Innocenza. Onnoselheyt.
Een Maeghdeken in 't wit gekleet, hebbende op 't hoofd een bloemekrans, met een Lammeken onder den arm.
Zy sal een Maeghdeken met een kransken geschildert worden, om dat het gemoed van de Onnosele ongequetst en suyver is. Derhalven seytmen dat Onnoselheyt een suyver en vry gemoed eens Menschen is, dat alle zijne handelingen sonder quetsinge van zijne Conscientie doet en denckt in alle oprechtigheyt des Geests.
Het Lammeken bediet Onnoselheyt, want het heeft noch gedachten noch krachten om iemant te misdoen, noch iets om te wreken dat hem misdaen is, maer verdraeght alles geduldigh, sonder striblinge, het zy datmen 't scheert of dood: En dat nae de Onnoselheyt I. Christi, die zijnen Mond tegens zijnen scheerder niet op deede; gelijck de H. Schriftuyre getuyght, wesende in hem het aldereedelste beeld der Onnoselheyt.