Gedichten(1914)–Jacques Perk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Mathilde Een sonnettenkrans in vier boeken [pagina 28] [p. 28] [pagina 29] [p. 29] Boek I Zooals eens Dante alleen ter helle inschreed en statig, stil, tot Maro hem gemoette, zoo wilde ik door de wereld gaan.... [pagina 30] [p. 30] [pagina 31] [p. 31] I Aan de sonnetten Klinkt helder op, gebeeldhouwde sonnetten, Gij, kindren van de rustige gedachte! De ware vrijheid luistert naar de wetten: Hij stelt de wet, die úwe wetten achtte: Naar eigen hand de vrije taal te zetten, Is eedle kunst, geen grens, die haar ontkrachtte; Beperking moet vernuft en vinding wetten; Tot heerschen is, wie zich beheerscht, bij machte: - De geest, in enge grenzen ingetogen, Schijnt krachtig als de popel op te schieten, En de aard' te boren en den blauwen hoogen: Een zee van liefde in droppen uit te gieten, Zacht, éen voor éen - ziedaar mijn heerlijk pogen.... Sonnetten, klinkt! U dichten was genieten. - Vorige Volgende