (of verstikkinge des Lijfmoeders) en andere ziektes met groote benaauwtheit en vreeze, daar de geesten flaauw en onderdrukt zyn, vereischen d'Amuleeten (of halsdragten) en andere uiterlyke gebruiken met een vertrout en zuiver bedrog, namelijk, dat het geneesmiddel onfeilbaar is; dat het door de natuur geschaapen is om die ziekte alleen t'onder te brengen; dat het syn uitwerking altijt heeft, en dat de toebereiding gemaakt is, gelijk een konstig werktuig, om dat swaare toeval te verdrijven, waar van sy in d'eerste werking des zelfs overtuigt zullen zyn. D'Aarntsteen, en die teegen den kramp en trekkingen en kolijken, de Rheetoorische loftuiteryen van een Nostrum (ons eigen) of Arcanum (een geheim) kunnen geregtveerdigt en gepreezen worden door een bëooging der geneezinge. Maar indien men den Pacient niet kan diets maaken, dat geen Medicijn van vrugt kan wezen, indien het een gewoon en goet koop middel is; dat de Ryken zich veragtelijk maaken, en teegen hun fatzoen doen, indien sy hun Charakter niet doen uitmunten | |
[pagina 126]
| |
door geneezen te worden by deeze dingen alleen, die men door groote zommen gelts verkrijgen moet, dan is dit een geval, 't welk noch niet ten vollen ooverwoogen en bepaalt is. Wy moogen dit verklaaren door 't geval hier teegen strijdende, naamelyk uwe behandeling van kinderen, aan welke gy meenig stuk gouts en zilvers geeft, om hen te beweegen tot het gebruik der Meedicijnen, die gy weer wegneemt, als sy geneezen zijn. De Voorzienigheit heeft met de grootste ontferming en goetheit d'aarde ooverdekt, en de Zee doen oovervloejen met de grootste verscheidenheit van lighaamen tot herstelling en behoudenis van den zieken. Sy beweegt den Pacient door onaangemerkte beweegingen der naatuure voor de teegenwoordige geleegentheit eigentlijker Meedicijnen te verzoeken, of te verzaamelen. Door 't kermen en erbarmlijk aanzien van den zieken dringt sy den gezonden met syn ellende meedelijden te hebben; hem rust en gemak te verleenen, en te tragten sijn pijn te beneemen. Sy stelde vast op den zelven tijt de schepping der Geneesheeren, en de wonderbaare kragten van alle Medicijnen. De konstenary en praktijk om die van ons eigen gewas veragt te maaken, en de waarde van andere te doen rijzen, met voorwenden, dat se verborgen hebben ge- | |
[pagina 127]
| |
leegen, tot dat se op dit oogenblik gelukkiglijk ontdekt zijn, en andere kunstjes van dievery en bedrog baaren mistrouwen, en maaken hen waakzaam en bekommert, om (gelijk alle andere gewesten der weerelt doen) 't leeven der menschen te behouden, die alleen kunnen erkennen en dankbaarlijk beschouwen de voorzorge, gedraagen om hun te hulp te koomen. Maar gy kunt haar wijsheit en magt niet genoeg begrijpen, zoo lang gy niet verstaat, hoe die met vrugt gebruikt moogen worden om 't weezen en welweezen van 't menschelijk geslagt te doen blijven. Wy zullen u daarom een kort en beknopt verhaal geeven van 't menschelyk lighaam, waar door gy begrijpen zult, hoe 't ontstelt werde in ziekte, en de wijze, welke de Natuur zelf gebruykt om de stof der ziekte uit te drijven, en hoe zy door eigentlyke Meedicijnen bestiert en geholpen wil weezen.
