Gedichten
(1882)–Allard Pierson– Auteursrechtvrij
[pagina 113]
| |
[pagina 114]
| |
Kust de avondrust
Het blad, nu moê gefluisterd;
Wat vraagt de nachtegaal, of iemand luistert!
Hij zingt zijn lied: dat is zijn lust.
Werk! Mijmer niet!
Werk, wat ook 't loon moog' wezen.
Gestrooid is 't zaad! Wie zal de vruchten lezen?
Hij, die de blanke velden ziet.
|
|