Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 5
(1736)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijEerste hoofdstuk.
| |
[pagina 135]
| |
Ga naar margenoot+ den Paus zyn, en dat 'er in 't geheel Oosten geene zyn die 's Pauzen Opperhoofdigheit zo krachtig bestryden. Maar men moet zich niet verwonderen dat zy zo groote vyanden van de Roomsche Kerke zyn, dewyl zy het met de ongelatinizeerde Grieken volkomen eens zyn. Wat hun gevoelen aangaande het Vagevuur betreft, het verschilt mede niet van dat der ware Grieken; en schoon zy nevens hen lochenen, dat 'er een afzonderlyke plaats is, Vagevuur genaamt, waar in de zielen door een wezentlyk en waar vuur gestraft worden, echter lochenen zy het aanwezen van een Vagevuur niet, in diervoegen als wy het van de Grieken sprekende verklaart hebben. Daarenboven is het gevoelen der Melchiten aangaande de Opperhoofdigheit des Patriarchs van Rome, ook het zelvde met dat der Grieken die zich niet aan de uitspraken van het Concilie van Florence onderworpen hebben. Met een woord, uitgezondert eenige pointen van weinig belang die de Plechtigheden en de Kerkelyke Tucht raken, zyn de Melchiten in alles ware Grieken; zy hebben zelf het Euchologium of KerkgewoonteboekGa naar margenoot+ der Grieken, nevens de meeste hunner andere boeken die den Dienst betreffen, in 't Arabisch overgezet: 't geen echter niets byzonders in hen is, dewyl ook de andere secten van den Levant het Euchologium en andere Ceremonie-boeken, tot hun gebruik uit het Grieksch vertaalt hebben. Doch alle hunne Overzettingen zyn gemeenlyk niet zeer getrouw, en de Arabische Canons der Concilien hebben weinig nuts in. Ik geloof nochtans, dat de Arabische Vertalingen der Melchiten boven alle de andere te stellen zyn, omdat zy met de ware Grieken overeenstemmen, schoon zy mede niet vry zyn van vooroordeelen, dat hen zomwyl verhindert oprecht te handelen. In 't algemeen zyn de Christenen van den Levant, wel verre van de nauwkeurigheit in het overzetten van Grieksche Boeken waar te neemen, van gedachten dat het hun geoorloft is de Autheurs die zy vertolken, naar hun goeddunken te doen spreken. Yder secte slaat tot verdediging van haare gevoelens allerlei wegen in; en ik twyfel niet of men moet daar aan toeschryven de gewaande Canons, die men het Gemeen onder den naam van Canons van het Concilie van Nicea, uit het Arabisch overgezet, heeft in de hand gestopt. Het groot gezag van het Concilie van Nicea is oorzaak geweest waarom men die Arabische Canons, welke yder secte naar haare gevoelens geschikt heeft, heeft uitgevonden. De Melchiten vinden in die zogenaamde Canons van de KerkvergaderingGa naar margenoot+ van Nicea, stoffe om zich tegen te Jacobiten te verweeren; en de Jacobiten van hunnen kant, verdedigen met die zelve Canons hun gevoelen rakende de eenheit van natuur in onzen Zaligmaker. De eene zo wel als de andere doen het Concilie van Nicea naar hun goeddunken spreken. De Jacobiten beschuldigen de Melchiten, dat zy die Canons verdorven hebben. De Maroniten, die in den aanvang tot de secte der Jacobiten behoorden, doen hun het zelve verwyt. Joannes Baptista Leopardus, een Maroniet, en Aartsbisschop van Esdron, beschuldigt,Ga naar voetnoot(a) in het boek dat hy den tytel van Wynoogst der Sacramenten gegeven heeft, de Melchiten dat zy by de 55ste Canon van het Concilie van Nicea eenige woorden gevoegt hebben, om hun gevoelen aangaande het verlaten van hunne huisvrouwen te begunstigen; ook verwyt hy hun dat gebruik van de Mahometanen ontleent, en het vervolgens in den Canon geplaatst te hebben. Doch dat verwyt is zeer ongegrond, aangezien het zeker is dat de Grieken en de andere Levantynen hunne vrouwen mogen verlaten, en met andere trouwen, voornamelyk in gevalle van overspel. De Melchiten hebben in dien gemelden Canon van het Niceesche Concilie niets anders ingelascht, dan 't geen met het gebruik der Grieksche Kerke overeenkwam.’ De Melchiten hebben hunnen byzonderenGa naar margenoot+ Patriarch, die zich thans te Damas onthoudt, en zich Patriarch van Antiochien noemt, even als die der Maroniten. Zedert eenigen tyd, zegt P. le Brun, heeft de schaarsheit van Diakens en andere Kerkdienaren die Grieksch lezen konden, te weeg gebragt dat zy hunne Misse in 't Arabisch celebreren. Wanneer men den Dienst in 't Grieksch niet doen kan, zingt men den Brief en het Evangelie in 't Arabisch. | |
[pagina 136]
| |
Ga naar margenoot+ Ik zal hier aanmerken, dat men een gedeelte der scheurzieke Christenen van den Levant den naam van gegordelde Christenen geeft, voornamelyk die van Syrien, de Nestorianen, de Jacobiten, enz. om dat zy in 't algemeen een lederen riem of gordel, die zeer breed is, om 't lyf hebben. De insteller van die gewoonte was een zeker Calife of Opperpriester der Sarracenen in de negende eeuw, die aan zyne onderhorige Christenen geboodt zich op die wyze van de Mahometanen te onderscheiden.Ga naar voetnoot(a) Waarschynelyk is uit die hatelyke onderscheidinge, naderhand in 't vergeetboek geraakt, en die riem tot een sieraad geworden zynde, de volgende gewoonte gesproten. Namelyk, de Bisschop een Christen in den Ban doende, en de Anathema over hem uitsprekende, sneedt hem den riem af, en gaf hem eenige slagen op de schouders. Uit kracht van dat gebruik, betekent het Grieksch bastertwoord Zonnar, by dat soort van Grieken, de Kerkelyke Tucht zo wel als een gordel of riem. |
|