Gedichten
(1882)–Allard Pierson– Auteursrechtvrij
[pagina 130]
| |
[pagina 131]
| |
2.Zielegrootheid buigt men niet.
Toeval schijn' den staf te voeren;
Niet voor haar! Zij denkt, en ziet
Hooger raad zijn wil volvoeren.
Breekt in schijn geweld haar kracht,
Stervend spreekt zij: 't is volbracht!
| |
3.Word, o heil'ge Wet! vervuld,
Wier besef al 't leed moet wijden;
Wet, die 's levens doel onthult:
Heerlijkheid ontkiemt in lijden,
Als in nacht het morgenrood;
't Leven windt zich uit den dood.
|
|