Logo DBNL
Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen) (2011)

Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)

(2011)–Willem Pijper–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Literatuurlijst

Het teken (*) achter een publicatie of tijdschrift betekent dat Pijper er melding van heeft gemaakt in de literatuurlijst aan het eind van zijn artikel ‘Van Debussy tot heden’ (zie HPG 2, 832-833).

 

•Achtélik, Josef, Der Naturklang als Wurzel aller Harmonien. Leipzig, 1922.
•Adler, Guido, Handbuch der Musikgeschichte. Berlijn, 1930. (*)
•Alheim, Pierre d', Moussorgsky. Parijs, 1896/19063.
•Ambros, August Wilhelm, Geschichte der Musik. Breslau 1862-1882.
Annalen van de operagezelschappen in Nederland 1886-1995. Theater Instituut Nederland. Amsterdam, 1996.
•Arbeau, Thoinot, Orchésographie et traicté en forme de dialogue par lequel toutes personnes peuvent facilement apprendre et pratiquer l'honneste exercice des dances. Lengres, 1589.
•Arnim, Bettina von, Werke I, Goethes Briefwechsel mit einem Kinde. Berlijn/Weimar, 1986.
•Arntzenius, L.M.G., Amerikaansche kunstindrukken. Amsterdam, z.j. (1927)
Atanasijevic, Ana, Bernard Zweers en zijn derde symfonie (doctoraalscriptie). Utrecht, 1988.
•Der Auftakt, jrg. 1920-1926. (*)
•Averkamp, Anton, Levensbericht van Daniel de Lange. Leiden, 1918.
Bach-Dokumente, Band II, Fremdschriftliche und gedruckte Dokumente 1685-1750. Leipzig, 1969.
•Badings, H., De hedendaagsche Nederlandsche muziek. Den Haag, z.j. (1936).
Bastet, Frédéric, Helse liefde. Amsterdam, 1997.
•Baudelaire, Charles, Oeuvres posthumes (o.a. Fusées). Parijs, 1887.
•Beets, Nicolaas, Camera obscura. Wageningen, 1839.
•Bekker, Paul, Beethoven. Berlijn, 1911.
•Bekker, Paul, Die Sinfonien Gustav Mahlers. Berlijn, 1921.
•Bekker, Paul, ‘Franz Schreker: Der Schatzgräber’. Musikblätter des Anbruch, februari 1920.
•Berckenhoff, H.L., Kunstwerken en kunstenaars. Amsterdam, 1915.
•Berg, Alban, ‘Pro domo’ in De Muziek, 1928 (speciale Wozzeck-aflevering) = Nederlandse vertaling van ‘A word about Wozzeck’, verschenen in Modern Music 5 (1927), 22 ff.
•Berg, Alban e.a., Arnold Schönberg. Mit Beiträgen von Alban Berg, Paris von Gütersloh, K. Horwitz, Heinrich Jalowetz, W. Kandinsky, Paul Königer, Karl Linke, Robert Neumann, Erwin Stein, Ant. v. Webern, Egon Wellesz. München, 1912.
•Bergson, Henri, Le Rire; essai sur la Signification du Comique. Parijs, 1901.
•Bergson, Henri, Essai sur les données immédiates de la conscience. Parijs, 1889.
•Berlioz, Hector, Les grotesques de la musique. Parijs, 1859/1969.
•Berlioz, Hector, À travers chants, études musicales, adorations, boutades et critiques. Parijs, 1862/1971.
•Berlioz, Hector, Grand traité d'instrumentation et d'orchestration modernes. Parijs, 1843.
•Berlioz, Hector, Lettres intimes. Parijs, 1882.
Berlioz, Hector, Correspondance générale, deel I (ed. Pierre Citron). Parijs, 1972.
Berlioz, Hector, Critique musicale 1823-1863 (edd. H. Robert Cohen & Yves Gérard). Parijs, 1996.
Berlioz, Hector, Mijn leven, deel I (1803-1934) en deel II (1834-1865). Amsterdam, 1987.
•Bernet Kempers, dr. K.Ph., Muziekgeschiedenis. Rotterdam, 1932.
•Bernet Kempers, dr. K.Ph., Jacobus Clemens non Papa und seine Motetten. Augsburg, 1928.
•Bernet Kempers, dr. K.Ph., Meesters der muziek. Rotterdam, 1939.
Bierbaum, Otto Julius, Deutsche Chansons (Brettl-Lieder) von Bierbaum, Dehmel, Falke, Finckh, Heymel, Holz, Liliencorn, Schröder, Wedekind, Wolzogen. Leipzig, 1919.
•Bolland, G.J.P.J., Het Nederlandsch als taal voor hoogere aangelegenheden des geestes. Brussel, 1912.
•Bolland, G.J.P.J., De teekenen des tijds. Leiden, 1921.
