Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdDirigentenkwestie te Utrecht
| |
[pagina 568]
| |
Op onze vraag of er van de kant van de heer Pijper een bepaalde rancune tegen zijn persoon bestond, deelde de heer Van Gilse ons het volgende mede. De hoofdredacteur van het Utrechtsch Dagblad, dr. P.H. Ritter, heeft de heer Van Gilse twee jaar geleden verteld dat men gedacht had ter vervanging van de heer Brandts Buys een ander te vinden en ten slotte, omdat er niemand was, de heer Pijper heeft genomen, hetgeen hem (de heer Ritter) persoonlijk zeer speet, omdat hij niet de zekerheid had dat de heer Pijper ten opzichte van Van Gilse een objectief standpunt zou kunnen innemen. Tijdens een langdurige afwezigheid van de heer Brandts Buys toch had de heer Pijper hem vervangen en zich bij herhaling zeer waarderend zowel over de componist als over de dirigent Van Gilse uitgelaten in het Utrechtsch Dagblad. Toen ontstond de crisis van Tivoli, waar het ging om wie de artistieke leiding der concerten zou hebben: de exploiterende zaalbezitter of het orkest, en hier was de heer Pijper partij door zijn adviseurschap van Tivoli en door familieverband. In die tijd is het gerucht verspreid dat Van Gilse pogingen zou hebben aangewend om te verhinderen dat het Concertgebouworkest onder Mengelberg een werk van Pijper te Utrecht zou uitvoeren. Het is, ook door bemiddeling van dr. Johan Wagenaar, de heer Pijper gebleken dat Van Gilse daar part noch deel aan had. Daarna is de heer Pijper criticus geworden. De heer Ritter ontkent thans dat er bij de heer Pijper een animositeit zou zijn en zegt dat Pijper alleen op principiële gronden Van Gilse bestrijdt. De bedoeling van het bestuur moet zijn, dit seizoen gastdirigenten te engageren, wat volgens de heer Van Gilse terecht technische en artistieke bezwaren zal opleveren. Maandag heeft het bestuur bovengenoemd besluit genomen. De heer Van Gilse vermoedt uitsluitend uit vrees voor het Utrechtsch Dagblad. De verhouding tussen dirigent en bestuur der vereniging is bij voortduring van vriendschappelijke aard geweest, zodat de heer Van Gilse pertinent kan verzekeren dat geen enkele nevenbedoeling aan het besluit van het bestuur van het U.S.O. ten grondslag ligt, dat integendeel het bestuur genoemd besluit ten zeerste betreurt, zowel om de persoon van Van Gilse als om de gevolgen die het kan hebben. Ten bewijze van de verbittering tegen het geschrijf van de heer Pijper moge nog even worden herinnerd aan de rede aan het eind van het vorige seizoen door prof. Ovink tijdens het laatste concert gehouden.Ga naar voetnoot3 De heer Van Gilse is onder voorbehoud van zijn gezondheid onmiddellijk bereid, na het wegnemen dezer belemmering (de aanwezigheid van de heer Pijper), welke, zoals gezegd, op gezag van medische zijde van ernstige aard is, zijn taak weer op te vatten en gezien de verhouding tussen dirigent en bestuur kan als zeker worden aangenomen dat het bestuur gaarne de heer Van Gilse zal terugzien. |
|