Gedichten(1914)–Jacques Perk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] XXII Onthulling Eens zag ik om mijn liefde sluiers glijden, En toen ze omhuld bleef, is mijn vreugd gevlucht... Thans zijn de raadsel-nevels blauwe lucht, Die zich aan 't aangezicht der liefde vlijden. - Nooit zal mijn weeldekus uw wang ontwijden. Uw huivrende aanblik is mijn eêlst genucht: Woonde er begeerte naar u in een zucht, Zou 'k dan u aan uw minnaar niet benijden? 't Is of uw zachtheid, liefde en mededoogen Vereering voor ‘het vrouwlijke’ beveelt: Want hiervan is uw blonde schoonheid beeld! De ware vrouw in u houdt me opgetogen.... En zúlk een liefde is niet, die elk begrijpt: Uw schoonheid heeft mijn ziel daartoe gerijpt. Vorige Volgende