Geschiedenis van België. Deel 6
(1930)–Henri Pirenne– Auteursrecht onbekendDe Fransche verovering. Het Consulaat en het Keizerrijk. Het Koninkrijk der Nederlanden. De Belgische omwenteling
Henri Pirenne, Geschiedenis van België. Deel 6. De Fransche verovering. Het Consulaat en het Keizerrijk. Het Koninkrijk der Nederlanden. De Belgische omwenteling. Samenwerkende Volksdrukkerij, Gent 1930
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Centrale Bibliotheek Amsterdam, signatuur: eu belg 941 pire (dl. 6)
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Geschiedenis van België. Deel 6. De Fransche verovering. Het Consulaat en het Keizerrijk. Het Koninkrijk der Nederlanden. De Belgische omwenteling van Henri Pirenne uit 1930. Het werk is vertaald door Richard Delbecq. Het gehele werk bestaat uit 7 delen.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, IV, VIII, 2, 124, 126, 222, 224, 372, 412 en 482) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
GESCHIEDENIS VAN BELGIË
De Fransche verovering
Het Consulaat en het Keizerrijk
Het Koninkrijk der Nederlanden
De Belgische Omwenteling
[pagina III]
GESCHIEDENIS van BELGIË
door H. PIRENNE
Hoogleeraar aan de Hoogeschool van Gent
VI
De Fransche verovering
Het Consulaat en het Keizerrijk
Het Koninkrijk der Nederlanden
De Belgische Omwenteling
VERTAALD door Richard DELBECQ
GENT
SAMENWERKENDE VOLKSDRUKKERIJ, HOOGPOORT, 27
1930
[pagina 483]
INHOUD
Voorrede | blz. V. |
EERSTE BOEK
de fransche verovering
Inleiding.
Overzicht over de Fransch Revolutie tot aan het Keizerrijk, 3-14.
HOOFDSTUK I
Jemappes
I. | - | De Revolutie zet tegenover België de expansie-politiek der monarchie voort, 15. - Misnoegdheid der Belgen tegen Oostenrijk in 1792, 16. - Beweging der Belgische vluchtelingen in Frankrijk, 17. - Het revolutionair Comiteit der vereenigde Belgen en Luikenaars, 18. - Eerste krijgsverrichtingen, 20. - Dumouriez, 21. - De slag van Jemappes, 22. - Geestdrift der Belgen, 23. |
II. | - | Dumouriez' ontwerp omtrent België, 25. - Hij is verplicht op de Vonckisten te steunen, 26. - Ongerustheid der katholieken, 28. - De Luiksche Jacobijnen, 29. - De voorloopige besturen en de clubs, 30. - Verzet der behoudsgezinden, 32. - Dreigende inlijving van België, 34. |
III. | - | Het decreet van 15 December 1792, 35. - Dumouriez is tegen het decreet gekant, 37. - Protest der Belgen, 38. - De Commissarissen der Conventie in België, 39. - Algemeene misnoegdheid, 41. - De stemmingen tot vereeniging bij Frankrijk, 42. |
IV. | - | De bezetting van België noopt Engeland tot den oorlog, 45. - Aanvullende terugkeer der Oostenrijkers, 43. - De slag van Neerwinden en Dumouriez' verraad, 47. |
V. | - | De Oostenrijksche restauratie, 49. - Vijandschap welke zij verwekt, 50 - De Staten komen opnieuw te voorschijn, 51. - Frans II te Brussel, 52. |
[pagina 484]
HOOFDSTUK II
Fleurus
I. | - | Slechte verstandhouding der bondgenooten, 54. - De veldtocht van 1793, 56. - Carnot en de veldtocht van 1794. De slag van Fleurus, 57. - Verovering van België, 57. |
II. | - | Uitbuiting des lands, 59. - De vertegenwoordigers, 61. - Eerste stadi der bezetting, 62. - België aan plundering overgeleverd, 64. - Algemeene nood, 66. - Verzachtingder bezetting, 67. - Ontreddering der openbare meening, 69. - De Conventie vereenigt België bij Frankrijk, 73. |
