Woord vooraf
Bij het schrijven van dit boek heb ik dankbaar gebruik gemaakt van veler hulp. Tientallen mensen reageerden op mijn oproep in een aantal dagbladen. 23 oud-leerlingen vulden op mijn verzoek vragenlijsten in. Met 32 oud-leerlingen voerde ik gesprekken. Ze gaven mij hun vertrouwen, stelden foto's ter beschikking, lieten brieven zien, dagboeken, rapporten, prospectussen en wat dies meer zij. Hun allen ben ik zeer erkentelijk. De oudste van de geïnterviewde personen werd geboren in 1906, de jongste in 1953. Enkelen stelden er prijs op anoniem te blijven. De namen van de anderen zijn: G. Alofs, P. v.d. Bruggen, P. Castermans, A.H.M. Derkx, W. Dijcks, H. Dircks, G. Donkers, J. Egelmeers, F. Geraedts, J. de Groot, P. Hendriks, T. Hinterding, B. Houbraken, L.v. Kalmthout, J. Klerken, H.v. Onna, W.v. Oss, B. v.d. Pol, J.W. Post, H. Ridder, A. Sonnen, H. Tindemans, L. v.d. Ven, T. Vermunt, J. Verwijst, Th. Vesseur, E. Vliegen, F.v. Weert, H. Wegman.
Samen representeren de geïnterviewden niet alleen de verschillende periodes met hun eigen sfeer, maar ook de verschillende typen kostscholen die in dit boek aan de orde komen. Sommigen van hen zijn op een later tijdstip in hun leven naar het internaatsleven teruggekeerd in functies als surveillant, prefect, groepsleider, docent. Ook over hun ervaringen in die periode hebben ze met mij gesproken.
Ofschoon dit boek dus op het eerste gezicht het produkt schijnt van gepraat en geschrijf door, over en voor mannen, wil ik ook melding maken van de bijdrage geleverd door al die zussen, echtgenotes en vriendinnen. Niet zozeer vanwege de koffie (steeds meer mannen blijken trouwens in staat die zelf te zetten), maar vooral omdat zij vaak degenen waren die mijn oproep uit de krant knipten. Die zeiden: ‘Zeg, is dit niks voor jou? Moet jij hier niet op reageren?’ Die er tijdens het interview eigenlijk wel graag bij bleven zitten (‘Ik zal