Gedichten(1882)–Allard Pierson– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 174] [p. 174] Mijn Kerk. Neen, de gemeente, Zij, in wier midden 't Hart van het diepste gevoel van gemeenschap mag kloppen, Zoekt haar verheffing, Stof tot aanbidden, Niet daar omhoog, op der bergen omnevelde toppen; Niet, waar de stormwind Loeit door 't gebladert', Straks ook den krachtigen stam als een riet heeft gespleten; Neen, die gemeente, Zwijgend vergaderd Peinst aan de zee, waar geen peillood de diepte kan meten. Vorige Volgende