Gedichten
(1882)–Allard Pierson– Auteursrechtvrij
[pagina 149]
| |
[pagina 150]
| |
Schoonheid kan geen ziel ontberen,
Die van zelf zich af moet keeren
Van het lage, van 't gemeene,
En zich uitstrekt naar dat eéne,
Dat, ondeelbaar, onvergank'lijk,
Van elks grillen onafhank'lijk, -
Kan de geest het nooit aanschouwen, -
Al zijn kracht wekt en vertrouwen.
|
|