•Bolland, G.J.P.J., De achtergrond van de vlammende ster: aanteekeningen uit vier academische lessen, den 7en, 14en, 28en April en den 12den Mei 1921 te Amsterdam gegeven: tot nadere verklaring en aanvulling van zijne Toegift voor vrijmetselaren (uitgewerkt door P.C.E. Meerum Terwogt). Leiden, 1923.
•Boschot, Adolphe, L'histoire d'un romantique, Hector Berlioz, Volume I, La jeunesse d'un Romantique. Parijs, 1906.
•Boschot, Adolphe, L'histoire d'un romantique, Hector Berlioz, Volume II, Un Romantique sous Louis-Philippe. Parijs, 1908.
•Boschot, Adolphe, L'histoire d'un romantique, Hector Berlioz, Volume III, Le crépuscule d'un Romantique. Parijs, 1912.
Bossan, G.S. de, Nederlandsche zangeressen. Amsterdam, z.j. (1941).
Bottenheim, mr. S.A.M., Prisma encyclopedie der muziek. Utrecht/Antwerpen, 19573.
•Braak, Menno ter, Het carnaval der burgers. Arnhem, 1930.
Braas, Ton, Door het geweld van zijn verlangen; een biografie van Matthijs Vermeulen. Amsterdam, 1997.
•Brandenburg, Hans, Der moderne Tanz. München, 1913/19172.
•Brandts Buys, J.S., recensies in het Utrechtsch Dagblad, 1911-1919.
•Brandts Buys, J. S., ‘Over het onderzoek der Javaansche en daarmede verwante muziek’. Koloniale Studiën, 1920.
•Brandts Buys, J.S., ‘De ontwikkelingsmogelijkheden der muziek op Java; prae-advies voor het congres van het Java-Instituut, te houden te Bandoeng, 17-19 juni 1921’. Djawa, 1921, bundel II.
•Brandts Buys, J.S., ‘Oude klanken’. Djawa 5 (1925), afl. 1.
•Brandts Buys, J.S., ‘Over Muziek in het Banjoewangische’. Djawa 6 (1926), afl. 4-6.
•Brandts Buys, J.S., ‘De Toonkunst bij de Madoereezen’. Djawa 8 (1928), afl. 3-6.
•Busoni, Ferruccio e.a., Bach: Klavierwerke; neue Ausgabe von Ferruccio Busoni, Egon Petri und Bruno Mugellini. Das Wohltemperierte Klavier; erster Teil. Leipzig, 1897.
•Busoni, Ferruccio, Entwurf einer neuen Ästhetik der Tonkunst. Leipzig, 1907/19162.
•Caecilia en Het Muziekcollege. Algemeen onafhankelijk toonkunstblad voor Groot Nederland.
•Calvocoressi, M., Moussorgski. Parijs, 1911.
Casals, Pablo & A.E. Kahn, Joys and Sorrows. Reflections by Pablo Casals, as told to Albert E. Kahn. New York 1970.
•Catalani, Angelo, ‘Delle opere di Alessandro Stradella esistenti nell'Archivio Musicale della Biblioteca Palatina di Modena’. Atti e Memorie dell'Accademia di Modena, 1866.
•Chalupt, René, ‘Arthur Honegger’. La Revue Musicale, januari 1922.
•Charivarius, bijdragen aan De Groene Amsterdammer, in het bijzonder tegen taalverbastering.
•Chester Miniature Essays gewijd aan Granville Bantock, Holst, Bax, Holbrooke, Ireland, Goossens, Berners. Londen, vanaf 1921. (*)
•The Chesterian, jrg. 1920-1928. (*)
•Cobbett's cyclopedic survey of Chamber Music, 2 dln. Oxford, 1929-1930. (*)
•Cocteau, Jean, Le cocq et l'arlequin; notes autour de la musique. Parijs, 1918/1979.
•Coers, F.R., Liederboek van Groot-Nederland, 4 dln. Utrecht, 1896-1902.
•Combarieu, Jules, Histoire de la musique. Parijs, 1913 (19232).
Concertgebouw Kamermuziek 40 jaar, gedenkboek 1920-1960. Amsterdam, 1960.
•Concertgebouw-programma's.
Cooper, dr. Barry, Het Beethoven-compendium. Baarn, 1993.
Corbet, dr. A. & Wouter Paap, Algemene muziekencyclopedie, aanvullend deel. Gent/Leuven, 1972.
Coret, Alexander, Melodieën en muzikanten; cavalcade van de lichte muziek. Zeist, 1965.
•Couperus, Louis, Van en over mijzelf en anderen (vier bundels). Amsterdam, 1910, 1914, 1916 en 1917.
•Debussy, Claude, Monsieur Croche antidilettante. Parijs, Dorbon, 1921. (*)
Debussy, Claude, Monsieur Croche et autres écrits. Parijs, 1971.
Debussy, Claude, Correspondance 1884-1918 (ed. François Lesure). Parijs, 1993.
