Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Moeder de Gans. Vertellingen uit de Oude Toover-Wereld (ca. 1890-1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van Moeder de Gans. Vertellingen uit de Oude Toover-Wereld
Afbeelding van Moeder de Gans. Vertellingen uit de Oude Toover-WereldToon afbeelding van titelpagina van Moeder de Gans. Vertellingen uit de Oude Toover-Wereld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.96 MB)

Scans (13.21 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

sprookje(s)
verhalen
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Moeder de Gans. Vertellingen uit de Oude Toover-Wereld

(ca. 1890-1900)–Charles Perrault–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]


illustratie

 
Mama de Gans, zit hier baar kind ren voor te lezen,
 
Van Tooverijen, uit de tijden lang voor dezen;
 
Naar 't spreken van de Wolf en Blaanwbaards vrouwenmoord; -
 
Maar luistert eens, o jeugd! wat ik u doe verstaan,
 
Gelooft geen Tooverij, want zij heeft nooit bestaan,
[pagina 6]
[p. 6]


illustratie

 
ROOD KAPJE wordt door Moederlief,
 
Terwijl de Wolf gluurt,
 
Met boter en met wafeltjes,
 
Naar Grootmoê toegestuurd.
[pagina 7]
[p. 7]

Moeder de Gans
Vertellingen.

Rood Kapje.

Daar was een jong meisje in een zeker dorp, het aardigste en bevalligste dat men ooit gezien had. Hare moeder was zeer gek met haar en hare grootmoeder nog gekker. Deze goede oude vrouw liet haar kleindochtertje een een rood japonnetje maken, hetwelk haar zoo fraai stond, dat men overal haar, door de wandeling rood kapje noemde.

De moeder op zekeren tijd wafeltjes gebakken hebbende, zeide tot haar: ga heen en ziet hoe uw grootmoeder vaart, want ik heb gehoord dat zij ziek is, en breng haar deze wafeltjes met dit potje boter. Rood kapje ging terstond heen om hare grootmoeder, die in een ander dorp woonde dit te brengen.

[pagina 8]
[p. 8]

Onderwegen door een bosch gaande, ontmoette zij Wolfneef, die wel groote lust had om haar op te eten, maar hij dorst het niet te wagen, daar eenige houthakkers in het bosch waren. Dus vroeg hij haar: waar zij heen ging? Het onnoozel kind, niet wetende dat het gevaarlijk was, een Wolf het oor te leenen, antwoordde: naar mijne grootmoeder, om haar deze wefeltjes met dit potje boter te brengen. Woont uwe grootmoeder ver van hier? vroeg de Wolf, Ja, zeide rood kapje het is voorbij de molen, die gij daar ginter ziet; het eerste huis in het dorp. 't is wel! zeide de Wolf, ik zal haar ook gaan bezoeken; maar ik zal dezen en gij dien weg gaan, en wij zullen zien wie er het eerst wezen zal.

Men begrijpt ligtelijk dat de Wolf den korsten weg zal gekozen hebben De Wolf was dus de eerste die bij grootmoeder was, en aanklopte: paf! paf! - Wie klopt daar? riep de grootmoeder. Uwe dochterde rood kapje, antwoordde de Wolf: (hare stem met een nabootsende) die u wafeltje brengt met een potje boter, dat mijne moeder u zendt, De goede oude vrouw op haar bed liggende en daarbij ziek zijnde, riep: trek maar aan

[pagina 9]
[p. 9]

het riempje, dan zal de klink opgaan. Dit deed de Wolf, en de deur ging open. Dadelijk viel hij op de grootmoeder aan en verscheurde haar in een oogenblik; (want hij had in drie dagen niets gegeten.) Vervolgens sloot hij de deur toe en ging in grootmoeders bed liggen, verwachtende rood kapje die kort daarna ook kwam. Paf! paf! Wie is daar? vroeg de Wolf. Het onnoozel meisje die groffe stem hoorende, verschrikte in het eerst, maar meenende dat hare grootmoeder verkouden was, antwoordde zij: ik ben uw dochtertje rood kapje, die u wafeltjes brengt met een potje boter, dat mijn moeder u zendt.

De Wolf zijne stem verzachtende, riep: trek maar aan het riempje en de klink zal opgaan. Het meisje deed het, en kwam in huis. De Wolf haar ziende inkomen, kroop onder de dekens en zeide: zet de wafeltjes en het potje boter op de regtbank neder en kom dan bij mij liggen.

Rood kapje ontkleede zich en kwam te bed. Zij was niet weinig ontsteld, toen zij hare grootmoeder in zoo een wonderlijk nachtgewaad zag. Daarop zeide zij: wel grootmoeder wat heb je grooten armen! dat

[pagina 10]
[p. 10]

is om je des te beter te kunnen omhelzen, dochter! Grootmoeder wat heb je groote beenen! dat is om des te beter te kunnen loopen, kind! Grootmoeder wat heb je groote ooren! Dat is om des te beter te kunnen hooren, dochter! Grootmoeder wat heb je groote oogen! Dat is om des te beter te kunnen zien, kind! Grootmoeder wat heb je groote tanden! Dat is om u op te eten, zeide de Wolf. En dit gezegd hebbende, viel dit booze dier rood kapje op het lijf, en slokte het schoone, maar tevens onvoorzigtige kind op.

 



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken