Verantwoording
De brievencollectie van het Nederlands Theater Instituut bevat brieven van en aan toneelspelers en toneelspeelsters, schrijvers, dramaturgen, journalisten, schouwburgdirecties, regisseurs, cassières, suppoosten èn natuurlijk bewonderaars, vrienden, kennissen en kwaadsprekers.
De totale omvang van de collectie bedraagt ± 24500 brieven.
De toneelspeelster Fie Carelsen heeft op 21 maart 1973 (zij is overleden op 21 juli 1975) behalve haar fotoalbums, haar zelfgeschreven recensies over de toneelstukken die zij gezien heeft, plakboeken en knipsels, óók haar correspondentie geschonken aan het Nederlands Theater Instituut. In een bijbehorend schrijven verklaart zij onder andere: ‘Mocht ooit publicatie worden overwogen, dan dient ook hierbij altijd voorop te staan, dat noch afzender noch geadresseerde hierdoor gekwetst zou kunnen worden’. Uit deze zinsnede en soms ook uit haar correspondentie blijkt dat zij publicatie in overweging heeft genomen.
Door de brieven van Jean-Louis Pisuisse openbaar te maken, wilde zij haar rol in deze liefdesverhouding laten zien.
De brieven van Jean-Louis Pisuisse aan Fie Carelsen gedurende de periode winter 1908 tot en met mei 1922 zijn zorgvuldig bewaard en liggen nu in druk compleet voor u.
De publicatie hiervan is een hommage aan Jean-Louis Pisuisse. Hij blijkt een man te zijn met vele talenten, een hard werkend kunstenaar, een warm, persoonlijk, hartstochtelijk mens. Zijn brieven geven een beeld van het leven in die tijd: de moeilijkheden en successen bij het cabaret en bij het toneel. Zij geven een stukje geschiedenis van het land, van de 1e wereldoorlog (1914-1918) en van het Nederlands-Indië in die tijd.
Bovenal geven deze brieven inzicht in de persoonlijkheid van deze twee mensen en hun grote liefde voor elkaar.
Het kan voorkomen dat sommige situaties, beweringen en uitspraken anders blijken te zijn dan tot nu toe bekend waren. Jean-Louis Pisuisse geeft natuurlijk zijn eigen subjectieve beleving in zijn brieven weer, maar toch blijkt dan, na onderzoek, de brief één van de betrouwbaarste bronnen te zijn.