Mijn tegenstem(1975)–Hugues C. Pernath– Auteursrechtelijk beschermdGedichten 1966-1973 Vorige Volgende [pagina 88] [p. 88] Als een verwante, met niemand heb ik de hoop gemeen Als een verwante, met niemand heb ik de hoop gemeen Met niemand de keuze van de liefde Waarmee ik eenzaam leef, waarmee ik wankel Bewegend maar bedwongen door het mateloze landschap 5[regelnummer] Waarin de dood de aren leest. Ons blijft alleen de tijd en niet het vluchten En alles dat op de aarde beweegt, Ons blijft de laatste reis van twee vermoeide mensen Het afscheid nemen van de voldragen schoot. 10[regelnummer] Voorgoed. Zoals iedereen het zag, zoals iedereen het hoorde En zoals het ook iedereen zal vergaan Naargelang de afstand naar de verte, de gloed Doorheen de schaduwspelen van mijn schaduw. 15[regelnummer] Als een verwante versteen ik met de geur van de vrouw En het verkrimpen van de kevers op het dodelijke mos. Terwijl de waarheid het afgrijzen verwekt, Een wilde wolk wordt, en wormen willekeurig De eerste balk van ons huis doorboren, 20[regelnummer] Kom ik naar je toe en betast ik jouw kleren Ik kus je, gebogen, gehurkt en verscheurd. Opnieuw worden wij ouder en kleiner En roekelozer in de gestage regen, Waarin wij de rouw dragen voor de vele voorbije banden 25[regelnummer] Verder door de lage landen van de landerigheid. Vorige Volgende