Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 174]
| |
genomen worden, en verbiedende alle de Uitleggingen die men over de Leerstukken, aldaar vast gestelt, zoude konnen doen; zoo dat de Paus voor zich behield alle de verklaringen die hy 'er van te geeven, zoude noodig vinden. Sixtus de V. bevestigde deeze Congregatie, en gaf haar het gezag, de punten van Kerkelyke Tucht te verklaaren: maar niet deeze van 't Geloof zonder zyn opzicht. Ga naar margenoot+ Deeze Congregatie word eens in de week, te weeten, des Donderdags of Zaturdags by den oudsten der Kardinalen gehouden, waar uit de zelve bestaat, schoon hy het Hoofdt of den Prefect niet zy, want dit Ampt word door den Paus aan iemandt onder hun gegeeven, die hy met een goedt inkomen begunstigen wil, zonder echter de eer te benadeelen die hy begeert dat men altoos den oudsten Kardinaal deezer Vergaderinge geeve, laatende de Vergadering by hem houden. Alle de Afvaerdigingen van deeze Congregatie worden uit liefde gedaan, en zyn door 't Hoofdt van de Vergadering geteekent, die 'er mede het Zegel opdrukt, 't welk in zyne bewaaring is; en dit Ampt met dat van Prefect, brengt hem twaalf hondert goude Pistolen jaarlyks op, die hem uit de gelderen van de Apostolische Kamer betaalt worden. De andere Kardinalen hebben geen vast inkomen om deeze Congregatie by te woonen: maar 't is hen een eer verkooren te worden, om de gewigtigste stoffen van den Godtsdienst te verklaaren. Ga naar margenoot+ De Vaders van 't Concilie van Trente overweegende het groot getal van schadelyke Boeken die sedert de uitvinding van de Drukkery in 't licht gekomen waren, en deeze die zy bevonden met den Godtsdienst strydig te zyn, zoo wel die van de eerste eeuwen des Christendoms en de volgende, als zedert de Reformatie van Luter en Calvyn: beveelende eenige Kardinalen, Prelaten en Godtgeleerden deeze Boeken na te zien die moesten verbeeterd worden, als ook die waarvan de lezing niet onverschillig aan alle moest gedoogt worden, die van de Katholyke Godtsdienst waren, en deeze die moesten verbrandt worden, of t'eenemaal verduistert. Ga naar margenoot+ Deeze Gevolmachtigden maakten 'er lysten van in veele Classen verdeelt, en het Concilie beval vervolgens de Verbeetering door een tweeden Druk te doen, over alles 't welk door deeze Onderzoekers in de Boeken der Classe was aangeteekent, alwaar zy de Werken verdeelden, waarin men de verandering had gemaakt. Aanmerkelyk is 't dat men toen niet deed dan op de bladwyzers der Boeken de plaatsen aan te teekenen, diein 't werk deezer Geschriften iet aantoonde 't welk met de Leerstukken en de Leer der Katholyke Kerke strydig was, en men teekende alles door het woordt Deleatur aan, alwaar men iet doorgehaalt had. Niet weinig Boeken wierden 'er in de Classe van dien gestelt die men beslooten had t'eenemaal uit den weg te ruimen; men vind 'er echter nu noch veele van, die t'eenemaal onverminkt zyn gebleeven, als ook eenige exemplaren, die volgens het besluit van 't Concilie onaangeroert gebleeven zyn, nademaal het den Gevolmachtigden deezer Congregatie van de voornoemde Registers niet mogelyk was, van hun alle te verplichten of te noodzaaken die in hunne Bibliotheken van de zelven verzien waren, om 'er de zelfde byvoegzelen en verkortingen aan uit te voeren; hierom is 't dat men zoo veele Drukken van de zelfde Schryveren vind, die onderling zeer verschillende zyn. De Boeken waarvan de Lezing door dit Concilie verboden was, wierden mede in zodanig een groot getal bevonden als die van de andere Classen, en deeze Vaders lieten een Dekreet uitgaan, waar door zy alle, die de zelve lazen of zonder hun uitdrukkelyk verlof achterhielden, in den Ban deeden, 't welk nu door geschrifte geschied, aan alle die geene die de Congregatie des aangaande noodig oordeelt, in te willigen, met onderscheiding of zonder eenige bepaaling van tydt noch plaats: waarin echter dit onderscheid bestaat tusschen het verlof 't welk mede de Meester van 't gewyde Paleis geeft, van deeze verboden Boeken te leezen, niet dan aan deeze die werkelyk te Rome hun verblyf houden, en aan geene anderen wie 't ook zy, toestaan kan: maar de Gevolmachtigden van de Congregatie deezer Registers, hebben het vermogen van dit verlof aan alle den geenen te geeven die van de Katholyke Godtsdienst zyn, in welk gedeelte der Waereldt het zy. Paus Pius de V. bevestigde de Instelling van deeze Congregatie, en belaste haar de Verdachte Boeken te onderzoeken die sedert het houden van het Trentynsche Concilie geschreeven waren, en die men in 't toekomende schryven of uitgeeven mogt, waarin het vermogen deezer Congregatie die van de Inquisitie overtrof, die niet dan het recht heeft de Boeken het Geloof wederstrevig te doemen: doch niet deeze die de Zeden, of de Kerkelyke Tucht en de Burgerlyke Gemeenschap behelsden, gelyk wel de Gevolmachtigen deezer Registers deeden. Deeze Congregatie bestaat uit verscheiden Kardinalen, en een Geheimschryver van St. Dominicus Orde. In de zelve hebben ook | |
[pagina 175]
| |
eenige Godtgeleerden toegang, onder den tytel van Raadgevers bekent, aan wien men mede Boeken te onderzoeken aanbeveelt om 'er bericht van aan de Congregatie te geeven, waarin zy echter geene overweegende stem hebben. De Vergadering word somtyds voor den Paus gehouden, en eertyds by den oudsten Kardinaal: maar zelden is ze vergaadert, tenzy over zaaken van gewigt. |
|