Gola. Gulsigheyt.
Een Vrouwe gekleet in roestige verwe, hebbende een lange hals als een Kraen en een seer dicke buyck.
De Gulsigheyt of Slocklust, gelijck Thomas seyt, is een ongemanierde genegentheyt nae eenigh dingh, dat totte smaeck behoort, en daerom wortse met sulcken langen hals gemaelt ter gedachtnisse van Philoxenus, die sulcken gulsigaert was, dat hy wenschten dat hy een hals hadde als een Kraen, om alsoo de spijse langer te mogen smaecken, eer die in den buyck daelde.
De grovigheyt en dickte des buyx, worden de kracht van de Gulsigheyt toegeschreven; En van de Gulsige wordt geseyt, datse haer hooghste goed in den buyck stellen, om als die ledigh is, weder op den leest te slaen, en alsoo den Pampsack stadigh te vullen en te lossen.
Het roestige kleed dient totte oneedelheyt van 't gemoed, dat van dese lelijckheyt is overwonnen en t'ondergebracht en van alle Deughd berooft. En gelijck de roest het yser verteert, waer uyt het selve voortkomt, alsoo verteert de Gulsigert sijne middelen en Rijckdom, waer van hy behoorde te leven.