Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdDe Midzomernachtdroom-muziek
| |
[pagina 43]
| |
prachtig en men bejammert het slechts dat die noot verder in het werk zo zelden meer gebruikt wordt. Het lijkt bijna ongelooflijk dat een zeventienjarige het ‘luister’-vermogen en het concentratievermogen reeds in die mate bezat - maar aan de andere kant is het toch eigenlijk treurig dat Mendelssohn deze hoogte in zijn hele volgende leven niet meer overtroffen heeft! De Ouverture is opus 21 - de Scènemuziek opus 61! En in dat hele opus 61 is alleen het Scherzo (na de eerste akte) te vergelijken met, te appreciëren na de Ouverture. Want de Elfenkoortjes, de Elfenmars, de Muziek der handwerkslieden en de erg destijdse Nocturne met hoornsolo vallen er toch totaal tegen weg. (Om de Hochzeitsmarsch nu maar eens te vergeten!) Wat nu de uitvoering van gisteravond betreft: die (van de muziek) was slecht. Niet meer of minder dan slecht. Misschien heeft de N.V. Het Tooneel ons indertijd verwend door haar opvoeringen met het Arnhemse orkest onder Peter van Anrooy.Ga naar voetnoot66 Maar gisteravond was het muzikale gedeelte in de praktijk teruggebracht op entr'acte-vulling of iets dergelijks. De heer Cornelis Dockum, de dirigent,Ga naar voetnoot67 scheen wél degelijk in zijn partituur thuis te zijn - ofschoon alles nogal rammelde, gebeurden er geen grote ongelukken - maar hij nam bijna zonder uitzondering alle tempi te langzaam - iets wat op den duur schrikkelijk irritant wordt! Bij de Ouverture kon men nog technische overwegingen laten gelden, doch later (Hochzeitsmarsch) natuurlijk niet meer. Het orkestje klonk erg uit elkaar, men hoorde van tijd tot tijd alleen trompet en pauk (bijvoorbeeld het ezelmotief in de Ouverture en elders). Men zal dit zonder mankeren dienen te herzien - dit klinkt ontzettend schraal! Hoe sterk men bezet was, heb ik niet kunnen zien: het orkest was (met kleden??) afgedekt, men had er een soort klein-Bayreuth van gemaakt.Ga naar voetnoot68 Beneden, op de gelijkvloerse rangen, was het enige verschil dat men niet meer zo hinderlijk in het lessenaarlicht van de dirigent zat te kijken. Maar misschien dat boven de zaak ook anders klonk. |
|