Dispreggio del Mondo. Verachtinge des Werrelts.
Een bedaeght en gewapent Man, met een Palmtack in de slincker hand, en een Spies in de rechter. Hebbende 't hoofd ten Hemel gekeert, zijnde met Lauwer gekroont, vertredende onder zijne voeten een goude kroone met een Scepter.
De verachtinge des Werrelts is anders niet, als daer in een weersin of verdriet te hebben, en de Rijckdommen weinigh te achten, als mede de eere en hoogheyt van dit sterflijcke leven, om de goederen van 't eeuwige leven te verkrijgen, 't welck door den gewapenden krijghsman, en de vertreeden kroone en scepter, wort vertoont.
Hy houd het hoofd ten Hemel, overmits dese verachtinge spruyt uyt heylige prickelingen en gedachten, die alleen tot God gericht zijn.
Gewapent is hy gestelt, om datmen sonder strijd of tegenstand, tot dese volmaecktheyt niet kan komen, diewelcke hy doet