zonder instemming met deze belijdenis door de lezers ter hand werden genomen en hij aldus zelve licht moge werpen op hetgeen voor velen in hem duister bleef.
De uitgave geschiedt in chronologische volgorde (met weglating van slechts enkele artikels), volgens de lijst door den Heer A. Gildemeester opgesteld en in Prof. S.A. Naber's ‘Pierson Herdacht’ opgenomen. Manuscripten door A. Pierson zelf niet voor den druk gereed gemaakt, zijn in deze uitgave niet te verwachten. 'Schrijvers herhaald uitgesproken afkeuring, waar het gold iets het licht te doen zien wat niet daarvoor bestemd was, weerhield ons o.a. de uitvoerig bewerkte colleges over zijne Oostersche reis op te nemen. De stukken ‘Over Hegels esthetisch Beginsel’, en ‘Kunst het aangewezen strijdperk der geesten in onze eeuw’, vroeger niet uitgekomen, zien in dezen Bundel het licht, omdat zij voor de pers gereed lagen.
Wij begonnen deze uitgave met geschriften welke nà 1882 uitkwamen, omdat wij allereerst Allard Pierson den lezers weer in de volle rijpheid van zijn kunnen voor oogen wilden stellen, toen het evenwicht tusschen kritiek en waardeering verkregen was. In zijn kracht, in het moedig ernstmaken met deze zijne wetenschappelijke richting staat hij in 1865 met zijn in dat jaar geschreven artikel: ‘Dr. A. Pierson aan zijne laatste gemeente’, waarmede wij een tweede serie zullen doen aanvangen, om daarna de voorafgaande jaren te laten volgen.
Moge dan het tweeledig doel, dat wij met deze uitgave beoogden, bereikt zijn, de ontwikkelingsgang van dezen geest voor ons liggen en ‘wat aan dat hart ontvloeide anderer hart doen ontgloeien’.
Zijne jongste Dochters.