Decsey, Ernst, Bruckner: Versuch eines Lebens. Berlijn, 1919.
Dèr Mouw, J.A. (Adwaita), Volledig dichtwerk. Amsterdam, 1986.
•Deyssel, Lodewijk van, Verzamelde opstellen. Amsterdam, 1894.
•Deyssel, Lodewijk van, ‘Persoonlijke herinneringen’. De Nieuwe Gids, juni 1921.
•Diepenbrock, Alphons, Ommegangen. Amsterdam, z.j. (1922)
Diepenbrock, Alphons, Verzamelde geschriften; bijeengebracht en toegelicht door Eduard Reeser. Utrecht/Brussel, 1950.
Diepenbrock, Alphons, Brieven en Documenten, 10 dln. Utrecht, 1962-1998.
Diepenbrock, Florian, Eensgezinde tweedracht, organisatievorming van Nederlandse musici in de tweede Gouden Eeuw, 1890-1920. Amsterdam, 2007.
Dijk, Arthur van & Mieke Vestdijk, Merlijn; het ontstaan van een opera in brieven en documenten. Amsterdam, 1992.
Dijk, Hans van, Jan van Gilse, strijder en idealist. Proefschrift, 1979.
•Doesburg, Theo van, Wat is dada? Brochure van De Stijl, 1923.
•The Dominant, jrg. 1927-1929. (*)
•Dresden, Sem, Het muziekleven in Nederland sinds 1880. Amsterdam, 1923. (*)
•Dresden, Sem, ‘Tristan und Isolde’. De Telegraaf, 19 november 1926.
•Dresden, Sem, Algemeene muziekleer, naar den elfden druk van J. Worp - S. van Milligen geheel opnieuw bewerkt. Groningen/Den Haag/Batavia, 1932.
•Durand, Jacques, Souvenirs d'un éditeur de musique, 2 dln. Parijs, 1929-1930. (*)
•Eaglefield Hull, Arthur, A dictionary of modern music and musicians. Londen/Toronto/New York, 1924. (*)
•Eeden, Frederik van, De kleine Johannes. Amsterdam, 1887.
•Eeden, Frederik van, Studies, vijfde reeks. Amsterdam, 1908.
•Eeden, Frederik van, Ijsbrand, eene tragi-comedie. Amsterdam, 1908.
•Eeden, Frederik van, Het roode lampje, signifische gepeinzen. Amsterdam, 1921.
•Eeden, Frederik van, Wijzangen. Amsterdam, 1913.
•Einstein, Alfred e.a., Das neue Musiklexikon, nach dem Dictionary of modern music and musicians. Berlijn, 1926.
•Emmanuel, Maurice, Pelléas et Mélisande de Cl. Debussy. Parijs, z.j. (1926) (*)
Engelen, A J M van & Susanne Piët, Winfried, geschiedenis van een landgoed en zijn bewoners. Wapenveld, 2007.
•Ernst, Gustav, artikel in Caecilia en Het Muziekcollege, 1 november 1921.
•Ewen, David, Composers of today. New York, 19362. (*)
•Expert, Henry, Les maîtres musiciens de la renaissance française. Parijs, 1894-1908.
•E.E.G., ‘Mahler-Kult'. Bemerkungen eines Dirigenten’. Musikblätter des Anbruch, november 1922.
•Frenssen, Gustav, Jörn Uhl. Berlijn, 1901.
•Freud, Sigmund, Massenpsychologie und Ich-Analyse. Leipzig/Wenen/Zürich, 1921.
•Freud, Sigmund, Die Zukunft einer Illusion. Leipzig/Wenen/Zürich, 1927.
Geiringer, Karl, Johann Sebastian Bach. München, 1978.
•Gevaert, F.-A., Histoire et théorie de la musique de l'antiquité, 2 dln. Gent, 1875/1881.
•Gevaert, F.-A., Traité général d'instrumentation. Gent, 1863.
Gevers, Ine, Janus de Winter; de schilder mysticus. Amsterdam, 1985.
Gilse, Jan van, Mémoires 1917-1922. Bezorgd door dr. Hans van Dijk. Zutphen, 2003.
Gilse-Hooijer, Ada van, Pijper contra Van Gilse. Utrecht, z.j. (1963).
Giskes, Johan, ‘Le sacre, de basis van Stravinsky's Amsterdamse successen (1924, 1925)’. Preludium, april 2000.
Glastra van Loon, Otto, Onder de stenen lier. Amsterdam, 1969.
•Godet, Robert, ‘The true and the false Boris’. The Chesterian, 1922, nr. 23.
•Goethe, Johann Wolfgang von, Briefe aus der Schweiz.
Graafhuis, A. (eindredactie), Utrecht als Muziekcentrum, toelichting en catalogus bij de tentoonstelling ter gelegenheid van de opening van het Muziekcentrum Vredenburg te Utrecht op 26 januari 1979. Utrecht, 1979.
