De menschetende aanbidders der zonneslang
(1907)–F.P. Penard, A.P. Penard– Auteursrecht onbekend
[pagina 83]
| |||||||||||||||||||||
De Klinkers of Harmonie-Cirkel
| |||||||||||||||||||||
[pagina 84]
| |||||||||||||||||||||
in grondslag bestaat uit beweging als vervat in de conceptie van de OEIU-A. De klinkers en medeklinkers vormen alzoo de opvatting ‘force creating matter’ bound to the law of O-E-I. Maar physische werking is slechts mogelijk in verband met een medeklinker alzoo e in l vormt de materieele lijn, overdracht, transmissie enz. Het licht zoowel als symbool als letterlijk opgevat kan alleen bestaan als li of ni, de klinkers alzoo voorstellende begrippen, die zich slechts laten denken, maar niet vertalen. De wa samengevat als de s vormt als het ware de seggregatie de associatie, die de harmonie lijn stimuleert, in de Car. taal aangeduid in de begrippen w-l- en s-l-, de zang, de symb. waterval eenheid enz., waarover nader. De s vormt de vibratie of trilling in de L. De L- of lijn, opgevat als cirkelstraal, in trilling gebracht, veroorzaakt, verandert in de r, de re-werking, de her-, de regeling, die de kromming teweegbrengt, den cirkelboog regelt door inkrimping en zesmaal op den omtrek te passen. Deze werking stelt voor het Ind. grondbegrip van bekoring, verleiding, alsmede aantrekking en afstooting zooals in het Licht. De actie wordt vergeleken bij een gespannen boog erapa. waarvan r de koorde vormt de intrekkende spanning, terwijl apa de materieele force voorstelt, waardoor in den boog zelve een daarvan afhankelijke veerkracht lapa, een terugtrekkende her er-werking ontstaat, iets dat zich verdeelt, wil opvliegen. Deze werking vervult het heelal, de kleuren i-mere (de lichtmelodie) enz. Zoo spreekt men van Zonneboog, Zonneoog enz. waarover nader. De er of el vormt tevens het Car. grond-begrip over de werking van electriciteit. Zij is vervat in de Vuurvlieg Puju, den Electrischen aal Pulake, die als het symbool geldt van alle leven tevens van inkrimping en de force der Okojumu of Slangegeest enz. De samentrekking der er of el werking doet ontstaan de ere-mbo aangeduid als de rilling, de steen-werking (die vormt den steen, de force topu) of cencentreering van den bliksem. De harmoniewerking wordt samengevat in vijf geestelijke jumu en meer materieele jana, t.w.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 85]
| |||||||||||||||||||||
In de ju ligt besloten het geestelijke antwoord, het geestelijke lichaam, terwijl ja teruggeeft het materieele, ware antwoord, het lichaam van stof gelijk elk voorwerp er een bezit, of zooals de Ind. philosoof zich uitdrukte: zijn ‘doen, zijn gedoen,’ zijn hand, zijn soort, zijn straling, zijn materieele gedachte. Een andere aanduiding is het achtervoegsel ko in plaats van jumu of jana. Alzoo:
De overige klinkers zooals de e in te, de u in zuur, zucht enz. kunnen beschouwd worden als verbindingen of het gelijktijdig uitspreken van twee of meer der vorenstaande klanken. In allen gevalle, het begrip van 5 oorspronkelijke klinkers doelt op de Car. werking van de harmonie cirkel-hand enz. waaraan wij ons in de volgende beschrijvingen zullen houden. Noemen wij deze klinkerverandering ‘phonetische corruptie’, dan toch moet er een physische wet bestaan, die haar bepaalt. De klinkers veranderen sneller dan de medeklinkers, naar Car. philosophie, omdat zij ijler, sneller, vloeiender zijn dan de meer weerstand biedende medeklinkers, maar daardoor sluiten hun jumu zich eerder, d.w.z. dat zij sneller weder tot hun