Gezontheit bestaat in een natuurlijke gesteltenis der vaste deelen van 't dierlyk lighaam; der vaste deelen, die dat beweegen, en der vloeibaaren, die daar in beweegen. D'ophouding van de leevendige beweeging is de doot, gelijk in andere gestellen, en de leevendige gewasschen. Gy kunt niet begrijpen, hoe de toevallen, welke die be- | |
[pagina 128]
| |
weegtuigen onderheevig zyn, moeten verhandelt worden, dan door de wyze op te merken, waar door sy in haaren natuurlyken staat onderhouden werden door geduurige herstelling van voetzel. De geesten, en het bloet, en alle deelen worden gevoet, vervult, en vernieuwt door voetzel. Dit, wordende in den mont met het zap van speekzel vermengt, en met meer van 't zelve zoort in de maag, brengt de melkagtige stof aan, de Gyl. 't Voetzel, zijnde in den mont, en de maag, geeft syn geestrijk en fijnste deelen tot de vaardige herstellinge der geesten, zijnde 't gansche lighaam vol oopene weegen voor 't zelve. De Gyl gaat door de pijpjes van de maag en de darmen in 't bloet. 't Hert, zich zaamentrekkende, werpt het alle beide teffens uit van syn eene Holligheit in de Longe, opdat het door inaademing de lugt ontfange, om daar mee vermengt te worden; en op dat door het verdere omloopen met het bloet, de Gijl en lugt in alle deelen des lighaams gebragt werden. Dit wort vast gestelt buiten twijfel door zigtbaare betooninge voor 't oog, 't welk de vliesagtige dunner herten van kikvorschen en kleiner visschen root ziet, als se vol bloet zijn, en weederom naa ider zaamentrekking wit als papier. De warmte, en gisting, en scharlaake kleur worden onderhouden en | |
[pagina 129]
| |
vermeerdert door de lugt, welke by de doorwaazeming door de sweetgaatjes doorgaat. De Gyl wort naa eenige uuren vermengt met, en verandert in bloet. Deeze herstelt het lighaam door des zelfs veezelen, en door des zelfs balzemagtige of oolieagtige deelen herstelt se de geesten, en doet die herleeven. Aan deeze geesten is het den omloop zoo wel door 't hert, als de beweeging van alle werktuigen verschuldigt, waar door het met voetzel vervult wort. 't Ryker gedeelte van 't bloet ('t welk dat is, dat den koek of 't runzel maakt, als 't kout is) is van den zelven aart met den wijnmoer, die van den wijn afgescheiden wort. Dit balsem- of olïagtige gedeelte ondergaat verscheide veranderingen door een konstige werking, waar van de Natuur de kennis voor zich zelve bewaart, waar door sy in alle deelen van 't Geheel-Al alle dingen maakt uit ider 't sijn. Dit wort in zuur, en vlugtige geesten, en zout verkeert, gelijk baarblijkelijk schijnt in den Balzem der planten, welke door kunst der Natuure in deeze en alle andere zaamengroejingen verkeert kan worden. De Geesten onderregten de ziel van alle dingen, die buiten zijn, door innerlijke indrukkingen, die sy doen op de zinnen. Sy | |
[pagina 130]
| |
worden ook in alle deelen verzonden, en veroorzaaken de beweeging, zoo de nimmer ophoudende beweegingen van het hert, de borst; de maag; en de darmen, als die, welke den wil onderworpen zijn, gelijk die van de spieren van alle andere deelen, en die, welke tusschen beide zijn, zijnde ten deele nootzakelijk, ten deele vrywillig, namelyk d'aademhaaling. D'omloop van bloet maakt door de klieren d'afscheiding van 't Zap van speeksel om den Gijl van alle voetzels uit te trekken; maakt daar van de veezelen tot herstelling van alle vaste deelen, en heft den Balzem op, en maakt dien vlugtig tot geesten, om door de herzenen ontfangen te worden, en van daar door de Zeenuwen, en werpt alle andere deelen van den Gijl weg, als zijnde van geen gebruik: Want de menging van 't bloet (waar in de beginzels malkanderen met gelijke kragt en vermoogen moeten eevenaaren) kan niet gemaakt worden, dan gelijk de most van wijn, en alle andere natuurlyke vogten, door alle onmengbare aartagtige deelen uit te werpen, en door af te scheiden alle running des balzems met de veezelen, en andere deeltjes, welke in de gistende beweeging elkanderen nootzaakelijk moeten vast houden. | |
[pagina 131]
| |