•Gray, Cecil, ‘Béla Bartók’. The Sackbut 1, november 1920.
•Gray, Cecil, A survey of contemporary music. Londen, 1924/19272.
Grove's dictionary of music and musicians, 9 dln. Londen, 19545.
Grove's dictionary of music and musicians, supplementary volume to the fifth edition. Londen, 1961.
The new Grove dictionary of music and musicians, 29 dln. Londen, 20012.
The new Grove dictionary of opera, 4 dln. Londen, 1992.
Hollfelder, Peter, Das grosse Handbuch der Klaviermusik. Hamburg, 1996.
•Hába, Alois, Neue Harmonielehre des diatonischen, chromatischen, viertel-, drittel-, sechstel- und zwölftel-Tonsystems. Leipzig, 1927. (*)
Haefeli, Anton, IGNM; Die Internationale Gesellschaft für Neue Musik; Ihre Geschichte von 1922 bis zum Gegenwart. Zürich, 1982.
•Hanslick, Eduard, Over het begrip van schoon in de muzijk. Voor Nederland bewerkt en geannoteerd door Daniel Kiehl. Den Haag, 1892.
•Hauer, Josef Matthias, Vom Melos zur Pauke. Wenen/New York, 1925. (*)
•Hauer, Josef Matthias, Zwölftontechnik; Die Lehre von den Tropen. Wenen, z.j. (1926) (*)
•Hindemith, Paul, Unterweisung im Tonsatz. Mainz, 1937. (*)
•Hirschberg, Leopold, Reitmotive, ein Kapitel vorwagnerischer Charakterisierungskunst; nebst Bemerkungen über das künstlerlische Verhältnis Richard Wagners zu Carl Loewe und Notation sämtlicher Reitmotive. Langensalza, 1911.
Historie en kroniek van het Concertgebouw en het Concertgebouworkest, 2 dln. Zutphen, 1989.
Hiu, Pay-Uun & Jolande van der Klis (edd.), Het HonderdComponistenBoek. Nederlandse muziek van Albicastro tot Zweers. Haarlem/Hilversum, 1997.
•Hoffmann, E.T.A., Kreisleriana; der Dichter und der Komponist. Leipzig, 1913.
•Hol, Joan C., ‘Over moderne muziek’. De Amsterdammer, 26 augustus 1922.
Hoogerwerf, Frank W., ‘Willem Pijper's Utrecht reviews, introduction and inventory’. Current Musicology, 25 (1978)
•Höweler, Caspar, Inleiding tot de muziekgeschiedenis. Amsterdam, 1929.
•Huizinga, dr. J., ‘Klank die wegsterft’. De Gids, januari 1928.
Hunningher, B., Een eeuw Nederlands toneel. Amsterdam, 1949.
•Hutschenruyter, Wouter, Erédéric Chopin. Den Haag, 1926.
•Hutschenruyter, Wouter, Gustav Mahler. Den Haag 1927.
Hutschenruyter, Wouter, Consonanten en dissonanten; mijn herinneringen. Den Haag, 1930.
•d'Indy, Vincent, César Franck. Parijs, 1906.
•d'Indy, Vincent, Cours de composition musicale. Parijs, 19124.
•Jadassohn, Salomon, Musikalische Kompositionslehre. Leipzig, 1883.
Jager, Anton de (ed.), Duizend kleuren van muziek; leven en werk van Hendrik Andriessen. Zutphen, 1992.
•Jean-Aubry, Georges, La musique française d'aujourd'hui. Parijs, 1916. (*)
•Jean-Aubry, Georges, La musique et les nations. Parijs, 1921. (*)
•Jeppesen, Knut, ‘Carl Nielssen, Fünfte Symphonie’. Melos 6, juni 1927.
•Kasander, J., ‘Gesprek met Willem Pijper’. Het Vaderland, 15 november 1933.
•Keller, G., Franz Schubert. Den Haag, 1927.
Killian, Herbert, Gustav Mahler in den Erinnerungen von Natalie Bauer-Lechner. Hamburg, 1984.
Kloppenburg, W.C.M., Thematisch-bibliografische catalogus van de werken van Willem Pijper. Assen, 1960.
Kloppenburg, W.C.M., Willem Pijper (1894-1947). Thematisch-bibliografische catalogus van zijn werken en biografische schets. Bezorgd door dr. Hans van Dijk. Zutphen, 2005.
Kloppenburg, W.C.M., Biografie van Willem Pijper. Niet gepubliceerd. Archief Kloppenburg, NMI, Den Haag.
Knuvelder, Gerard, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde, 4 dln. Den Bosch, 1976-1977.
•Korolenko, Vladimir, Schetsen en vertellingen. Amsterdam, 1907.
•Krause, Emil, Johannes Brahms in seinen Werken. Eine Studie. Mit Verzeichnissen sämtlicher Instrumental- und Vokal-Kompositionen des Meisters. Hamburg, 1892.