HOOFDSTUK III
De Aansluiting
I. | - | Verdwijning van 's lands zelfstandigheid, 75. - Het eenig mogelijk regime is inlijving, 77. - Dezer internationale gevolgen, 77. |
II. | - | Versmelting van het land van Luik met België, 78. - Verdeeling van het land in departementen, 79. |
III. | - | Ontreddering van het land bij de inlijving, 83. - De aanhangers van Oostenrijk, 85. - Onrust en ontevredenheid vooral bij de katholieken, 87. - Portiez de l'Oise en Pérès de la Haute-Garonne, 89. - Het bestuur van Bouteville, 90. - Invoering der Fransche wetgeving, 92. - Maatregelen jegens de geestelijkheid, 94. - Verfransching van het bestuur, 97. - Bepaalde verdwijning van het Oude Stelsel, 98. |
IV. | - | De verkiezingen van 1797, 98. - Zegepraal der behoudsgezinden, 102. - Behoudsgezinde reactie, 103. - Gevolgen van 18 Fructidor in België, 105. - Vervolging der geestelijkheid, 106. - Anti-godsdienstige kwellerijen, 108. - De wegvoeringen van priesters, de theophilantropie, de tekoopstelling van de goederen der Kerk, 109. - Ontmoediging der openbare meening, 111. |
V. | - | Kuiperijen der geëmigreerden, 112. - De loting, 114. - De boerenkrijg, 115. - Zijn beteugeling, 117. - Vergelijking van den boerenkrijg met de opstanden in Vendée en in Tyrol, 118. - Toenemende strengheid tegenover de geestelijkheid, 119. - De bondgenooten en België, 121. - Aangroei der ontevredenheid, 121. |
[pagina 485]
TWEEDE BOEK
het consulaat en het keizerrijk
HOOFDSTUK I
Het Nieuwe Stelsel
Inleiding, 126.
I. | - | De staatsgreep van 18 Brumaire, 128. - De grondwet van het jaar VIII, 130. - Gunstig onthaal van het nieuw stelsel door het land, 132. - De prefectorale inrichting, 134. - Het plaatselijk bestuur, 136. - Godsdienstige bevrediging, 140. |
II. | - | Bonaparte's reis in België, 142. - De Belgen Fransche burgers geworden, 140. - De steunpilaren van het nieuw stelsel, 146. - Bedrijvigheid en regelmatigheid van het bestuurswezen, 147. - Stelselmatige verfransching van het land, 148. - Terugkeer der welvaart, 150. - Houding der bevolking bij de ontscheping in Walcheren, 151. - Napoleon in België, in 1810, 152. |
HOOFDSTUK II
De economische toestand
I. | - | Welvaart van het land op het einde der XVIIIe eeuw, 153. - De nieuwe rijken treden tot de Revolutie toe, 157. - Hun teleurstelling na Jemappes, 159. - De crisis van 1794 tot 1798, 160. - Gevolgen der economische vrijheid, 162. - De verkoop der nationale goederen, 164. - Hij bevoordeelt vooral de bezittende klasse, 166. - Aanvang der economische wedergeboorte, 168. - Aangroei der bevolking, 170. - De rol van den Staat in economische zaken, 172. - De werken der haven Antwerpen, 173. |
II. | - | De landbouwende standen, 174. - Weinig verandering in hun toestand, 175. - De textielnijverheid, 176. - De invoering der machines, 178. - De katoenspinnerij, 178. - Het mijnwezen, 179. - Arbeid en kapitaal, 181. - De verhouding der arbeiders, 184. - De vrije mededinging, 185. |
HOOFDSTUK III
De verstandelijke en zedelijke toestand
I. | - | De onder Maria-Theresi a beproefde hervorming van het onderwijs, 188 - De Fransche inlijving schatt de godsdienstige colleges en de Theresiaansche collges af; ontred- |
[pagina 486]
