Mijne porte-feuille(1828)–Js. M. Pfeil– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 128] [p. 128] Danon en Cloë. Bij hunne ondertrouw. wijze: l' Amour est un enfant trompeur. damon, Van alle meisjens die ik zag, Kon ééne mij verrukken, En wat zij op mijn hart vermag, Is niet om uit te drukken, Haast zal ik, aan haar lieve hand, Verëenigd door den huwlijksband, De fchoonste bloemen plukken. bis. cloë. Van alle jongens die ik zag, Kon één mij 't meest bekoren, En wat hij op mijn hart vermag, Deed ik hem kunstloos hooren, Ik reikte hem, hij mij, de hand, En mij wordt door den huwlijksband, Het hoogste heil beschoren. bis. [pagina 129] [p. 129] Beide. Vivat, hoezee! met hart en mond, Door geestdrift aangedreven, Verheffen wij deez' blijden stond, Den schoonsten van ons leven! Het is noch rang noch goud, o neen! Regtschapen liefde en trouw alleen, Die hulde wordt gegeven. bis. De liefde die ons jeugdig hart, Het reinst genot doet smaken, Zal, daar zij alle wêerspoed tart, Ons beider heil volmaken; En als het levensvuur verflaauwt, En als de laatsten avond dauwt, Zal ons haar gloed nog blaken. bis. Vorige Volgende