D'eersten worden ontlast door uitwaazeming, d'anderen door droezem en bezinking. Die van d'uitwaazeming is in de dieren naar proporcie veel meer, dan van alle andere afscheidingen. Daar door vliegen d'onklaare en ongeruste dampen (welke zich in de menging niet vereenigen willen, maar die ontstellen) weg met de lugt, ontfangen door de longen, en deeze maaken hun weg niet alleen door de fijnste hairagtige slagaaderen, als d'eerste omloop des bloets volbragt is, maar ook (gelijk Hippokrates beweert) door 't gansche doorgankelyk Netwerk van ider deel. 't Overtollig waater maakt syn stroom door de Nieren, en voert met zig het zout en den droezem der aartagtige deeltjes, 't welk zig zelven ontdekt in den ziltigen smaak, en de zetting van den Pis. D'andere zouten, zaamengestremt met het oolieachtig gedeelte, worden door de leever en de Milt afgescheiden in de Galblaas, of onmiddelijk in de Darmen, om de gisting van den versch uitgetrokken Gijl op te wekken. D'overtollige veezelen maaken den slijm of gelei van alle vliezen om hunne beweeging gemakkelijker te maaken, en worden in een groote meenigte in de Maag en Inge- | |
[pagina 132]
| |
wanden ontlast. Deeze, zich opgeevende door de regte draatagtige veezelen, opgeregt door de nederwaarts drukkende beweeging, oopenen den weg voor den melkagtigen Gijl, maar, plat leggende, gedoogen se nogte eenigen drekagtigen vogt, nogte 't inblaazen van de lugt, nogte eenigen enkelen gekoleurden vogt, om door te gaan tot de Melkvaaten. Deeze veezelen zijn, als se zamengevouwen en verwart zijn, van geen gebruik, en worden zeekerlijk van een gesneeden door scherpheit van den Gal, en weg gevoert om voor den aanwas van nieuwe vervulling plaats te maaken. Als daarom 't bloet daaglijks herstelt wort met voetzel, en de gisting of innerlijke beweeging alle onmengbaare deelen weggeworpen heeft, is het bequaam om aan de verteerende vaste deelen net van passe voetzel te geeven, en herstelt in de Herzenen nieuwer en frisscher geesten om de zeenuën van alle zinnen, en de spieren van alle leevendige en dierlijke beweegingen te vullen. De geesten in 't weederkeeren geeven aan 't herte syn kragten om 't bloet in ider deel te beweegen, en de zappen af te scheiden door alle zeeven van de klieren. Deeze beweeging der geesten aan het hert is de bron | |
[pagina 133]
| |
van 't leeven, en de doot is de laatste en volkoome ophouding des zelfs. Maar wy zullen u de wijze verklaaren, waar op de Natuur haar natuurlyke staat van gezontheit bewaart; en door welke oorzaaken het lighaam de verscheide veranderingen van syn staat onderheevig wort, om en ontzet te worden, en door ziektes in gevaar te raaken. Indien het voetzel vervult is met waaterige en aartagtige deelen, welke de smaakelooste zijn, en 't verheemelzel niet prikkelen om al te veel spijs of al te dikwils te begeeren, nogte de maag om die t'ontfangen, wort de maag door langer vasten verzien met een ruimer meenigte van natuurlyke oplossende vogt, waar door sy uit alle voedzaame deelen, de melkagtige stoffe kan trekken. En het bloet door syn eigen omloop en innerlijke beweeging, geholpen door oefening (welke het bequaamer maakt om den Gijl te verteeren, en met zich zelven te vereenigen) zal daar uit het sterkste voetzel voor zich zelven trekken, en de herzenen en zeenuwen verzien met de vastste en eedelste geesten. Dat de natuur dit verrigten kan, blijkt zeeker uit de bestendigste en ongeschondenste gezontheit en het langste leeven by d'eenvoudigste manier van leeven, met zooberheit, | |
[pagina 134]
| |
en werking, eeven gelijk s'uit den reegen en de gemeene zappen der aarde in zommige planten, de welriekenste en geurigste geesten in de bloemen en in de zoetste en smaakelijkste vrugten trekt. Maar, gelijk de Wijngaart een bedorven en onaangenaam zap voortbrengt, wanneer gierigheit, met haar in een vetter aarde of mist te leggen, haar dwingt tot grooter aanwas, zoo, wanneer het voetzel oovervloeit van hoedanigheeden, welke den reuk en smaak al te sterk aandoen, en aanlokken tot oovervloediger en veelvuldiger gebruik, kan de Natuur den last en den arbeit niet uitstaan om alle voedende deelen uit te trekken, en ter zelver tijt alle byzonderlyke verscheide en werkelijke mengingen, welke de schuttels der volgende geregten onderscheiden, te booven koomen en t'onderbrengen. Deeze aanmerking wort ook bevestigt met een spreekwoort, namelijk, dat de gebrekkelijkheit der eerste verteering door de tweede niet verbeetert wort. Want het bloet moet deeze onvolmaakte ontdoening ontfangen, maar kan die niet oovermeesteren of t'onderbrengen. Als deeze verschilaartige Gijl in 't bloet komt, slaat de pols harder; d'aaderen swellen, en een grooter hitte geeft teekenen van d'opkookinge en gistinge van de heele stof. | |
[pagina 135]