•Křenek, Ernst, Über neue Musik. Sechs Vorlesungen zur Einführung in die theoretischen Grundlagen. Wenen, 1937. (*)
•Kothe, Bernhard, Abriss der allgemeinen Musikgeschichte. Leipzig, 191911.
Kruseman, Philip & mr. G. Keller (edd.), Geïllustreerd muzieklexicon, 2 dln. Den Haag, 1932/1949.
•Kügelchen, Wilhelm von, Jugenderinnerungen eines alten Mannes. Berlijn, 1870.
•Kunst, mr. Jaap, De toonkunst van Bali. Weltevreden, 1925.
•Kurth, Ernst, Grundlagen des linearen Kontrapunkts. Einführung in Stil und Technik von Bachs melodischer Polyphonie. Bern, 1917.
•Landré, Willem, ‘Arnold Schönberg’. NRC, 9 december 1922.
Lansink, Lydia & Jan Taat, Negentig jaar Concertgebouw en Concertgebouworkest. Amsterdam, 1978.
•Lavignac, Albert & Lionel de La Laurencie, Encyclopédie de la musique et dictionnaire du conservatoire. Parijs, v.a. 1913.
•Le Bon, Gustave, Psychologie des foules. Parijs, 1895.
Lehning, Arthur, H. Marsman, de vriend van mijn jeugd. Amsterdam, 1954.
•Leichtentritt, Hugo, Friedrich Chopin. Breslau, 1920.
Leur, Truus de, e.a., Bruckner en het Koninklijk Concertgebouworkest. Bussum, 1997.
Lier, Bertus van, ‘Het niet weerkerend ogenblik’. Mensch en Melodie 2, nr. 6/7 (juni/juli 1947), 169-172.
•Liszt, Franz, Des bohémiens et de leur musique en Hongrie. Parijs, 1859.
Lockspeiser, Edward, Debussy, his life and mind, Vol. I. New York, 1962.
•Looy, Jac. van, De wonderlijke avonturen van Zebedeus, deel I, II (nieuwe bijlagen) en III (nieuwste bijlagen). Amsterdam, 1925.
•Looy, Jac. van, ‘Een tango’. Proza. Amsterdam, 19225.
•Lourié, Arthur, ‘Oedipus rex’. La Revue Musicale, juni 1927.
•Mahler, Gustav, Briefe. Neuausgabe, erweitert und revidiert von Hertha Blaukopf. Wenen/Hamburg, 1982.
•Mahler, Gustav, Briefe 1879-1911, hg. von Alma Maria Mahler. Berlijn/Wenen/Leipzig 1924.
•Mengelberg Gedenkboek 1895-1920. Den Haag, 1920.
•Mengelberg, dr. C. Rudolf, ‘Holländische Komponisten der Gegenwart’. Die Musikwelt,
15 oktober 1922 (Hollandheft).
Metz, Louis, Over dirigeren, dirigenten en orkesten. Lochem, 19682.
Metzelaar, Helen (ed.), Zes vrouwelijke componisten. Zutphen, 1991.
Metzelaar, Helen, Zonder muziek is het leven onnodig. Henriëtte Bosmans [1895-1952] een biografie. Zutphen, 2002.
•Meyrink, Gustav, Gesammelte Werke, 6 dln. Leipzig 1913-1917.
Micheels, Pauline, Muziek in de schaduw van het Derde Rijk. Zutphen, 1993.
Mies, Georg-Achim, Die Kurzoper. Materialien zur Geschichte und Ästhetik der experimentellen musikdramatischen Kleinform im ersten Drittel des 20. Jahrhunderts. Dissertatie. Berlijn, 1971.
•Milhaud, Darius, ‘Brésil’. La Revue Musicale, november 1920.
•Milhaud, Darius, ‘Paris und unser Pierrot Lunaire’. Musikblätter des Anbruch, februari 1922.
•Milligen, Simon van & Sem Dresden, Ontwikkelingsgang der muziek. Groningen, 19283.
•Mozart, Leopold, Versuch einer gründlichen Violinschule. Augsburg, 1756.
•Mueren, Floris van der, Vlaamsche muziek en componisten. Den Haag, 1931. (*)
•Multatuli, Max Havelaar, of de Koffij-Veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij. Amsterdam, 1860.
•Musikblätter des Anbruch, Halbmonatschrift für moderne Musik, jrg. 1919-1925. (*)
Die Musik in Geschichte und Gegenwart, 17 dln. Kassel/Basel/Londen, 1989.
De Muziek, jrg. 1-7 (1926-1933). (*)
•Niemann, Walter, Brahms. Berlijn, 1920.
•Niemann, Walter, ‘Camille Saint-Saëns †’. Zeitschrift für Musik 89 (1922), 8-9.
•Nietzsche, Friedrich, Über Musik und Wort. Leipzig, 1871.
