October.
Een Iongelingh in een Weyde, daer in hy vertoont, dat hy eenige boomtjes en struyvellen sal hebben geplant, die met veele stricken en knippen behangen zijn, en hy sal een Vogelnet voor hem hebben, speelende op zijn sluytjen, loerende hoe hy den Vogeltjes magh verschalcken, die zijn bedrogh niet vermercken. En alsoo hy ter sijden in een hutte is afgescheyden, soo sit hy al lacchende, om dien gevangen Vogel te dooden, die mette opgeslagen vlercken noch eenige weere doet om te ontvluchten, 't welck alleene vertoont, dat October de eerste Maend is van den Vogelvanghst.