| |
Indien het bloet alle die onmengbare deelen kan uitdrijven; de dunner en fijner en werkelijker door de sweetgaaten; de zoute en slijmagtige, en andere onopgeloste zaamgestremde stoffe door de pis en de galle, en dan de vuile groove stof (die daar in geen doorgang heeft kunnen vinden) door de darmen, dan volgt 'er een zagtheit en stilte, en de gezontheit blyft voor dien tijt ongestoort. Zoo dat ider ooverdaat en buitenspoorigheit een ziekte is, die geneezen wort, als het bloet en de geesten hun Natuurlijke gestalte kunnen behouden of herwinnen. Maar indien de ziekte dikwils door de zelve oorzaaken gemaakt wort, en de getempertheit van 't bloet dikwils geschonden en bedorven, en d'ingewanden door deeze onzuiverheit, die daar in legt, verstopt, of wijder uitgezet en flets werden, en geene of zeer beswaarlyke en onvolmaakte afscheidingen maaken, zal het bloet door gebrek van geesten vadzig worden; vergoort door 't zuur, dat d'overhant heeft; of vervuilen en als verrotten door 't zaamenstremmen van 't zout en den balzem. D'andere oorzaaken van 't bederven der gezontheit, als de schielijke veranderingen van 't zaizoen, en 't weer, groote arbeit, toeval- | |
[pagina 136]
| |
lige opvullingen en vergiftigingen van de lugt, zullen niet magtig weezen om een sterken en geweldigen indruk op de geesten en 't bloet te maaken, indien die door hun eigene kragten magtig zyn hunne vyanden te weederstaan of uit te drijven. De Maag zal van zich zelven de schaadelijke hoedanigheeden van quaat en bynaa vergiftig voetzel verwerpen of verwinnen. 't Bloet zal, als 't ontsteeken is, 't vyer uitdampen door uitwaazeming, en tot syn gemaatigtheit verkoelen, en door braaking; afgang; waaterloozing, en sweet, verwekt door oefening en andere ontlastingen, d'onzuiverheeden afkleinzen, die des zelfs mengzel ontstellen. De geesten zullen het te hulp koomen, als het werkt om zich zelven te beschermen door de gelijkste en sterkste Pols aan het hert te geeven. Maar als de Geesten bedorven worden door het bedorven mengzel van het bloet, worden sy door die tergingen ontrust, ongereegelt, raazende, en maaken de trekkingen van Vallende ziekte, den Kramp, de Moeder- en Buik-zijde benaauwtheeden, en, als se de herzenen geweldig aandoen, de verscheide zoorten van dwaasheit, gekheit, en raazende koortzen. Uit de swakheit der geesten ontstaan schrikkingen; vreezen; be- | |
[pagina 137]
| |
naautheeden, en swaarmoedigheit, en mindere flaautes, of, die swaar zijnde een mensch dooden, Hartvanken. Als se door slijmige en zaamgestremde vogten onderdrukt worden, blijkt hun dofheit in slaapkoortzen, en slaapziekte; in beroertes, en lammigheeden, 't zy van byzondere leeden of van 't gansche lighaam, wanneer de geesten uit de herzenen in de Zeenuwen de vuile stof kunnen uitdrijven, welke de verstoppingen daar in maaken. Wanneer de slymige en waaterige vogten de geesten verstikken en verkouwen, volgt 'er gebrekkelijkheit van bevatting, werkeloosheit, en flaauwheit in den Pols, met swakheit van alle dierlyke en leevendige beweegingen. Van den bedorven staat des bloets worden een gansche meenigte van ziektes voortgebragt: Indien daar een wei of waater overtollig is, ontstaan 'er zinkingen van allerley zoort; loop, en waaterzugten. Indien het te veezelagtig en slijmerig is, wort d'innerlyke beweeging of gisting belet en verflaauwt, en onbequaam om afscheidingen te maaken: De maag zal bezet worden met een vuil slym; de trek tot eeten, en 't verteeren der spijze verdwijnen, de darmen worden belemmert, en het afzygen der Gijle ver- | |
[pagina 138]
| |
stopt. Indien 't zuur d'overhant heeft, zijn de zinkingen scherper en meer prikkelende, en, omdat se meer of min korrozijf zijn, ontstaan de pynen van vliegende Jigt, en de Jigt zelf. Indien de Zoute zaamenstremmingen door de leever en de milt niet ontlast kunnen worden, worden de geesten en het bloet gedrukt met een Geelzugt; met een algemeene quijninge, tot dat se door de klieren van het vel buitenwaarts uitgedreeven kunnen worden, of afgezet door de pis, zoo root byna als bloet, of door den afgang van de Gal. De swakheit en geesteloosheit van de blaauwschuit worden veroorzaakt door verzuurde en goore deelen, welke aangemerkt worden, als se zig opwerpen in den mont, en aan het tantvleesch, of de maag en darmen, of uiterlijke gevlakte deelen. De Maag-pynen; de Kolyken, en de Nier-pijnen hebben hun oorspronk uit de losmaaking van het mengzel des bloets, d'afscheidingen van des zelfs zouten, en de winderige dampen, die de vliezen van de maag; de darmen; de nieren; de waaterpeezen, of de blaas aandoen. Dat het bloet t'overvloedig veel zout, verscheidentlijk gemengt, heeft, is baarblykelijk voor 't oog in d'onderscheide afscheidingen, die 't daar van in 't vel maakt, als | |