oorsprong terugkeeren. Zoo vormen en hervormen de woor den en talen zich in den tijd. Nemen wij aan, dat bij de Maya's elke tijd-cycle in grondslag een letter voorstelde, waaraan verbonden een vastgesteld tijdperk of cirkelperiode, dan moesten na een bepaalden tijd, de letters zich weder tot de oorspronkelijke volgorde vereenigen. En toevallig als het moge klinken, vinden wij werkelijk in de Mayataal als aanduiding der tijdvervullingen of zondvloeden (gedachtevloeden) bulcabal, d.w.z. bul het geheel, alles, net als in het hollandsch ‘de boel’, caba naam, terwijl l doelt op een gelijk begrip als in la het eindigt enz. De harmonie of melodievloeiing wordt door den Car. Pujai aangeduid als geluid of liever de grondslag daarvan (beweging) vervat in de uitdrukkingen ow- - awa, terwijl de klinkers eka of aka spraak, materieele klank heeten. Als overgang geldt de w-l- en s-l-, de harmonie en de symb. waterval; het begrip van het geheele alphabet van af de o = w tot de p is vervat in de aanduidingen wapo, de voorste, de symb. toorts of het vuur, de werkende wil w, force apo of wel in apose, de staf, de kracht apo van se den wil, de stimulatie, | |||||||||||||||||||||
[pagina 86]
| |||||||||||||||||||||
zelf. De Puyaistaf zelf heet daarom mapolu (holle pijl of riet). Mogelijk dat wij eenzelfde grondbegrip aantreffen in de Maya Dresden M.S. p. 35, door Brinton beschreven als volgt: Op een altaar van 3 trappen, waarop het teeken caban (hand, aarde, naam) is de god der vruchtbaarheid, uit wiens neus de ziel ol (Car. ol-) ontsnapt. Onder aan elke zijde van het altaar zijn twee figuren, waarvan de een een fluit shul (Up. lue, tule) bespeelt (de klinkers of melodie)Ga naar voetnoot(1) terwijl de ander op een medicijn trom dzacatan (de medeklinkers?) slaat. Bovenaan staan ook twee, de een schuddende den heiligen medicijnratel (a gourd, de Car. malakan, onderwijs-spraak) die er soms uitzag als een ‘spiegel’; de tweede zit voor een vlammend altaar, in de eene hand houdende de heilige staf, terwijl de andere boven het hoofd het symb. visch en oesterteeken (Car. leven, vragen, heelal) omklemt. Ter rechterzijde bevinden zich offeranden en van onder staat een ladder eb-che. Aan het vorenstaande voegen wij toe, dat er mogelijk verband bestaat tusschen het woord dzacatan en dzacah (heelen door magie) alsook dzacab (een geslacht, Car. jana). In de Maya woordenboeken komt dzacab voor in connectie met de getallen 9 en 13; alzoo bolon dzacab en oxlahun dzacab, door de Spanjaarden vertaald als ‘cosa eterna (de eeuwige oorzaak). In een andere connectie treffen wij de 9 aan als bolon mayel een geur als van iets dat brandt of maay, stof, het stoffelijke (Car. ma, de materie-korrel); verder bolon pax che, de groote trom. In eb-che vinden wij terug eb punt, stap; che hout (Car wewe adem). De hieroglyph eb stelt voor een gezicht met een eigenaardig oor (kennis) omringd door puntjes (spraak symbool). De Car. Pujai verklaart, dat de melodie bij een genezing op dezelfde wijze moet gezongen worden als de toonen eener fluit, als het klagen van den wind, welke de begeestering, gelijk de epetio, de draaiende energie, gelijk het stof, gelijk een spiraal tiowere of wewese voortbrengt. Ook in de Maya taal zijn wind, ziel, adem synoniemen aangeduid o.m. als ik, een lichtkiem gelijk een ster ek enz. Over de Maya priester staf (staff of office) of zooals Brinton het ook aanduidt: ‘the baton or perforated stick’ caluac (Car.kamalawa) wordt gemeld, dat deze staat in verband met lakin chan (of likin can) de Slang van het Oosten, tevens met Itzamna en Kabil, de schep- | |||||||||||||||||||||
