Accidia. Vadsigheyt.
Een oude leelijcke en qualijck gekleede Vrouwe, diewelcke sittende, den hand onder de slincker wange houd, waer in zy een letterrol heeft, met het opschrift Torpet iners. De traege Mensch is vadsigh. Hebbende d'elleboogh op de knye, 't hoofd scheef, en met swart laecken gehult, hebbende in den rechter den Visch Torpedo.
Vadsigheyt, nae dat Damascenus verhaelt, is een moeylijckheyt, die 't gemoed beswaert, en die niet toelaet, datmen eenigh goed werck ter handen neemt.
Zy wort oud gemaeckt, om dat de kracht in d'oude Iaeren ophoud, en de macht om te arbeyden ontbreeckt, gelijck David in den 71 Psalm seyt, Heere verwerpt my niet in mijn Ouderdom; als my mijn kracht beswijckt, soo wilt my niet verlaeten.
Slordigh is zy gekleet, om dat de Vadsigheyt zijnde gantsch niet wercklijck, armoede en ellende aenbrenght, gelijck Salomon Proverb. 28 seyt: Die zijn Land bouwt, sal met brood versadight werden, en wie de leedigheyt volght, sal met armoede vervult worden. En Seneca seght: De luyheyt is een voedster van gebreck en armoede.
Het sitten op de maniere als geseyt is, bediet dat de Vadsigheyt en traegheyt den Mensche leedigh houd; gelijck de spreuck seer wel seyt. En Bernardus bestraft de traege in zijne Sendbrieven, aldus, seggende: O onverstandige Mensch! Duysentmael duysent dienen hem, en tien hondert duysent staen by hem, en ghy neemt u voor te sitten?
Het hoofd met swart laken bedeckt, vertoont, dat het gemoed van de vadsige met luyheyt omset is, maeckende den Mensche dof en sonder verstant, gelijk Isidorus verhaelt, door de traegheyt beswijckt het verstand en de krachten.