•Nietzsche, Friedrich, Die fröhliche Wissenschaft. Leipzig, 1882.
•Nietzsche, Friedrich, Der Fall Wagner. Leipzig, 1888.
•Nietzsche, Friedrich, Götzen-Dämmerung. Leipzig, 1889.
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, 1930.
Noske, Willem & Wouter Paap, Geschiedenis Utrechts Symfonie Orkest. Utrecht, z.j. (1966).
•Onze musici. Rotterdam, z.j. (19112) (19203).
Op de Coul, Paul & Rutger Schoute, ‘Arnold Schönberg in Zandvoort’. Preludium, januari 1981.
Ord-Hume, Arthur, Pianola: The History of the Self-Playing Piano. Londen, 1984.
Paap, Wouter, Toscanini. Amsterdam, z.j. (1937).
Paap, Wouter, Muziekleven in Utrecht tussen de beide wereldoorlogen. Utrecht/Antwerpen, 1972.
Paap, Wouter, 100 jaar muziekonderricht in Utrecht. Utrecht, 1975.
Paap, Wouter, Wegen en dwaalwegen der muziekkritiek. Utrecht, 1978.
Paap, Wouter, Alphons Diepenbrock. Haarlem, 1980.
•Pembaur, Joseph, Von der Poesie des Klavierspiels. München, 1911.
•Petrarca, Sonnetten.
•Pfitzner, Hans, artikel over zijn cantate Von deutscher Seele in Allgemeine Musikzeitung, 27 januari 1922.
•Pour la musique française: douze causeries avec une préface de Claude Debussy. Parijs/Zürich, 1917.
Prieberg, Fred. K., Musik im NS-Staat. Frankfurt, 1982.
•Prunières, Henry, ‘Les saisons de Haydn au Toonkunst’. La Revue Musicale, januari 1922.
•Prunières, Henry, ‘La musique française contemporaine’. Fransch muziekfeest, 27 september - 1 october 1922. Concertgebouw Amsterdam.
•Prunières, Henry, ‘Stravinsky and Ravel, winter 1928’. Modern Music, Vol. VI, nr. 2, jan/febr
1929.
•Pult und Taktstock. Fachzeitschrift für Dirigenten, jrg. 2 (1925).
•Querido, Israël, Het leven van Beethoven. Amsterdam, 1909.
•Querido, Israël, Geschreven portretten. Amsterdam, 1912.
•Rank, Otto, Traum und Dichtung. Wenen, 1914.
Reeser, Eduard, Een eeuw Nederlandse muziek 1815-1915. Amsterdam, 19862.
•Reich, Willi, Alban Berg. Wenen/Leipzig/Zürich, 1937. (*)
•La Revue Musicale, jrg. 1-10, 1920-1929. (*)
Rhoen, R.P.M., ‘Willem Pijper’. Markante Zeistenaren, levensschetsen van personen die in en voor Zeist iets hebben betekend, 134-147. Zeist, 1991.
•Riemann, Hugo, Handbuch der Musikgeschichte, 5 dln. Leipzig, 1904-1913.
•Riemann, Hugo, Musik-Lexikon. Berlin/Leipzig, 19168.
Ritter jr., P.H., ‘Willem Pijper, de criticus’. Mensch en Melodie 2, nr. 6/7 (juni/juli 1947), 172-176.
•Röell, W.F.A., ‘Surréalisme’. De Vrije Bladen, januari 1925.
•Roland-Manuel, Maurice Ravel et son oeuvre dramatique. Parijs, 1928. (*)
•Roland-Manuel, Maurice Ravel et son oeuvre. Parijs, 1914.
•Rolland, Romain, Vie de Beethoven. Parijs, 1903.
•Rolland, Romain, Jean-Christophe. Romancyclus in tien delen. Parijs, 1904-1912.
•Rolland, Romain, Musiciens d'aujourd'hui. Parijs, 1908/19146.
•Roncaglia, Gino, Giuseppe Verdi, l'ascensione dell'arte sua. Napels, 1914.
•Ronde, H.W. de, Overzicht der muziekgeschiedenis. Amsterdam, 1931.
•Rousseau, Jean-Jacques, Dictionnaire de musique. Parijs, 1768; herdruk Hildesheim, 1969.
•Rousseau, Jean-Jacques, Confessions. Parijs, 1782.
Ryker, Harrison, Closing the circle: Willem Pijper's music for the theatre. TVNM 43 (1993), 42-75.
•Sachs, Curt, Die Musikinstrumente Indiens und Indonesiens. Berlijn/Leipzig, 1915.
Samama, Leo, Zeventig jaar Nederlandse muziek 1915-1985. Amsterdam, 1986.
•Sanders, Paul F., Moderne Nederlandsche componisten. Den Haag, z.j. (1930). (*)
•Santen, Rient van, Claude Debussy. Den Haag, 1926.
