XVI. Hoofdtstuk.
Van de Congregatie over de Reliquien; en die der Aflaten.
Ga naar margenoot+ De Congregatie der Reliquiën bestaat uit zes Kardinalen en vier Prelaten, waar onder de Kardinaal-Stedehouder en de Prefect der Sakristy van den Paus zyn. Deeze Gevolmachtigden hebben alle opzicht over de Reliquiën der aloude Martelaren, die men somtyds in de Onderaardsche Begraafplaatsen, en andere verborgene plaatsen van Rome vind.
Wanneer alle deeze Kardinalen en Prelaten in hunne Congregatie vergadert zyn, onderzoeken ze de voorgedragen berichten der geenen die uit deeze onderaardsche plaatsen komen, om te zien of 'er zeekere merktekenen gevonden zyn, die de Gebeentens, Lykbuslen of Graven der Martelaren van die der Heidenen doen onderscheiden, of van andere Lyken, die onder den anderen in deeze onderaardsche holen zyn begraven geweest.
Drie zaakenGa naar voetnoot(a) zyn 'er die men gemeenlyk voor zekere tekenen van 't Martelaarschap der begravenen neemt, die men in deeze Graven vind; te weeten, de kleine glaze flesjes, waarin eenige blyken van 't overschot des bloedts gevonden word, door den geenen daar in bewaart, die de Lyken deezer Martelaren begraaven hebben, of wel eenige werktuigen, die tot hunne marteldoodt dienden, als een sabel of zwaardt, lans, degen, of mes, en eindelyk eenige Opschriften in gebakkensteenen, keijen of gehouwen steenen gegraveert.
Wanneer men 'er eenige deezer merktekenen vind, voor waare en echte overblyfselen erkent, volgens alle de vereischte omstandigheden in de voorgedragen berichten, opgenomen ter plaatsen door Commissarissen ten dien einde afgezonden; oordeelen 'er alle de Prelaten van de Congregatie over, en wanneer 'er geene tegenstreving van tegen bewyzen zyn om te toonen, dat deeze teekenen valsch en verdicht geoordeelt worden, verklaart de Prefect van de Vergadering de Reliquiën, waarlyk de eere waardig te zyn van door de Christen Gelovigen geëert te worden; hy geeft dan de namen, naar 't geen hy overeenkomstig oordeelt, aan de gebeentens der geenen te zyn, die men door geen byschrift of byzondere omstandigheit van de oudste Martelaarsboeken weet te onderscheiden, alwaar men niet dan zeer weinig Martelaars genoemt vind, en na den naam der beruchtste, voegt hy deeze woorden: Op den zelfden dag wierden gemarteliseert en met hun alhier veele ander Gelovigen begraaven, die om de zelfde reden de Marteldoodt geleeden hebben.
Nadat de Congregatie haar oordeel over de deugdelykheit van eenige Reliquiën geuit heeft, en aan de zelve een naam gegeeven, stelt ze deeze Reliquiën in hande van den Stedehouder en Sakristyn van den Paus, die de zelve uitdeelen aan die geen die 'er om verzoeken, hun geevende teffens Getuigschriften, of Geloofsbrieven van de echtheit deezer Reliquiën; teekenende een soort van bekenschrift of quitantie nevens een bedanking beneden hunne Registers, voor de geenen die zy begunstigen met eenige stukjes van deezen onuitputbaaren schat.
Wat de Congregatie van de Aflaten aangaat, waarvan het getal der Kardinalen enGa naar margenoot+ Prelaten niet bepaalt is, word gehouden by den Oudsten van dien de Paus hier toe last geeft, en die het Roomsche Hof noodig geoordeelt heeft te doen vergaderen, sedert het gehoudene Trentynsche Concilie, om te onderzoeken of de oorzaaken en beweegredenen der verzoekers van de Aflaten rechtmatig en wettelyk zyn.
Alle de smeekschriften der Verzoekers zyn in deeze Congregatie niet anneemelyk, dan in den naam van den Paus, die door alle zyne Voorschriften blyken laat, waarvan zich de Gevolmachtigden van deeze Vergadering dienen, dat hy alleen de Bezitter en volstrekte Uitdeeler deezer goederen is,