dering van het onderwijs, 189. - De wet van 3 Brumaire jaar IV; haar mislukking, 190. - De centrale scholen, 191. - De lyceums, 192. - Onvoldoendheid van het hooger onderwijs, 194. - Treurige toestand van het volksonderwijs, 195. | ||
II. | - | Verfransching op taalgebied, 195. - Het bestuur en de Vlaamsche taal, 196. - De aantrekking van Parijs, 199. - De drukpers, 201. - Het verstandelijk despotisme, 202. |
HOOFDSTUK
Het einde van het stelsel
I. | - | De Belgische geestelijkheid onder het Concordaat, 203. - De nieuwe bisschoppen, 204. - Eerste wrijvingen tusschen de geestelijkheid en den Staat, 206 - Verscherping van het conflict sedert 1809, 207. - Houding van de bisschoppen van Gent en van Doornijk en dezer gevolgen, 208. |
II. | - | De beweging der geestelijkheid en de openbare meening, 209. - De continentale blokkade, 210. - Nieuwe economische crisis, 211. - De loting, 212. - Verergering van het politiestelsel, 213. - De zaak Werbroeck, 214. |
III. | - | Toenemende en algemeene afkeer voor de regeering, 216. - Gevolgen van de omwenteling in Holland en van de nadering der bondgenooten op de openbare meening, - De krijgsverrichtingen in 1816, 219. - Het einde van het stelsel, 220. |
DERDE BOEK
het koninkrijk der nederlanden
HOOFDSTUK I
De nieuwe ‘barrière’
I. | - | De Belgen en de bondgenooten in 1814, 225. - Ontreddering en onzekerheid der openbare meening, 226. - Onmogelijkheid eener nationale beweging, 227. - Bezetting en regeering van het land door de geallieerden, 229. - Zij laten de Napoleontische inrichting bestaan, 230. - Hun toegevingen aan de geestelijkheid, 231. - Uitbuiting en ontevredenheid van het land, 232. - Wenschen ten gunste eener nationale restauratie onder het huis van Oostenrijk, 233. - Mislukking van de stappen bij Frans II, 234. - Onrust der openbare meening, 235. - De baron Vincent, 236. |
[pagina 487]
II. | - | Ontwerpen der bondgenooten omtrent België, 237. - De plannen van het kabinet van Londen, 238. - Oorsprong van de Belgisch-Hollandsche vereeniging, 239. - Aanbiedingen van Engeland aan Willem van Oranje, 240. - Kuiperijen van Willem in België, 241. - De verdragen van Chaumont en de acht artikelen, 242. - Willem landvoogd van België, 243. - Hij richt er een leger in, 244. - Zijn houding jegens de geestelijkheid, 244. - Oprichting van het koninkrijk der Nederlanden, 245. - Willem neemt den titel van koning, 247. - Zijn verwachtingen gedurende de honderd dagen, 248. - Onverschilligheid der Belgen voor den terugkeer van Napoleon, 249. - Bepaalde oprichting van het koninkrijk der Nederlanden, 250. - Het maakt de ‘barrière’ van Europa, tegen Frankrijk uit, 250. |
HOOFDSTUK II
De versmelting
I. | - | Onvereenigbaarheid van Belgen en Hollanders, 253. - De versmelting wordt hun door de Mogendheden opgelegd, 254. - Ongenegenheid- der Belgen voor die versmelting, 255. - Waarborgen te hunnen voordeele uitgevaardigd, 256. |
II. | - | De Hollandsche grondwet, 258. - Haar herziening met het oog op de versmelting van Belgen en Hollanders, 260. - Oneenigheid in den schoot der Commissie tot herziening, 261. - De herziene Grondwet, 262. - Haar absolutistisch en censitair karakter, 263. |
III. | - | Beweging tegen de Grondwet, 265. - Zij wordt door de notabelen verworpen, 267. - Haar afkondiging door den koning, 268. |
