Mijne porte-feuille

(1828)–Js. M. Pfeil– rechtenstatus



[pagina 108]
Het oude en nieuwe jaar. wijze: Wilhelmus van Nassouwen. Vivat ons blij veréénen, Bij 't eindperk van dit jaar! De gastheer heeft zijn tafel, En heel haar toestel klaar; 't Is alles rein en keurig, Waar ik mijne oogen sla, Men schaft ons lekker eten, En wijn et caetera. Wij hebeen hier vrij labes, 't Kost ons geen halve cent, Te huis bij onze vrouwtjens, Zijn wij 't zoo niet gewend. 't Is daar, met onze spijzen, Maar burgerlijk gesteld, En zelfs ook die potagie, Kost handen vol met geld.
[pagina 109]
Veel beter koop en vrolijk, Zijn wij hier bij elkaar, Wij geven u klandizie Voor 't gansche volgend jaar, Onthaal ons, lieve gastheer! Zoo om den andren dag, Het meesten deel der menschen, Studeert op vrij gelag. Doch, waar gij op moogt letten, Ons glas is waarlijk leêg, Dat kan niet door den beugel, 't Is of men weêrzin kreeg; Wel aan, dan laat ons schenken! De hand aan 't glaasje klaar, Klok, klok, het uitgedronken, Tot afscheid van dit jaar! En nu, - het is na twaalven, Heft aan, veréénd van zin! Hoezee! Hoezee! wij treden Een nieuwen jaarkring in, Ons lied moet helder klinken, De wijn geeft kracht en moed! Komt, vrienden! wij zijn vaardig, Met onzen zegengroet.
[pagina 110]
Wij wenschen onzen gastheer, En al de gasten mêe, Gezondheid zonder stoornis, En huisselijke vrêe, Wij vragen elk zijn vriendschap, En zweren die elkaar, Vivat ons blij vereéénen, Bij d' aanvang van dit jaar!