Bibliographie der Middelnederlandsche taal- en letterkunde. Deel 2. De literatuur bevattende verschenen van 1888-1910

4. Tekstuitgaven en Critiek.

I. Verzamelingen.

Zie N^o. 387-1152.

De hier vermelde verzamelingen zijn van algemeenen aard. De verzamelingen van Liederen, van Sproken, Boerden en verhalende Gedichten, van Tooneelstukken, van Prozastukken enz., enz., zoeke men in de desbetreffende hierachter volgende afdeelingen. - De werken en stukken verschenen in de hier vermelde Verzamelingen zijn alle met hun afzonderlijke titels in de hierachter volgende afdeelingen opgenomen.

1394. Bibliotheek van Middelnederlandsche Letterkunde, onder

[p. 26]

redactie van H.E. Moltzer en J. te Winkel [afl. 53 enz. onder redactie van J. Verdam en J. te Winkel] Afl. 43-74. Groningen, J.B. Wolters 1889-1903. Leiden, A.W. Sijthoff 1904-1909. 8^o. Afl. 43. Het Nederduitsch glossarium van Bern, uitg. d. F. Buitenrust Hettema. Afl. 44. Frederik III en Karel de Stoute te Trier 1473 enz. uitg. d. H.E. Moltzer. Afl. 45. Levens en legenden van heiligen. I. uitg. d. H.E. Moltzer. Afl. 46-48, 50, 51, 52, 53. De Limburgsche sermoenen uitg. d. J.H. Kern. Afl. 49. Het Heilige Kruis en de Denensage te Breda uitg. d. L. Wirth. Afl. 54, 55, 61. De levens van Jezus in het Mnl. uitg. d. J. Bergsma. 1-3. Afl. 56, 57, 59, 60. Maerlants Strophische gedichten bewerkt d. J. Franck en J. Verdam. Afl. 58, 62. Parthonopeus van Bloys. Opnieuw uitg. d. A. v. Berkum. 1-2. Afl. 63, 66, 67, 71. Mnl. dramatische poëzie uitg. d. P. Leendertz Jr. Afl. 64, 65, 68, 69. Des Coninx Summe uitg. d. C. Tinbergen. Afl. 70, 72-74. Van den doechden der vuriger maechden van diepenveen uitg. d. D.A. Brinkerink. Ferguut van E. Verwijs opnieuw bewerkt en uitg. d. J. Verdam.

1395. Van alle tijden. Onder redactie van C.G. Kaakebeen en J. Ligthart. N^o. I-III. Groningen, J.B. Wolters 1902-9. 8^o. I. Esmoreit. Abel spel uit de XIV^e eeuw. II. Beatrijs. III. Reinaert de Vos.

1396. Leuvense Tekstuitgaven [onder red. van L. Scharpé]. N^o. I-IV. Leuven, Keurboekerij 1906-8. 8^o. I. Esopet. Uitg. door J. de Cock. IV. Hadewijch Proza. Uitg. door J. van Mierlo Jr. II, III zijn werken uit de XVI^e eeuw.

1397. J. Verdam, Over de Oudvlaamsche Liederen en andere Gedichten der 14^e en 15^e eeuw [uitg. d. C. Carton in 1849] (Zie N^o. 394). - Tijdschr. v. N.T. en L. IX, 1890 blz. 273-301.

1398. N. Geerts, Die altflämischen Lieder der Handschrift Rhetorijcke ende ghebeden-bouck van Mher Loys van den Gruythuyse (N^o. 394). Ein Beitrag zur Beurteilung ihrer Sprache, ihres Verhältnisses zu deutschen Liedersammlungen, ihrer Metrik, sowie zur Verfasserfrage. Inaug. Diss.... der Univ. Zürich, Halle, E. Karras 1909 (VIII, 122 S.) 8^o. Inhoud: Einleitung. - I. Die Sprache. - II. Das Verhältnis der Ovl. L. zu deutschen Liedersammlungen. - III. Die Metrik. - IV. Der Stil. - V. Der Dichter. - Anhang. Beitrag zur Textkritik.

1399. Kleine mittelniederländische Dichtungen. Aus einer HS. in der Kön. Bibliothek zu Berlin herausg. von H. Brandes. - Jahrbuch d. Ver. f. Niederd. Sprachf. XIII 1887 blz. 111-121.

[p. 27]

1400. Nap. de Pauw, Mededeeling van eenen uittegeven bundel Middelnederlandsche Gedichten en Fragmenten. - Versl. d. K. Vl. Acad. 1891 blz. 399-405.

1401. Middelnederlandsche Gedichten en Fragmenten uitg. door Napoleon de Pauw. Gent, A. Siffer 1893-1903. Dl. I, II. (Dl. I, 728 blz.; Dl. II, blz. 1-276). 8^o. Dl. I. Geestelijke en zedelijke gedichten. Dl. II. Wereldlijke gedichten. Uitg. door de Kon. Vlaamsche Academie v. Taal- en Letterkunde. Beoord. d. J. te Winkel in Liter. Centralbl. 1894 N^o. 51.

1402. J. Verdam, Kleine middelnederlandsche overblijfselen. - Tijdschr. v. N.T. en L. XI, 1892 blz. 285-305.

1403. W. de Vreese, Nieuwe Mnl. fragmenten [in de Univ. Bibliotheek te Gent]. - Als voren XIII, 1894 blz. 235-255, XIV, 1895 blz. 38-52, XV, 1896, blz. 73-78, 277-307, XVII, 1898 blz. 200-222, XIX, 1901 blz. 269-288.

1404. Gedichten uit het Haagsche Liederhandschrift uitgegeven en toegelicht uit de Middelhoogduitsche lyriek. Acad. proefschrift van J^a. A^a. Nijland. Leiden, G. Los 1896 (XVI, 224 blz.). 8^o. Inhoud: Middelhoogduitsche Lyriek. Inleiding. Provencaalsche en Noordfransche Lyriek. I. Geschiedenis der mhd. Lyriek. - II. Inhoud der mhd. Lyriek. Minnelyriek. - Spruchpoesie. - Noten. - Het Haagsche Liederhandschrift. - Gedichten. Beoord. door J.J.A.A. Frantzen in Taal en Letteren VI, 1896 blz. 199-204; d. H.C. Muller in Ned. Spectator 1896 N^o. 8. a. De lyriek in de middeleeuwen [naar aanleiding van het voorg.]. - Noord en Zuid XIX, 1896 blz. 245-260.

1405. L. Scharpé, Uit een HS. der Stadsboekerij te Brugge [bevattende aanteekeningen van verschillenden aard en gedichtjes]. - Leuv. Bijdragen I 1896 blz. 61-74.

1406. J. Franck, Aus der Komburger Handschrift. - Tijdschr. v. N.T. en L. XVII, 1898, blz. 269-282.

1407. - Mittelniederländisches aus Köln. - Als voren XVIII, 1899 blz. 268-283.

1408. A. Beets, Uit een Berlijnsch handschrift. - Als voren XXII, 1903, blz. 179-202.

1409. C.G.N. de Vooys, Verspreide mnl. geestelike gedichten, liederen en rijmspreuken. - Als voren XXIII, 1904 blz. 41-79.

1910. Karolingsche verhalen. Carel en Elegast. De vier Heemskinderen. Willem van Oranje. Floris en Blancefloer. In nieuwer form overgebracht door Jos. A. Alberdingk Thijm. 3^e uitg. Amsterdam, C.L. van Langenhuysen [1884] (XI, 231 blz.). 8^o.