Onder den hiel(1920)–Filip de Pillecyn, Jozef Simons– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Misereris super turbam Uw naam is omstraald van latijnsche glorie, Geloofd en geliefd door de grooten der aard, Uw deel hebt ge ruim in den roem der victorie Van hen die den rooflust verlegden van haard. Doch tellen we de uitslag niet: 't doel was edel; Gij streedt met uw woord zooals wij met 't geweer Voor vrijheid en land tegenover 't gebedel, 't Gevlei en 't geweld van het Pruisische heer. De Duitscher is door en zijn juk aan spaandren Doch vaster dan ooit snoert de franschelaarsbent De koord om den hals van het wankele Vlaandren, Nu helpe wie macht heeft en edelmoed kent! Wij zagen naar U op omdat gij prachtig Voor 't recht van den Belgischen Staat hebt gestaan; Wat deert U en dat gij niet even krachtig Voor 't recht van den Vlaming de bres op zoudt gaan? Of moet men den nood van een volk meevoelen En mist gij als Waal de stem van het bloed? Toch rest U uw wijsheid... laat rasdrift bekoelen, En vraag aan een Vlaming wat recht is, wat moet.! Vorige Volgende