Historisch aanhangsel.
Van de twee en zeventig dorpen en parochiën, die de Groote of Zuid-Hollandsche Waard vormden, zijn er later weer acht-en-dertig boven gekomen, namelijk: Almkerk, Anthonypolder, Baardwijk, Besoijen, Capelle, Cillershoek, Dongen, Doveren, Drimmelen, Drongelen, Drunen, Dubbeldam, Dussen-Munsterkerk, Dussen-Muilkerk, Eethen, Emmikhoven, Gansoijen, 's Gravemoer, Genderen, Heesbeen, Heinenoord, Puttershoek (voorheen Den Hoek), Onsenoord (voorheen Hondsoord), Nieuwkuik (voorheen Kuik), Maasdam, De Made, Meeuwen, Moerkerke of Mijnsheerenland, Oosterhout, Raamsdonk, Sprang, Strijen, Uitwijk, Waalwijk, Waspik, Werkendam, Hooge-Zwaluwe en Lage-Zwaluwe.
De volgende vier-en-dertig dorpen en parochiën, door den Sint-Elizabethsvloed van den 18den November 1421 overstroomd, zijn niet meer boven water gekomen: Arnoutsbergen, Aartswaart, Achthoeven, Alloysen, Almonde, Almstein, Almvoet, Annekerke, Kloosteroord, Kraaijenstein, Kruiskerke, Datmour, Dordsmonde, Dubbelmonde, Eemde, Eemkerk, Giessenmonde, Harderwerdt, Hoekenisse, Houweningen, Lederkerke, Merwede, De Mijl, Poelwijk, Standhailen, Strienmonde, Teijsselingskerke, Tolloysen, Twintighoeven, Weede, De Werke, Wey, Wieldrecht en Wolfbrantskerke.
Het is waar, dat sommige namen, zooals De Werke en De Mijl weer op de kaart voorkomen, maar het zijn niet de oude kerkdorpen van dien naam; deze zijn voor altijd verwoest en verzonken.
Er is vermoed, dat de bedijking van den Alblasserwaard, die vijf-en-vijftig jaren voor den Sint-Elizabethsvloed plaats had, mede heeft gewerkt tot de geweldige ramp. Deze dijk beklemde de rivier; de bedding werd te nauw, en de dijken kregen het hard te verduren. Er kwamen herhaalde dijkbreuken; die van November 1421 was de geduchtste, daar zij samenviel met de doorbraak van den zeedijk bij Wieldrecht.
Het overstroomde gebied besloeg een lengte van tien uren gaans; de oostelijke grens lag boven Heusden, terwijl de zuidelijke grens te vinden was in de hooge gronden ten Zuiden van de Langstraat.
De Alm, vroeger ook onder den naam van Eemde bekend, was vóór den vloed heel wat grooter dan tegenwoordig. Zij stroomde langs Almkerk en Eemkerk, en ontlastte zich bij Almvoet in de Maas.
Een gedeelte van het verdronken land werd spoedig bedijkt, en zestien dorpen kwamen boven water. Doch de verdere bedijkingen hadden weinig voortgang; de dijken werden weggespoeld, en eerst twee eeuwen later, toen een groot gebied van het verdronken land door vruchtbare slijk en slib was aangehoogd, werd met kracht aan nieuwe bedijkingen begonnen. Het Nieuw-Land-van-Altena werd in 1640, de ten westen liggende Dussensche of Zuid-Hollandsche Polder iets later ingedijkt.