[pagina 87]
| |||||||||||||||||||||
pende Hand (naam), Daarenboven wordt deze godheid in connectie gebracht met den Maya Boom van Leven, het Kruis-symboolGa naar voetnoot(2). Ook het blazen van de Maya priesters door een buis (de Car. mapolu) vindt men als gewoon gebruik bij de Caraibische Pujai's terug. Het vormt een symbool van geconcentreerde force pu en wordt merkwaardig genoeg in de Maya taal opgegeven als puhaa (to blow water) volgens Brinton het symbool ter verkrijging van ‘spiritual power’. Het blazen wordt in de Car. taal aangeduid als bu- of uloja (overdracht door iets, en bij de Eil. Car. volgens Rochefort: souffle phoubaeGa naar voetnoot(3). En hoogst merkwaardig schijnen de Maya priesters zich tevens uit een stoffelijk oogpunt te hebben beschouwd, te oordeelen naar den naam ah-kin mai of ahau can mai, de stoffelijke slang precies als in het Car. man wokili heet in verband met ikili de Licht of Zonneslang. De Maya groote trom bolon pax che (bolon = 9, pax = einde che = hout) door de Car. aangeduid als God's trom Tamusi sambula (hemelmuziek) in verband met de vervulling (de 9 de regen enz.) de holle klank O als vervat in een (de) ruimte mo of in een zg. neg. eng. godo, een holle, bolle houtachtige vruchtschaal kolo, die een overdragende, vergaande, holle klank voortbrengt. In de Maya symb. vinden wij oxlahun taz muyal, de 13 wolklagen volgens Seler vervat in de hieroglyph Moan de vervulling, de tijd, de Pleiaden, bij de Trio's bekend als momano en bij de Up. als enou. In de Maya symbolen geldt een lijn of lijnen van puntjes als spraak of geluid, b.v. in connectie met een trom, voor den muil van een hond pek (Car. pe = punt) enz. Evenzoo twee figuren als twee vraagteekens rug aan rug (Car. wewe tegenstrijdige vragen), die wederom (gelijken) in verband staan met de antennae van zinaan of schorpioenen (een hoog Car. symbool genaamd sipilili in verband met lichtstralen enz.) of insecten matzab eenzelfde naam als gegeven wordt aan zonne- of lichtstralen (Brinton) m.a.w. precies hetzelfde begrip als vervat in het Car. weiu, de zon, de vraag en het antwoord, aantrekking en afstooting. Volgens Brinton staat zinaan mogelijk in symb. verband met de aarde zinil. In het Car. zijn stralen aniali, de kracht in den grond; de aarde is een spiraal-symbool. | |||||||||||||||||||||
[pagina 88]
| |||||||||||||||||||||
De Medeklinkers of Kern-begrippen.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 89]
| |||||||||||||||||||||
n Negatieve werking, reflecteering (denken) weerspiegeling (de naam-werking); dat wat den naam enz. omkeert tot een positief. Eng. Negative-, reflecting; that what turns the name to a material positive. p Positieve punt-werking; tot een punt vereenigende; vadervrucht-werking; de bewezen gedachte enz. (de proef op de som, de ondervinding. Eng. Positive to a point; father-, fruit, that what puts, places, pressure like a line pressed down to a point, like thought, learning, determination reflected to a proof; the experience etc. b Bolvormende, uit een punt verbreidende werking; zooals in blazen, geboren (symb. gevolg als in schaamwerking, berouw tevens oorzaak = onschuld); de balans-; het gevolg en tevens de oorzaak der ondervinding. Eng. Be, born; bubbling out, distributing out of a point, a place; the balance, the between; (the symb. b as in bashfull etc.; the repentance, the shame and also the basis of innocence etc.; that what forms and comes out of experience. De P en B vormen samen het positieve zijn of wezen, de werkende rust-, het kruispunt, the power, the force, het plaatselijke. Uit de P wordt de B geboren en herboren. | |||||||||||||||||||||