•Schaeffner, André, Strawinsky. Parijs, 1931. (*)
•Schaeffner, Georg, Claude Debussy und das Poetische. Bern, 1943.
•Schäfer, Dirk, ‘De muziek van heden’, afl. 1-10. Nu, oktober 1927 - juli 1929.
•Schallenberg, dr. E.W., Studiën over Frédéric Chopin. Den Haag, 1929.
•Schallenberg, dr. E.W., Muziekhistorische perspectieven. Amsterdam/Antwerpen, 1939.
•Schloezer, Boris de, ‘Igor Stravinsky’. La Revue Musicale, december 1923.
•Schmidl, Carlo, Dizionario universale dei musicisti. Milaan, 1929. (*)
•Schmuller, Alexander, Over muziek en musici. Amsterdam, z.j. (1933).
•Scholes, Percy & Willem Hutschenruyter, De geschiedenis der toonkunst. Den Haag, z.j. (1931).
•Schönberg, Arnold, Harmonielehre. Leipzig/Wenen, 1911/19223. (*)
•Schönherr, Karl, Der Weibsteufel. Leipzig, 1914.
•Schopenhauer, Arthur, Parerga und Paralipomena. Berlijn, 1851.
Schopenhauer, Arthur, Die Welt als Wille und Vorstellung. Sämtliche Werken, Band I. Frankfurt am Main, 1986.
•Schumann, Robert, Gesammelte Schriften über Musik und Musiker. Leipzig 1914.
•Schumann, Robert, Musikalische Haus- und Lebensregeln. Hamburg, 1850.
•Schürmann, Willem, De violiers. Toneelstuk. Amsterdam, 1912.
•Schwers, Paul, ‘Camille Saint-Saëns †’. Allgemeine Musik-Zeitung, 6 januari 1922.
•Séré, Octave, Musiciens français d'aujourd'hui. Parijs, 1915. (*)
•Setaccioli, G., Claudio Debussy, È un innovatore? Rome, 1910.
•Shaw, G.B., Man and Superman. Londen, 1903.
•Shera, F.H., Elgar, instrumental works. Londen, 1931 (*)
•Sibmacher Zijnen, Willem, ‘Voorlichting in het buitenland’. Algemeen Handelsblad, 5 september 1920.
Slagmolen, Gerrit, Muzieklexicon 1 en 2. Utrecht/Antwerpen, 19743.
•Specht, Richard, Gustav Mahler. Stuttgart/Berlijn, 1913.
•Steinitzer, Max, Richard Strauss. Berlijn/Leipzig, 1911.
•Stefan, Paul, Gustav Mahler, eine Studie über Persönlichkeit und Werk. München, 1910.
•Stefan, Paul, Neue Musik und Wien. Wenen, 1921. (*)
•Stefan, Paul, Mahler für Jedermann. Wenen, 1922.
Stefan, Paul, Arnold Schönberg. Wandlung - Legende - Erscheinung - Bedeutung. Wenen/Berlin/Leipzig z.j. (1924).
•Stekel, Wilhelm, Der Fetischismus; dargestellt für Ärzte und Kriminalogen. Wenen, 1923.
•Stekel, Wilhelm, Die Träume der Dichter. Eine vergleichende Untersuchung der unbewussten Triebkräfte bei Dichtern, Neurotikern und Verbrechern. Wiesbaden, 1912.
•Stilgebauer, Eduard, Götz Krafft, 4 dln. Berlijn 1905.
Stoett, F.A., Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden. Zutphen, 1923-19254.
•Stravinsky, Igor, Chroniques de ma vie, 2 dln. Parijs, 1935. (*)
•Strindberg, August, Röda rummet (De rode kamer). Stockholm, 1879.
•Strindberg, August, Inferno. Stockholm, 1897.
•Strindberg, August, Blå Böcker (Blaubücher). Stockholm, 1907-1912.
•Strobel, Heinrich, Paul Hindemith. Mainz, 1928. (*)
•Suarès, André, ‘Debussy’. La Revue Musicale, december 1920.
Suèr, Henk & Josine Meurs, Geheel in de geest van Wagner. De Wagnervereeniging in Nederland 1883-1959. Amsterdam, 1997.
•Tappert, Wilhelm, Ein Wagner-Lexicon. Wörterbuch der Unhöflichkeit, enthaltend grobe, höhnende, gehässige und verleumderische Ausdrücke, welche gegen den Meister Richard Wagner, seine Werke und seine Anhänger von den Feinden und Spöttern gebraucht worden sind. Zur Gemüths-Ergötzung in müssigen Stunden gesammelt von Wilhem Tappert. Leipzig, 1887.
•Teirlinck, Herman, Johan Doxa. Den Haag/Antwerpen 1917.
Thijsse, W.H., Zeven eeuwen Nederlandse muziek. Rijswijk, 1949.