[pagina 139]
| |
de Blaauwschuitige vlakken, of de vlakken in de Koorts; de Dauwworm; de Schurften van verscheide benamingen en gedaantes; Quaat zeer, en Melaatsheit. Indien het deeze zoute en andere nadeelige vogten in groote meenigte van wei opwerpt, maakt het verscheide swellingen, als die van 't aanzigt met meer of minder spanning en pijn; de Squinancie, enz. 't Verwekt swellingen in alle deelen, die bequaam zijn om zig daar door uit te zetten, 't zy ontsteekingen, als de Neegenoogen, Oorklieren, 't zy, indien de vogt minder beweegzaam is, de gemeene swellingen; Indien 't zaamgestremt is met zuur, maakt het een (Scirrus) Knoestgeswel, 't welk, zaamengevoegt met aardagtige deelen, groeit tot een harde steenagtige stoffe; indien het zout Korrozyver is, wort het een (Kanker) Kreeftgeswel. Naar de verscheide hoedanigheeden van de vogt, begreepen in haar vlies, zal 't een (Meliceris) Hoonig-geswel, of een (Steatoma) een Spek-geswel, of (Struma) Kropsweer worden. Indien het by de gewrigten is, wort een Zeenuknoop, en, in de klieren, een (Scrophula) Konings-zeer. 't Zou verdrietig vallen hier de bederflijke versweeringen, en mindere vergaaderingen van vuile stof in alle ingewanden op te haalen; | |
[pagina 140]
| |
de gemengelde oorzaaken van de teeringagtige Koortze, en meest van de ongedaanheit des lighaams. Maar, om voor by te gaan ontelbare voorbeelden van teekenen van dat se door onsteltenissen bedorven zijn, ontstaan in alle deelen, waar in de stof der ziekte begreepen en verzaamelt is, gy kunt een kort gezigt neemen van de gemeenste, maar vervaarlijkste ziektes, de Koortzen. De Koorts is een buitennatuurlijke kookinge of opgistinge van het bloet, veroorzaakt door deeltjes van verschilligen aart, ingedrongen in het bloet, of in de geesten, of in beiden, 't zy door koude, waar door de natuurlijke doorwaazeming te rug gedreeven wort, insluitende de bedorvene zouten, welke de natuur tragtende uit te werpen die geweldige beweeging veroorzaakt: 't zy door de maat in zulk eeten te buiten te gaan, dat de maag niet verteeren kan, en waar door d'onvolmaakte oplossing, koomende in het bloet een buitengewoone gisting veroorzaakt; of anderzints de besmettelijke deeltjes van de lugt, zynde ingeswolgen door de longe in het bloet, brengen een onnatuurlijke gist voort, en, zynde voortgezet door de gisting, veroorzaakt de geweldigste en vuilste koortzen. Deeze, neffens veele andere oorzaaken, brengen deeze vreezelijke ziekte voort. | |
[pagina 141]
| |
't Valt beswaarlijk alle zoorten daar van op te tellen: Sy zyn of onderlaatende of gestaadig; of goetaardig, die de natuur door haar eigene kragten of met behulp van weinige meedicijnen te booven kan koomen; of geweldig, wanneer de swaarheit daar van grooter is; of quaataardig, wanneer d'uitkomst zeer onzeeker is. Sy zijn of kort en heilzaam, of kort, scherp en doodelijk; of lang en heilzaam, of lang en doodelijk. D'afscheidingen zijn zigtbaar in de Kinderpokjes; Maazelen, brandende en zommige vlakkige koortzen; of se verdwynen door ongevoelige doorwaazeming, en andere afscheidingen. Sy worden verscheidentlijk aangemerkt naar d'aangedaane deelen, als het Zyde-wee, Longezugt, en d'ontsteekingen van de Maag, of Darmen, of Nieren. Sy voleindenden haar loop in een zeeker getal van daagen (gelijk ider in de Pokjes en maazelen bekent is) of, indien se in het bloet meer ingewikkelt en dieper daar in gemengt zyn, in een langer, doch bepaalden tijt. Gy moet overtuigt zijn, en vaststellen in alle ziektes op deezen eenen stokreegel te zien, dat de natuur, door haar eige zelfs | |
[pagina 142]
| |
