Gedichten(1914)–Jacques Perk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] LIV Herdenking ‘Indien ge een ander waart’, heeft zij beleden, ‘Voorwaar! ik had mij anders dan gedragen.... Maar, toen u de eerste maal mijn oogen zagen, Moest ik met vriendschap reeds u tegentreden.’ Ik hoor dien lach en zilv'ren woorden heden; Hen kende ik twintig jaar in luttel dagend.... De borst zwelt, bij 't herdenken, van behagen, Dat liefde en schoonheid mij haar minnen deden. Zij heeft gevoeld, hoe anders ik beminde, Dan honderd, die zich smeekend voor haar bogen; Mijn eerbied eerde ze als een welgezinde. Thans zal ik weder haar aanschouwen mogen, En tot den stond, dat ik haar wedervinde, Zweeft ze als een star, die leidt, voor biddende oogen....! Vorige Volgende