•Thuille, Rudolf & Ludwig Louis, Grundriss der Harmonielehre. Stuttgart, 1914.
•Tiersot, Julien, Un demi-siècle de musique française. Parijs, 1918. (*)
Tiggers, Piet, ‘Een weg tot Willem Pijper’. Mensch en Melodie 2, nr. 6/7 (juni/juli 1947), 163-169.
•Tivoli-gids
Toepfer, Karl, Empire of extacy; nudity and movement in German body culture, 1910-1935. California, 1997.
Toth, tijdschrift voor Vrijmetselaren. Willem Pijper-nummer, juli 1953.
Uitert, Evert van, ‘Beeldende kunst en muziek: de muziek van het schilderij’. Kunstenaren der Idee. Haags Gemeentemuseum, 1978.
Urlus, Jacques, Mijn Loopbaan. Amsterdam, z.j. (ca. 1930).
Verkade, Eduard & dr. E.F. Cartier van Dissel, Eduard Verkade. Zutphen, 1978.
Verlaine, Paul, ‘Quinze jours en Hollande; lettres à un ami’. Oeuvres en prose complètes. Parijs, 1972.
•Vermeulen, Matthijs, De twee muzieken, 2 dln. Leiden, 1918.
•Vermeulen, Matthijs, ‘Uitvaart Diepenbrock’. De Nieuwe Kroniek, juli 1921.
•Vermeulen, Matthijs, ‘De laatste Strawinsky’. Rythme, juli 1928.
•Verne, Jules, 20.000 Mijlen onder zee.
Vestdijk, Simon, ‘Willem Pijper’. Gestalten tegenover mij. 's Gravenhage, 1961.
Vestdijk, Simon, ‘Pijper en het ritueel’. Het kastje van oma. Amsterdam, 1983.
•Veth, Cornelis, Onthullingen door een Kamenier ten Hove. Prikkel-idyllen, deel V. Bussum, 19272.
•Veth, Cornelis, Muziek en musici in de caricatuur. Den Haag, z.j. (1927).
•Vink, Frans, Beethovens negen symfonieën. Den Haag, 1927.
Vis, Jurjen, Silhouetten. De componist Leo Smit 1900-1943. Amsterdam, 2001.
•Vuillermoz, Émile, ‘Rentrée’. La Revue Musicale, november 1921.
•Vuillermoz, Émile, ‘Le style orchestral de Maurice Ravel’. La Revue Musicale, april 1925.
Wagenaar, Johannes & Jaap van Benthem, Johan Wagenaar 1862-1941. Leven en werk van een veelzijdig kunstenaar. Zutphen, 2004.
•Wal, A. de, De pianistenwereld. Den Haag, 1927.
•Wedekind, Frank, Der Kammersänger, 1899.
•Wedekind, Frank, Frühlingserwachen, 1891.
•Weigl, Bruno, ‘Die Geschichte des Walzers nebst einem Anhang über die moderne Operette’. Musikalisches Magazin 34. Langensalza, 1910.
•Weingartner, Felix, Über das dirigieren. Berlijn, 1896.
•Weissmann, Adolf, Der klingende Garten. Impressionen über das Erotische in der Musik. Berlijn, 1920.
•Wellesz, Egon, Arnold Schönberg. Leipzig, 1921. (*)
Werumeus Buning, J.W.F., Dansen en danseressen. Amsterdam, 1926.
De Wereld der Muziek.
•Wessem, Constant van, De muzikale reis. Amsterdam z.j. (1920).
•Wessem, Constant van, Inleiding tot de moderne muziek. Amsterdam, z.j. (1921, 19242).
•Wessem, Constant van, Het musiceeren en concerteeren in de loop der tijden. Amsterdam, 1929.
Wester, Anja, 75 jaar Alphons Diepenbrock-Fonds. Doctoraalscriptie. Utrecht, 1996.
•Weyler, Walter, Vlaamsche toondichters. Brussel, 1937. (*)
Willem Pijper Herdenkingsnummer, Mensch en Melodie, juni-juli 1947.
Willemze, Theo, Muziekinstrumenten. Utrecht/Antwerpen, 1966.
Willemze, Theo, Algemeene muziekleer. Utrecht/Antwerpen, 19849.
Winkler Prins, Encyclopedie van de muziek, 2 dln. Amsterdam/Brussel, 1956.
Wirth, dr. Hermann Felix, Nationaal-Nederlandsche Muziekpolitiek. Amsterdam, 1912.
•Wolf, Hugo, Musikalische Kritiken. Herausgegeben von Richard Batka und Heinrich Werner. Leipzig, 1911.
•Wolff, Betje & Aagje Deken, Historie van den Heer Willem Leevend. 1784-1785.
•Zelling, Anton, Debussy. Den Haag, 1918.
Zwart, Frits, Willem Mengelberg 1871-1951, een biografie 1871-1920. Amsterdam, 1999.

Vorige Volgende