gisting en vermoogen om alle stof van ongemak en ziekte aftescheiden, magtig is zich zelve byna in ider ontsteeking en ontstelde opkooking van het bloet te herstellen. De Pest, de quaataardige Koorts, of Roode loopen zijn nooit zoo bederflijk en doodelijk, of daar zijn meenige aanmerkelijke voorbeelden van zulken, die geen geneesmiddelen gebruikten, en egter hun gezontheit weer kreegen. Maar ider van deeze gemeene en min agtgeslaage ziekte zal doodelijk weezen, als de Pest zelf, indien de vogt van het bloet niet aftescheiden is, of indien die door de Medicijnen, door kunst ingedrongen, vast gehegt, of opgewekt, of feller gemaakt zijn. Dit wort door de gemeene aanmerkingen betoont, dat het leeven binnen korter of langer omtrek van tijt door alle bekende ziektes ontstelt en verlooren wort. Maar, schoon de natuur haar eige werk in sterker lighaamen doen kan, en eenige ziektes te booven koomen, nogtans, gemerkt het menschelijk geslagt door de gemakkelyke en zagte manier van leeven de kragten verswakt, en zich onbequaamer maakt om de ziektes tegen te staan, zo heeft de Voorzienigheit wijzelijk in haar groot magazijn d'eigentlijke werktuigen, om in alle | |
[pagina 143]
| |
ongemakken van ziektes te gebruiken, by een vergaadert, welke nu door menschelijken vlijt in 't pakhuis der Medicijnen zamengebragt zijn. De geesten, swak en quijnende, worden opgewekt en leevendiger gemaakt door de fyne en vlugtige deelen der Speceryen. De geesten, wanneer s'ontrust en ontroert zijn, en driftiger aangezet worden teegen de spieren, buiten de bestiering der ziele, worden in toom en tot rust gebragt door d'Opiaaten en stinkende middelen; door d'afleidinge der tergende winden of vogten, 't welk gedaan wort door Bleinen, en Pleisters; of Zalven; door uitdrijving en t'onderbrenging der winderige en vergiftige dampen; door sweetdrijvende en wintbreekende middelen, en de doorgangen der natuurlijke afscheidingen meer t'oopenen. De geesten, zijnde scherp gemaakt door de dampen en opborrelingen der koortzen tot ydelhoofdigheit en raazerny, worden tot hun gemaatigtheit herstelt, als het felle vyer gebluscht wort door Emulzïen; of getemperde en verfrisschende Afzietzels; of door verkoelende zuure middelen; of verkoelende en vaste zouten; of, wanneer de van-een-scheidinge der afgescheidene stoffe vlijtig en overvloedig gemaakt is, door de | |
[pagina 144]
| |
verscheidene kunsten en bestieringen van eigentlyke geneesmiddelen, welke bereidinge tot de beste natuurlijke ontlasting maaken, en de natuure te hulp koomen in 't uitvoeren haarer pooginge om 't leven te behouden. 't Verlies van den trek tot eeten wort herstelt door de vervuilde maag t'ontlasten door braaken; door de natuurlijke gisting op te wekken door zuure middelen, en den slijm afteveegen en los te maaken door bittere kruiden, en kragtige en zaamgevoegde zouten. Als 't Zuur in de maag t'overtollig is, waar uit een al te scherpe trek tot eeten ontstaat, 't welk een onvolmaakte verteeringe doet schiften; wanneer de teedere vliezen der maage (naadat de snottige stof, de behoudenis van des zelfs vaaten, versleeten en verteert is) doorgeknaagt zullen zijn, en gepijnigt worden door de zuure vogt of damp, zullen de zuurtemperende poeders, de zuurtemperende Aarden, of de deelen der dieren, tot stof gebrant, dat verswelgen, en alle de scherpste deelen inneemen. De bittere en speceryagtige olïen zullen 't zuur of uitdryven door de sweetgaaten, of, zich met het zelve vereenigende, van des zelfs vlugtige en zuure deeltjes, een menging | |
[pagina 145]
| |
maaken, die naaderhant nut zal zijn, en bestaan met de gezontheit. De zagte en zoete Gommen, en de Balzem van Terpentijn hebben een vermoogen om de scherpe vogten in te binden, om de dunne en vloeybare stof dikker en meer gebonden te maaken; de ligt getemperde en slijmagtige hebben deeze kragt in teerder gesteltheeden. Sy geeven een natuurlyk Gelei of Vernis om de deelen te bedekken en te beschermen teegen de scherpheit der vogten, of teegen de schaaving en quetzing der zandige en steenagtige zaamengroejingen in den doorgang van de Pis. Indien het bloet te dik is, en zich geen doorgang kan maaken door de fyner uiterste einden der slagaaderen, doen de vlugtige tegenblaauwschuitige heete planten de slijmige stof scheiden, en brengen beweeging in de traagste deelen. 't Bloet wort bequaam gemaakt om sijn inwendige afscheidingen te maaken door behulp der bittere, balsemagtige en zaamentrekkende middelen, die des zelfs menging versterken, en de beginzels in haare natuurlijke vereeniging zaamen bewaaren. Hun kragt, om deeze vereening en dit akkoort te verdeedigen en te helpen, is bekent aan de gemeene ondervinding, welke in de gemeene | |
[pagina 146]
| |
