Bibliographie der Middelnederlandsche taal- en letterkunde. Deel 1

[p. 234]

Bijvoegsels en verbeteringen.

1131. Bl. 12, bijvoegen: N^o. 137a L.Ph.C. van den Bergh, Herinneringen aan oude Utrechtsche dichters [Suster Baert (Bertke?), Jan van Brederode en een ongenoemde]. - Tijdschr. v. geschied. enz. van Utrecht II (1836) bl. 284.

1132. Bl. 20, N^o. 223-224 behoorden te dezer plaatse niet vermeld te worden. Zij komen voor op bl. 181 en 194.

1133. Bl. 20, bijvoegen: N^o. 219a O. Lorenz, Deutschlands Geschichtsquellen im Mittelalter seit der Mitte des XIII Jahrhunderts. 3e in Verbindung mit A. Goldmann umgearbeitete Auflage. Berlin 1887. 2 dln. 8^o. Bd. II Bl. 11-31: Die Niederlande. a. Reimchroniken. b. Chroniken besonders von Flandern und Brabant.

1134. Bl. 20, bijvoegen: N^o. 224a C.G. Kaakebeen, De invloed der Duitsche letteren op de Nederlandsche. Culemborg 1888. 8^o. Bl. 4-24. Middeleeuwen.

1135. Bl. 21, bijvoegen: N^o. 226a L.E. Bosch Sr., Zuster Bertke, de Utrechtsche kluizenaarster en dichteres. - Utrechtsche Volks-Almanak 1864 bl. 197-213.

1136. Bl. 28, bijvoegen: N^o. 320a Em. Hiel, Van Maerlant. - Versl. en Meded. d. K. Vlaamsche Acad. 1887, bl. 309-311, 1888, bl. 16-21.

1137. Bl. 34, Verbeteren: N^o. 386 P.J. Blok, Verslag enz. Bijvoegsel tot de Ned. Staatscourant 1888 N^o. 35 lees N^o. 55. - Dit Verslag is thans ook in boekvorm verschenen te 's Gravenhage.

1138. Bl. 36, bijvoegen: N^o. 390a. Ter wille der volledigheid zij hier vermeld dat de uitgever Rob. Natan te Utrecht in 1838 een Berigt van inteekening verspreidde op een driemaandelijksch Tijdschrift, get.: Bibliotheek voor oude Nederlandsche letterkunde. Uit te geven door L.Ph.C. van den Bergh en J.J.D. Nepveu. - De uitgave echter vond niet plaats. - Zie hierover R. Fruin, Levensbericht van L.Ph.C. van den Bergh in Jaarb. d. Kon. Academie d. wetensch. 1887 bl. 74.

[p. 235]

1139. Bl. 42, verbeteren: N^o. 421h staat Theophilus (1852) lees (1858).

1140. Bl. 48, N^o. 430. Het Roelandslied e, bijvoegen: Verg. Ned. Spectator 1862 bl. 90.

1141. Bl. 60, N^o. 451. Walewein. Bijvoegen: j. G.H. Betz, Hoe Walewein afreed (bewerking in nieuwerwetsche taal en vorm van vers 34-202). - Ned. Spectator 1888 bl. 250.

1142. Bl. 62, N^o. 455. Moriaen. Bijvoegen: d. J. Verdam, Dietsche verscheidenheden (Moriaen vs 983, 1425 volg.). - Tijdschr. v. Ned. Taal- en Letterk. VIII (1888) bl. 90-202.

1143. Bl. 86, N^o. 478. Levene ons Heren. Bijvoegen: c. A. de Jager, Proeve ter opheldering van eenige min of meer duistere plaatsen in het onlangs door P.J. Vermeulen uitg. rijmwerk: Van den levene ons Heeren. - Alg. Konst- en Letterb. 1833 I bl. 370-376. - De woorden: Verg. A. de Jager enz. moeten vervallen.

1144. Bl. 87, N^o. 479 bijvoegen: k. A. Bachmann, Een middelnederlandsch gedicht uit een HS. te Zürich [getiteld: Hier beghinnen VII blysscappen van onser lieven sueter Vrouwen der maghet Maria. - Tijdschr. v. Ned. Taal- en Letterk. VI (1886) bl. 317-320.

1145. Bl. 96, N^o. 496. Legende van het Heilige kruis. Bijvoegen: a*. History of the Holy Cross, reproduced in facsimile from the original edition printed by J. Veldener in 1483. Ed. by J.Ph. Berjeau. London 1863. 4^o. a**. Legendary History of the Cross: a Series of sixty four Woodcuts from a Dutch Book published by Veldener, A.D. 1483. With an Introduction by John Ashton and a Preface by S. Baring Gould. London 1887. 4^o. Beoord. d. M. Stokes in The Academy 1887 N^o. 768 bl. 65 en in Saturday Review 1887 N^o. 63 bl. 173.

1146. Bl. 97, N^o. 504. X Geboden. Bijvoegen: Die zehn Gebote. Beg.: Hebt lyf dynen here, dynen god. Medeged. naar een HS. te Luik door F.J. Mone in zijn Uebers. d. Niederl. Volksliteratur (1838) bl. 253. Die tien gheboden Gods, beg.: Min god wt al dyns herten gront! - Naar een HS. op de Herzogl. Bibliothek te Gotha medegedeeld door Karl Regel. - Mittelniederl. Psalmen (1864) bl. 11.

1147. Bl. 102, N^o. 521. Martijns. III Dander Martijn lees II Dander Martijn.

[p. 236]

1148. Bl. 125, N^o. 542. Rijmkronijk van Jan van Heelu, bijvoegen: b*. A.J. Servaas van Rooijen, Redevoering over Jan van Heelu en den held van zijn gedicht Jan I Hertog van Brabant. - Handel. v.h. Prov. Genootsch. van Noord-Brabant 1880.

1149. Bl. 133, N^o. 545. Die Brabantsche Yeesten, regel 9 van boven staat: de uitg. van d, f, k - lees: d, f, j.

1150. Bl. 144, N^o. 557. Der Minnen Loup, bijvoegen: h. Jan ten Brink, Middeleeuwsche liefdesgeschiedenissen. - Nederland 1888, II, bl. 357-404.

1151. Bl. 146, bijvoegen: N^o. 564a. Ueber das Leben der Geistlichen. Medeged. naar een HS. te Brussel door F.J. Mone in zijn Uebers. d. Niederl. Volksliteratur (1838) bl. 299-301.

1152. Bl. 162, N^o. 611. Willem van Hildegaertsberch, bijvoegen: q. Mittelniederländische Bruchstücke [aus der Rostocker Univ.-Bibliothek] mitgetheilt von K.E.H. Krause. - Jahrb. d. Vereins f. Niederd. Sprachf. XII (1886) bl. 106-118. Deze fragmenten behooren tot de Gedichten van Willem van Hildegaertsberch en zijn alle reeds opgenomen in de hiervóorgenoemde uitgave o. - Zie de Inleiding dezer uitgave bl. xxvi.