Gedichten

[p. 154]

Oprechtheid.

Moog' nooit mijn wang van schaamte kleuren,

Omdat mijn mond de logen sprak.

Wie eerlijk 't hoofd omhoog mag beuren,

Is nooit geminacht, klein of zwak!

Uit licht, uit vlekk'loos licht geschapen

Is elke vrije menschengeest!

Oprechtheid is het ridderwapen,

Waarop een elk zijn afkomst leest!

[p. 155]

 

't Zijn altijd zwakken, altijd dwergen,

 

Of bastaards van ons fier geslacht,

 

Die toevlucht zoeken in verbergen,

 

En in bedrog gewaande kracht!

 

Wij willen schild en borstweer zoeken

 

In 't oude, ‘vrank zijn, vrij en vroed.’

 

De blijdschap is het deel der kloeken,

 

En vreugd de dochter van den moed.