opmerkinge leert, dat bittere dingen, als Hop, Kruiswortel, Bremzaat bier en wijn bewaaren teegen het verlies hunner geesten, waar door se verschaalen, en door 't zuur t'onder te brengen maaken se, dat se niet vergooren. Alle hooftstoffen zijn by zich zelven, wanneer se zuiver en onvermengt zijn, onbederflijk. De geesten van wijn of van zuiker zijn niet bequaam om te verrotten. 't Zuur, als in den wijneedik, gedistelleert, blijft in den zelven staat onverandert. D'afgescheidene olïen of balzemen kunnen geen verandering aanneemen. D'aarde en 't waater eevenaart het andere, en blyven zonder eenige verandering, zoo lang se enkelt en niet vermengt zijn met eenige andere deelen, welke afscheidinge te weeg brengen. 't Leeven of natuurlijke menging van alle vogtige zaamenmengingen bestaat in de eeven gelyke magt haarer deelen, waar door sy onderling 't geheel eevenaaren, en zich zelven verdeedigen. Deeze geneesmiddelen daarom zijn van 't grootste gebruik en kragt om de gezontheit en 't leeven te behouden, welke magtig zijn de verscheide deelen in haar behoorlijke gelijkmaatigheit van veelheit en hoedaanigheit te houden, (van welke deelen het bloet een vergaadering of zaamenmenging is) en deeze nootzaakelyke zaa- | |
[pagina 147]
| |
menweeving en menging der hooftstoffen, ontzet en verandert van haar natuurlijken staat, te herstellen. De afscheidingen van den zaamgestremden droezem, of ider der hooftstoffen, van den anderen gescheiden, (door de magt dan d'inwendige afscheidingen, door welke alleenlijk het bloet, gelijk alle andere vogten, syn natuurlijke bestendigheit kan behouden) worden gemaakt door de geneesmiddelen, doorgaans genaamt Ontlastende, als Braak- en Purgeermiddelen, om den slijm of veezelagtige deelen uit te drijven, met de Gal van de Leever, enz. en de Pisdrijvende, om t'ontlasten d'overtollige waaterige, en weiagtige vogt, die 't lighaam doordrijven; gelyk ook de Sweet-middelen, welke, behalven het waater, dat haar mee voert, de zuure en vlugtige zouten afdrijven, met groote meenigte van de klompen of zaamenrunningen der vuile swaavelagtige of olïagtige deelen van het bloet. 't Gebruik daar van in de Medicijne moet men besluiten en afmeeten uit d'aanmerkingen van der zelver nutte, of schaadelijke uitwerkingen naar de onderscheide meenigte, en de verscheide maanieren en Zaizoenen, van die te geeven in de byzondere ziektes, onderscheiden door d'ondervinding | |
[pagina 148]
| |
en 't oordeel der Geneesheeren. Sylvius, en meenige andere Geneesheeren van deeze en de voorige eeuw hebben beweert, dat alle Medicijnen heilzaam, en dat s'alle vergiftig zijn; dat se zyn Χείρες Θεῶν, of de hant eener Godtheit, uitgestrekt om de wonderdaadige geneezing te maaken, of als een swaart in de hant van een dwaas of raazend mensch, bequaam om ider 't leeven te beneemen. De koele gedistilleerde en de fontein waateren zullen d'oorspronkelyke vogten herstellen, het vloeibaare helpen tot te vryer beweeging van het bloet. Maar zy zullen, al te overvloedig genoomen in de gezontheit, of ontijdig in de ziektes, de natuurlijke warmte uitblusschen. De heete olïen en geesten tot dolligheit en trekkingen beweegen. De zagter hartsterkingen (naar proporcie van de geestrijke waateren) zullen, indien men 'er te lang mee voortgaat, de leevendige warmte verstrooien en uitdampen, en maaken, dat dan het waater d'ooverhant zal hebben, en daar door de geesten verswakken, en de kragt van het bloet doen verkouden en verflaauwen als verschaalt, dat niet te herstellen is door alle kunsten der Medicijne. Dit wort van ider een aangemerkt, wanneer 't verlies van den trek tot eeten en verteering der | |
[pagina 149]
| |
spijse, en gevolglijk de verswakking der geesten, des bloets en der ingewanden volgt op het drinken van de geesten, getrokken van wijn, en andere uitgegiste vogten. D'uitwerkingen van d'alte geweldige braakingen en Purgacien zijn gemeen. Zulke middelen, welke herstellen en versterken, zijn genoegzaam voorzeeker doodelijk, wanneer sy alte zeer versterken, en daar door de natuurlijke en nootzaakelijke inwendige afscheidingen opstoppen, of wanneer sy, door al te veel kragt en sterkte van weederstant aan de veezelen der werktuigen te geeven, d'afgescheide stof te rug houden, en de natuurlijke gestaadige en nootzaakelijke afscheidingen der vogten beletten. Sy zullen dan den staat der natuure in wanorde brengen, en omkeeren, en, by langer verloop van tijt, gelijk in traager vergiften aangemerkt is, beide Gezontheit en leeven met andere toevallen en ziektes omkeeren.
