te willen leeren kennen, niet alleen als koningin, maar ook als de diep beklagenswaardige moeder, die de kwaal der hare, welke hare jeugd zoo vreugdeloos deed zijn, moest zien voortwoekeren in een jongste dochter, na hare beide gehuwde kinderen schier plotseling te hebben verloren, zoodat zij, verteerd van smart, zelve nog in volle levenskracht, onder het drievoudig gewicht van haren jammer bezweek.
Daar zij het dubbel aantal jaren bereikte van Maria van Bourgondië en zoo krachtig optrad, als deze steeds lijdelijk was geweest, viel Isabella niet in een enkel deel te schetsen. Bovendien zou haar optreden als koningin, onder wier regeering Granada werd genomen en Amerika ontdekt, en op kerkelijk gebied zoo velerlei ingevoerd, dat stand hield tot heden toe, te veel geschiedenis hebben geleverd.
Ik bewerkte alzoo hare jeugd tot aan hare troonsbestijging afzonderlijk om, haar te leeren kennen als de weeze van Averilo, en voor een volgend boek latere jaren te bestemmen, waarin zij in dubbele mate het lijden harer meisjesjaren zag terugkeeren, ondanks de hoogste macht, die zij op aarde bekleeden mocht, als moest zij volgende eeuwen het bewijs leveren hoezeer vreugde en leed gelijkelijk zijn verdeeld.
Daar ‘De laatste der Bourgondiërs’, bij Ministerieel besluit van 4 October 1886, door het Belgisch Gouvernement werd aangewezen als prijsboek voor de kweekelingen der Koninklijke Athenaea, mag die onderscheiding mij zeker wel opwekken dit plan uit te voèren.
En hiermede den belangstellenden lezer eenige sympathie verzocht voor Isabella van Castilië' als weeze van Averilo, door
DE SCHRIJFSTER.
Brussel, Juni 1888.