M B O.Het Kruispunt van de Cirkel-bol vervulling, een? over de balans een Repetition; Eng. een refilling motion, a? more than, out of the balance point, like something that is being reborn, remoulded rethought. Ook de vorenstaande medeklinkers hebben elk hun jumu, jana, ko enz., evenals vele syllabes en woorden. Inderdaad elke uitdrukking bezit er een, alsmede een bepaalde harmonie wale, vorm wala, kleur teekening mere, woord, taal aula enz. waarover nader. De V en F kunnen beschouwd worden als verbindingen van de P en de H, ph. Ze staan tevens in verband met O en W. Wel beschouwd schijnt tusschen de P - B en O enz. een soort van connectie, tevens als het ware een breuk (net als in de 13de maand van een jaar) in klank te bestaan, niet alleen in het Car., maar naar het schijnt in alle talen getuige o.a. de Fransche V als W, de ph als v of f enz. Dit zijn psychologische en physische wetten in verband met den geest en het lichaam, de stof en de beweging in en om ons. | |||||||||||||||||||||
[pagina 90]
| |||||||||||||||||||||
Onder ‘circumcisio’ wordt verstaan de ‘besnijdenis’. de ‘lossnijding’, in het Caraïbisch aangeduid als Talipere en vertaald als T-ali overdracht, en pere vrucht, of Ta in, de terminatie-, lipere, de vrucht van Licht, tevens een naam van de kleinste der mieren (kennissymbool), alzoo de kundigste, nietigste, tevens machtigste. In de achterstaande legenden wordt de Talipere voorgesteld als de lossnijding van Schepping, Tijd en Schepsel. In Mbo vinden wij de Kruis-verbinding, d.w.z. de breuk, tevens de bevestiging, door de Car. Pujai's o.m. aangeduid als de Bol, een Cirkel met een kruis-vierkant erin, het proces voorstellende van een vervulling van twee tijdperken, van bollen, die op elkander rusten, de overgang van, uit een balans-punt. Die overgang wordt te weeg gebracht in grondslag door de O (W), die als het ware een grondbegrip voorstelt dat verkregen zou worden, indien men de beteekenissen vervat o.m. in de hollandsche woorden wil, vul en nul tot een begrip samentrekt. Maar de M geldt tevens als de verbindende begrenzing. M en O vormen samen Mo schier een synoniem van bo) d.w.z. ruimte; alzoo een holle boleen cel. Mbo geeft alzoo terug een punt-balans een b in de ruimte, In de geheele Car. taal ko mt het als achtervoegsel voor ter aanduiding van het zijn of wezen en de bepaling van een voorwerp b.v. jo ja, mogelijk, jo-mbo zekerheid, mogelijkheid enz. Hoewel de M cirkel of het evenbeeld-vormende als basis geldt van de Car. philosophie omtrent het Heelal o.m. aangeduid als Weïuma, de Zonnemaagd of grondforce als in het schijnen der zon op aarde en maan, is deze toch meer vervat in Tamu of Tamo, hetgeen o.a. zooveel teruggeeft als een terminatie-cel, bol, grondslag doch met si aanduidt den naam van den Schepper Tamusi of Tamosi, die den eeuwigen cirkel met kleuren. berekeningen enz. der ruimte, de ta-mo-mere-ke, in beweging brengt. In de si of zelf-stimulatie enz. is alzoo een begrip besloten, dat als het ware een werking meer geldt dan de cirkeleenheid van 6 en deze min of meer een spiraal doet vormen in de lijn of het centrum ira, waardoor ontstaat de re-beweging die kan gedacht worden als een spiraalveer, die een lijn, een regel leri vormt, die zich weder kromt tot spiralen al grooter en grooter en al kleiner en kleiner (de Lichtslang Ikili). Deze spiraalwerking ligt ten grondslag aan de Ind. philosophie over den invloed der Gedachte op de materie. Zij staat in verband met de 6-dagen welke het jaar meer telt dan den 360-straligen | |||||||||||||||||||||
