halen en hij reed naar huis. Maar Fransje kon haar rolschaatsen niet meer vinden. Ze zocht en vroeg aan iedereen van wie ze dacht dat ze haar rolschaatsen gezien kon hebben. Maar ze vond ze niet.
Toen de jongen thuis kwam vertelde hij alles aan zijn ouders. Hij kreeg een flinke pak slaag van zijn vader. Zijn moeder zei: ‘Zo dadelijk gaan we naar Fransje en jij gaat het weer goed maken met haar.’
Hij zei: ‘Maar mama, ik ga niet gaan. Ze heeft me onverwachts een klap gegeven. Maar omdat die agenten er bij stonden heb ik haar niet terug geslagen. Ik krijg haar wel.’
Moeder zei: ‘Hoe kan je zoiets uithalen. Jij mag toch een meisje niet slaan!’
Hij zei: ‘Maar ze heeft eerst geslagen en ze vecht net als een jongen, ze is sterk genoeg om stompen te inkasseren.’
Moeder zei: ‘Ik wil niets meer horen. Trek je patas aan en kom mee.’ Hij wilde niet gaan maar omdat moeder aandrong ging hij toch mee.
Fransje was net thuis toen er geklopt werd. Ze deed open en toen ze die jongen met zijn moeder zag, stond ze heel versteld. De vrouw zei: ‘Goedendag. Is je moeder thuis?’
Fransje zei: ‘Ja, mevrouw.’ Maar voordat ze haar moeder kon roepen was deze al bij de deur.
Ze vroeg: ‘Wat is er gebeurd?’
De moeder van die jongen zei: ‘Dag mevrouw. Ik heb mijn zoon gebracht om het weer goed te maken met uw dochter. Want ze hebben gevochten op straat. En ik vind het niet leuk dat hij met meisjes vecht.’
Moeder zei: ‘Wel, ik vind het ook niet leuk dat mijn dochter met zo'n aardige jongen heeft gevochten.’
Fransje die naast haar moeder stond, kookte van woede toen ze hoorde wat moeder zei. Toen zei de