IV. | - | Koning Willem, 269. |
HOOFDSTUK III
Inrichting van het stelsel
I. | - | Inhuldiging van Willem te Brussel, 277. - Onhandig begin zijner regeering, 278. - Vijandigheid der geestelijkheid, 279. - Economische crisis, 280. - Monarchaal karakter van den Staat, 281. - De Staten-Generaal onder de koninklijke macht, 282. - Vrijzinnige houding des konings, 283. - Overwicht der Hollanders in den Staat, 284. - Napoleontisch karakter van den Staat, 285. - De Bonapartistische anti-clericalen steunen de regeering, 286. - Fransche geëmigreerde en Belgische liberalen, 288. - De koning en de geëmigreerden, 289. - De vrijmetselarij, 290. - De koning tegenover liberalen en katholieken, 291. |
[pagina 488]
II. | - | Conflict tusschen den koning en de bisschoppen. Het doctrinaal vonnis. Mgr. de Broglie, 292. - Huoding van Rome, 294. - Mgr. de Méan en de eedaflegging, 295. - Veroordeeling van Mgr. de Broglie, 296. - Het stelsel der drukpers, 297. - Anti-Fransche politiek des konings, 299. - Nationalisatie in bestuurszaken, 300. - Hervorming van het onderwijs, 301. - Stichting der universiteiten, 303. - De atheneums en de lagere scholen, 305. - De Academie van België, 305. - Oplegging der landstaal, 306. - Onbemindheid van het stelsel, 307. |
III. | - | Goede uitslagen der koninklijke politiek, 309. - Economische wedergeboorte, 311. - Verbetering van den toestand der gemoederen, 312. - Misnoegdheid der geestelijkheid, 313. - De geestelijkheid onder den Franschen invloed, 313. - De edicten van Juni, 318. - Het philosophisch college, 318. - Beweging der katholieken, 321. - Het Concordaat, 322. - Breuk tusschen de katholieken en den koning, 323. |
HOOFDSTUK IV
De partijen en de regeering
I. | - | Onmogelijkheid der Belgisch-Hollandsche vermenging, 325. - Begoocheling des konings, 327. - Nieuwe richting van het liberalisme, 328. - Louis de Potter, 330. - De jongeliberalen, 331. - Invloed van de Lamenais op de katholieken, 332. - Verbond van katholieken en liberalen, 334. |
II. | - | De partijen en de koning, 335. - De parlementaire oppositie, 335. - De oppositie buiten het parlement, 337. - Het petitionnement, 338. - Proces van de Potter, 339. - Houding des konings, 340. - Zijn onvoorzichtigheid, 342. - De brief van Démophile, 345. - Tweede proces van de Potter, 346. |
HOOFDSTUK V
België van 1815 tot 1830
I. | - | Voordeelen voor België uit zijn vereeniging met Holland, 347. - Economische wedergeboorte, 348. - Het proletariaat, 349. - De industrieelen, 350. - Openbare werken, 353. - Algemeene maatschappij, 355. - Voorspoed der nijverheid, 356. - De landbouw en de koophandel, 357. - Vermeerder bevolking, 358. |
II. | - | Mislukking der regeering op verstandelijk gebied, 359. - Voortduring van den Franschen invloed, 361. - De Fransche taal en letterkunde, 363. - De wetenschappelijke beweging, 364. - Gemis aan Hollandschen invloed, 365. - De Vlaamsche taal en letterkunde, 366. - De drukpers, 369. |
[pagina 489]
VIERDE BOEK
de omwenteling
HOOFDSTUK I
De scheiding
I. | - | De eendracht der partijen onvereenigbaar met het bestaan van den Staat, 337. - De parlementairen zijn niet meester over de politieke beweging, 375. - Algemeene gisting der gemoederen, 376. - De koning tegenover de oppositie, 377. - Dreigend gevaar voor omwenteling, 378. |