[pagina 91]
| |||||||||||||||||||||
cirkel, tevens met het centrum der Zou en der aarde, het Kruisgetal enz. begrippen waarover nader. De S, L, K, T en N. geven te samen min of meer het begrip terug vervat in het woord Select-on of Selection zooals het door volgelingen der Evolutie-leer gebruikt wordt. Dit is ook de meening vervat in de Car. opvatting maar met het ouderscheid, dat de selection tot positief p geschiedt als gevolg van de werking der klinkers J E O U A (Jehova), die de op zich zelf gaande medeklinkers voorstellende het lichamelijke, bepaalt. ‘Unconscious selection’ zooals in Darwin's werk vervat, geldt bij den rooden denker echter als een onlogische gevolgtrekking om reden dat het woord selectie op zich zelf reeds consciousness aangeeft. Bezit de specie geen consciousness, dan toch datgene waardoor zij leeft is een conscious Will’. De klinkers of zangwerking saamgevat als de 6 eenheid van den Cirkelstraal zal ons na den dood van het lichaam als het ware in den cirkel (baciscel) amu of mu omkeeren,Ga naar voetnoot(4) waarna de si zelf-wil werking volgt en de geest in een nieuw zelf of lichaam realiteitsbegrip tio-tia gestoken wordt. Als symbool hiervan geldt het mannelijke en vrouwelijke teeken n.l. een cirkel (de klinkers + de m) met een kruisfiguur (de medeklinkers) eraan of erin. Beide echter worden door de Pujaî's als één samengevat waarvan o.m. als symbool gelden: de maan, de pujairatel enz. Het opstandingsbegrip komt ook voor als de Eenheid in Tijd van Avond- en Morgenster (Ik ben ik), in den Vampiergeest, den worm, de slak de Regenboog, die een drie-eenheid (halve cirkel) in harmonie voorstelt waardoor het licht met de materie, de geest met het lichaam verbonden is. Maar de regenboog zelve geldt als het gevolg der Ewalu-Jumu of geest van het Duistere, wijl kleur naar Car. opvatting uit schaduw of de vervulling onstaat, door inwerking van een hoogere, doch onzichtbare Licht-macht. Ten grondslag van deze werkingen ligt de Okojumu, de symbslang of tijdgeest, wijl door haar het stoffelijke leven mogelijk is. Zij toch deelt het lichaam in rechter en linkerkant, een wet die tevens in alle stof voorkomt (de spiegelwet. Als W-Okojumu doet zij de reëele balans kantelen waardoor de geest weder een lichaam om | |||||||||||||||||||||
[pagina 92]
| |||||||||||||||||||||
zich heen opdenkt. Zij is tevens de moedergeest van zang, der wateren (gedachten). der watervallen, der slang en der bekoring (aantrekking en afstooting, tegenstrijdige vragen, kennisGa naar voetnoot(5). In de legenden wordt zij aangeduid als de vrouw van God, die de grootere broeder (de duistere) Seo (wilvervullende) genoemd wordt in verband met het vormen van het lichaam uit den Kumaka of Boom van kennis, bestaan enz. en de losnijding of Talipere. Tevens bestaat er een symbolisch verband tusschen de Okojumu en de maanforce of Weiuma voorstellende den klinker of harmonie-cirkel, de werkende, de wil We van de hand of duim juma enz. Zij baart het verleden, het heden en de toekomst, vereenigd in het bezwaarde spiegelkind of Mensch-geworden Alphabet of naam Epetembo en alle begrippen van tijd enz. daaraan verbonden Het geheel is Een. Geen stofje vermeerdert of vermindert. Elk vervult, vervelt gelijk de Tijd, de slang de eeuwige Cirkel. Ik ben Ik, Elk begin is het