Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants
(1971)–Dirck Pietersz. Pers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 132]
| |
hem Philostraius afmaelt, om dat dees ouder meest tot bancketten en gastmaelen genegen is. De gastmaelen worden gehouden totte algemeene vrolijckheydt onder den Vrienden, en daerom wort hy schoon en lachende gemaelt, met een krans van bloemen, om de openhertigheyt van 't gemoed in dese lieflijckheyt, die door 't by een komen en aenwassen van de Vriendschappen, die door de gastmaelen plaghten veroorsaeckt te worden, te vertoonen. De aengesteecken Fackel schilderden de Oude in handen van Hymenaeus den God der Bruyloften, om dat hy de gemoederen en verstanden in de gastmaelen, wacker en lustigh hout, kostelijck opschaffende, grootmoedigheyt verweckende, om sulx van gelijcken wederom te pleghen, en van den Vrienden de plichten der danckbaerheyt te ontfangen. |
|