II. | - | Invloed van de Juli-revolutie, 379. - Ontreddering der regeering, 380. - Houding der Franschgezinden, 381. - Fransche kuiperijen, 382. - De Muette de Portici, 383. - Brussel in de macht der opstandelingen, 384. - Oproer in het grootste deel des lands, 388. - De veiligheidscommissiën, 389. - De toestand in Vlaanderen, 390. - Deputatie bij den koning, 391. - Onmogelijkheid van een overeenstemming, 392. - De prins van Oranje vóór Brussel, 393. - Zijn intrede in de stad, 394. - Zijn pogingen tot het herstel der wettelijkheid, 395. - Ontwerp van bestuurlijke scheiding tusschen België en Holland, 396. - De prins treedt tot dezelve toe, 397. - Zijn vertrek, 398. |
III. | - | Het land schaart zich rondom Brussel, 398. - Beroep tot den koning van Pruisen, 399. - Vertrouwen der Belgen in Frankrijk, 400. - De gematigden tegenover de geweldigen, 401. - De veiligheidscommissie van Brussel, 403. - De liberalen en Frankrijk, 404. - Democratische en revolutionaire strekkingen, 403. - De Staten-Generalen besluiten tot de scheiding van de beide deelen des koninkrijks, 407. - Democratische opstanden te Brussel, 408. - De anarchie, 409. |
HOOFDSTUK II
De September-dagen
I. | - | Prins Frederik vóór Brussel, 413. - De verdedigers der stad, 414. - Mislukking der Hollandsche aanvallen, 416. - De bestuurlijke commissie: Charles Regier, 419. - Het Voorloopig bewind, 419. - Aftocht van Frederik, 421. - Oorzaken zijner mislukking, 422. |
II. | - | Toestand van het Voorloopig Bewind, 423. - Het doet beroep tot de Potter, 424. - Vorderingen der omwenteling, 425. - Versterkingen uit Frankrijk, 427. - Het revolutionair leger, 427. - Bedrijvigheid van het Voorloopig Bewind, |
[pagina 490]
428. - Houding van Lodewijk-Philips, 429. - De Hollanders teruggeworpen op Antwerpen, 431. - De prins van Oranje te Antwerpen, 432. - Mislukking van zijn pogingen tot het verwezenlijken der scheiding, 433. - Hij erkent de Belgische nationaliteit, 433. - Inneming van Antwerpen, 435. - Het bombardement, 436. - Wapenstilstand, 437. | ||
III. | - | Tusschenkomst der Mogendheden, 437. - Frankrijk en Engeland, 439. - De Conferentie van Londen, 44O. - Wapenschorsing tusschen België en Holland, 441. |
HOOFDSTUK III
Het Voorloopig Bewind en het Nationaal Congres
I. | - | Aanzien van het Voorloopig Bewind, 443. - Zijn eerstemaatregelen, 445. - Inrichting des lands, 445. - Gevaren van den toestand, 447. - Verkondiging der vrijheden, 448. |
II. | - | Karakter van het Nationaal Congres, 449. - Houding van de Potter tegenover het Congres, 449. - Het Voorloopig Bewind en de democratie, 451. - Verkiezing van het Congres, zijn samenstelling, 452. - Opening van het Congres, 454. - Ontslag van de Potter, 454. |
III. | - | De Belgische Grondwet, 455. - Haar republikeinsch en democratisch karakter, 456. - Haar vrijzinnig karakter, 457. - De grondwettelijke monarchie, 461. - Het Parlement, 462. - Rol der uitvoerende macht. - Het bestuur, 463. - De Belgische grondwet en haar invloed, 465. |
IV. | - | De Conferentie van Londen en België, 466. - Verkondiging van 's lands onafhankelijkheid door het Congres 467. Uitsluiting van het huis van Oranje-Nassau, 469. - De Conferentie erkent België's onafhankelijkheid, 469. |
Alphabetisch register, 472.