Tenacita. Vasthoudentheyt.
Een Vrouwe die van alle sijden met klimop omslingert is, houdende de spruyten van dieselve plante in haere handen.
De toe-eigeninge van Vasthoudentheyt, is den klimop toegeeygent, als een beteyckende saecke, van binden en van omarmen. Diewelcke eertijts onder den Romeinen, by den Priester van Iupiter, niet alleene een droeve voorsegginge was dieselve aen te roeren, maer oock om die te noemen: ten opsicht, het niet mocht blijcken, dat de Priesters in eeniger maniere waeren verbonden, 't zy met woorden, wercken of gedachten.
Om dese reeden wast haer oock niet geoorloft eenen ringh te dragen, willende dat den Priesteren alle dingen vry soude zijn. Daerom leestmen by Virgilium, wanneer Dido wilde offerhande doen, deede zy de banden van haere voeten wegh, en sneet die oock rontom van haere kleederen.