Gedichten(1882)–Allard Pierson– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 168] [p. 168] Eerste Liefde. o Zalig, ongelijkbaar uur, Als de eerste liefde 't hart ontsteekt, Als jonkheid blaakt van heilig vuur, En 't eerst dat woord des levens spreekt: ‘'k Heb lief!’ Want o! dat tooverwoord Ontrukt ons aan het stofgebied, Ontsluit en kleurt het schoonst verschiet, Waarin ons 't eeuw'ge toebehoort. [pagina 169] [p. 169] De ziel die liefheeft, zij bestaat Niet langer als een deel van 't Al, Gelijk een golf die komt en gaat, Dien niemand meer gedenken zal: Zij heeft haar eigen zijn voortaan, Haar eigen reden van bestaan, Haar eigen zoet geheimenis, Dat haar een bron van leven is. Vorige Volgende