Naadat gy den natuurlijken staat van 't lighaam in de gezontheit aangemerkt hebt, en gezien, hoewel na langer verloop, de ziektes aannaaderen om aan te vallen en te dooden, zult gy, door natuurlijke drift, den raat der Medicijnen te hulp en tot uwe verdeediging roepen. | |
[pagina 150]
| |
Wy zullen de Kragten en Werkingen der Medicijnen Voor-eerst aanmerken in d'Enkelde, welke de natuur verleent heeft, en daar in beide de inwendige kragten, en d'andere kragten en werkingen, namelijk de prijzen, die de menschelijke naarstigheit daar aan gegeeven heeft, hoewel sy mildaadig verleent zijn, 't zy van eigen gewas hier te lande met meenigte, of van buiten in grooten overvloet ingevoert, die by gevolg in kleine Doosissen toegedient worden aan de zieken. De Toebereidingen zijn gemakkelijk en eenvoudig, om 't zy in poeder ingenoomen te worden, of gesneeden of gestooten om de kragten daar van in een vogt uit te trekken. De kleine moeite van 't eerste kunt gy aanmerken, en zult de koste van de vogt ras reekenen, waar in sy getrokken of opgelost worden. Deeze zyn fontein water; enkele gedistelleerde waateren; verscheide zoorten van wijnen, de geest van Wijn, of, die meest gebruikt wort, van Zyroop, of Mout. Als gy den prijs kent van de Medicijnen, die 'er in koomen, hebt gy 'er maar by te voegen de waarde van 't fontein waater, wijn, enz. en t'overweegen, 't geen 'er verder by gedaan wort, 't verlies van tijt, de kosten van uw vier, en 't gebruik uwer vaaten. Ten tweede zullen wy aanmerken de Toe- | |
[pagina 151]
| |
bereidingen, gëordineert zeedert veele jaaren om gemaakt en bewaart te worden in den winkel volgens 't oopenbaare Voorschrift-boek, en die vergelijken met de laatste groote vorderingen in de wijze van die toe te maaken, 't zy weegens den aart en kragten der enkele Meedicijnen om gemengt te worden; of de reede van de manier om die te bereiden; of eenige onderstelde quaade hoedaanigheeden te verbeeteren; of 'er nutter hoedanigheeden uit te trekken; of die langer goet te bewaaren; of aangenaamer te maaken, om gemakkelyker van den Pacient ingenoomen te worden. 't Meeste getal van dien grooten hoop schriften is al zeedert langen tijt verworpen en naagelaaten, en afgekeurt geweest, omdat se niet meer wierden gebruikt. Ten derden zullen wy u de verdere Komposicie of menging van de verscheidene toebereidinge in Koeldranken, Boolussen, Poeders, Aftrekzels en Afziedzels duidelijk verhandelen, zoo van de algemeene en gebruikelyke praktijk alhier, als van de voornaamste Geneesheeren van Europe. 't Gebruik van beide in de voornaamste ziektes zullen wy u verhandelen, gelijk ook den prijs, waar voor se nu in d'Apotheeken te koop zijn. Gy zult dan oovertuigt wor- | |
[pagina 152]
| |
den, en oovergaan in ons gevoelen van de goet koop der Souvereinste geneesmiddelen, en besluiten, dat, wanneer gy door uwen Geneesheer verzeekert zijt, dat s'eige zijn in uw geval, gy weegens 't voordeel van deezen raat en dit gebruik, door geen ander opzigt afgeschrikt zult worden. Gy kunt se vinden geschikt in de natuurlijke orde van hunne gevoelige hoedaanigheeden door onzen Engelschen Dioscorides, en den zeer geleerden Heer Jan Floyer. De gebruikelijkste in de heedendaagsche praktijk kunnen uwe zinlijkheit te deezer plaatze voldoen, en gy kunt tot uw grooter vermaak en onderhout, aan deezen toetsteen d'andere beproeven. D'enkele Medicijnen, die u van verre met hun geurige en prikkelende reuk aandoen, zullen zig uw eerste agting en aanmerkinge aanprijzen. |
|