Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 729]
| |
De kritiek op Dekkers zangers- en kunstenaarschap kan zeer kort zijn: hij zingt slechts zaken die hij geheel en al verwerkt heeft en hij zingt die voortreffelijk. Zijn voordracht van Loewes Nächtliche Heerschau, gisteravond, heeft mijn oud verlangen weer wakker geroepen eens een Loewe-avond (of tenminste een halve) van hem mee te maken;Ga naar voetnoot247 ná Henschel heb ik geen zanger meer op onze podiums ontmoet die zo klaarblijkelijk gepredestineerd is voor die heel aparte kunst: het balladen zingen, als hij. En Loewe was een genie; mocht men, gisteravond, een goede vijftig jaar na zijn overlijden, weer eens tot die conclusie gekomen zijn, dan beduidt ook dit weer winst. Dekker zong ook nog Diepenbrocks grote hymnische compositie Vondel's vaart naar Agrippine, een première die ons verleden jaar reeds beloofd was, doch die door het uitstel slechts gewonnen heeft: Cornelis heeft nu langer met het orkest gerepeteerd en alles is daarop vooruitgegaan in die tijd. De homogeniteit werd groter, men raakte meer ingespeeld op deze zaken, het klankvolume groeide. Dit alles maakte dat ik deze uitvoering van Diepenbrocks werk een zeer goede kan noemen. Cornelis heeft een bepaalde zenuw voor Diepenbrocks muziek; Diepenbrocks partituren, die allerminst eenvoudig of overzichtelijk, of zelfs maar duidelijk zijn, bevatten voor hem geen enkel geheim meer. En was het slechts deze (na alles: technische) verdienste, Cornelis' Diepenbrock-interpretatie zou nog met de schriftuurlijke klinkende bel vergeleken kunnen worden. Doch er is meer: Cornelis gelooft in Diepenbrocks zaak; de liefde voor Diepenbrocks wezen determineert zijn opvatting. En hierdoor overtuigt, ontroert het. Het is alweer: te laat. Alphons Diepenbrock heeft dit niet meer kunnen beleven. Hij is gestorven, niet als het fabuleuze miskende genie, daarvoor was meester Diepenbrock te intelligent; doch te midden ener vriendelijke, niet begrijpende belangstelling, die fnuikender was dan een miskenning. Hij maakte het zijn reproductoren ook niet licht: zijn indicaties zijn slechts voor de ingewijden begrijpbaar, zijn denkwijze wil aangeleerd worden. Cornelis is vertrouwd met Diepenbrocks denkwijzen, hij is een ingewijde en ziehier, nogmaals, het geheim van de zo bijzonder emotionerende reproductie van thans. Vondel's vaart naar Agrippine is niet Diepenbrocks meest extatische hymne en het is ook niet de minst Wagnerende. Er staat vrij veel Wagner-gebaar in die partituur, maar toch: hoe is dit werk Diepenbrock geheel. Ik kan absoluut niet voorspellen hoe de tijd met Diepenbrocks erfenis zal handelen, er is wel zeer veel dat tot vergetelheid drijft: het bijna uitsluitend vocaal-orkestrale; de grote omvang van al zijn werken. Van het repertoire zullen zijn meesterstukken zo licht niet worden en tot bestudering in de binnenkamer zijn zijn partituren ternauwernood geschikt: het is formidabel moeilijk realiseerbaar. Richard Wagner eiste zangers die op een bepaalde wijze geschoold waren en nog heden... bestaat de Wagner-traditie. Er is ook zo een Diepenbrock-traditie, doch zij is nog niet geschreven. En toch vrees ik dat zij geschreven zal moeten worden, willen | |
[pagina 730]
| |
wij Diepenbrocks oeuvre niet zien vervalen en vervluchtigen vóór de volheid zijner tijden. Wij hebben hier in Utrecht thans een goede kans die speelwijze te leren kennen - een van mijn wensen voor dit seizoen is nog een avond met mevrouw Noordewier en een hymne van DiepenbrockGa naar voetnoot248... Diepenbrock zelf miste de vaardigheid die nodig was om zijn werken door een orkest te laten spelen zoals hij zich die gedroomd had; het kwam niet over het podium heen. Van Mengelberg hoorde ik nimmer een stuk van Diepenbrock; Cornelis realiseert deze muziek volmaakt in de geest van de componist. Dekker moet het ook niet bij deze ene uitvoering laten; hij is juist de man om zich hoe langer hoe dieper in deze wonderlijke extasen te verliezen. Ook hij is niet voldaan met de Schubertjes en Brahmsjes; welaan: de weg die verder voert, ligt open. Het programma bestond verder nog uit de Ouverture Euryanthe, Bizets Suite Jeux d'enfants en de Vierde van Schumann, waarover ik thans verder niet zal schrijven. Niet omdat de uitvoering op een lager plan stond, doch omdat de spil van dit program, Diepenbrock, onze volle aandacht vroeg en recht heeft op die van het publiek. |
|