gevolg van een einde en elk einde geeft weer een begin, alles oneindig en toch begrensd gelijk Tamu + een si, een Cirkel + een? Niemand kan zeggen wat het eerst bestond, de bol, de lijn of de punt, want alle drie vormen slechts één OEI streep. De steen der wijzen is de spiegel onetopo der gedachten, het eeuwige Oog, dat in het duister ziet, gelijk .de. Uil, gelijk de Zon zoo leert ons de denker in een lendenschort. Daarom teekent hij de symb. Zon als een Cirkel met een oor en een oog erin. De 2 laatste klinkers de U en de A vormen samen de Car. aanduiding Ua, d.w.z. een omkeering, neen, evenals de laatste klinker en medeklinker Pa, de uiteinden van de beide cirkels. Sa geeft aan het werkwoord ‘gaan’ As zelf, m.a.w. de seggregatie, materieele stimulatie of beweging, associatie, de zuiging, de snelheid Asi, die voortbrengt de warmte Asimbe, letterlijk de energie, het ‘wezen-evenbeeld’ van snelheid (op zich zelf) Snelheid, beweging enz. stellen tevens schier eenzelfde begrip voor als geluid, of zooals de Pujai zich uitdrukte: zonder beweging geen geluid; waar er een maisspier awasi (zucht, beweging, wil, snelheid, zelf is, moet er ook een maisvogel akawe (kiem, spraak-, klanken) enz, bestaan. Een ander symbool van een wil-zelf-snelheid is de IJsvogel Kawasi, die als een pijl in het water schiet ter vervolging van visschen woto (levens, vragen enz.). Hij vormt het zinnebeeld | |||||||||||||||||||||
[pagina 93]
| |||||||||||||||||||||
van succes, zoowel als van successie. In de Hindoetaal vinden wij awaz, geluid, toon en in Sanskriet svara (klinkers) en tan (toon) Car. ata, het materieele van ete heeten, en eti naam. Maar materieele kleur, cijfer, schrift en harmonie worden in de Car. philosophie aangeduid als mala, waarvan het symbool vormt den pujairatel of malakan. Verder geldt als symbool van woord, geluid, gedachten een groote pad of kikvorsch Wale-ko (wale zang, ko gebod) eenzelfde begrip als wij vinden bij de Maya's, waar de kikvorsch Uo heet in verband met uooh, letter, boek en voorgesteld wordt als vallende met water (gedachten) uit de lucht enz. Een andere naam voor de kikvorsch als drager van het Woord was much (Car. maagdelijke germinatie, mogelijk in connectie met muan wolkachtig (vruchtbaarheid, vervulling) en met Moan volgens Forstemann het teeken der Pleiaden. De A en de U of Au duiden tevens aan het begrip ‘Ik’ evenals Oa of Wa, welke schier synoniemen zijn van Sa en As. Bij de Arowakken geldt M of Ma als de ontkenning. Nua beteekent mijzelve, ikzelf. Het geheele alphabet vormt symb. een ongelijkarmig kruis, een ruit-vierkant, de reflectie, de spiegel-, de spijker in het brein (en het hart) dat gelijk een spiegel kruiselings door de oogen werkt. Deze Eenheid ligt ten grondslag van alle denken, alle tijden, het harmonie-centrum, waar alle kennis, herinnering ku zich realiseert tot kiem en spraak ka. Het Geheel is gelijk water, de tijd, de gedachten, vloeiend, suizend, zuigend, draaiend, een liquidatie, gelijk de liquid toonen, de liquid eenheid, de melodie der harmonie wale vormen, gebonden aan een wet van 12-13 toonen, elk op zichzelve een eenheid. Elk is een luis omu, een dronk woku, een visch woto, een gedachte onu, een droom one, een schepsel wotopo. Maar alle vloeien uit, zijn verbonden aan één spiegeling wene, één Kruis Patone, één bronwel jene (Maya chen), die alles en allen tint. Hoe dan ook de gedachten zich verwijderen, gelijk de woelingen in een waterval, vormende draaikolken om den steenrots, zij zijn toch gebonden aan één Wet, één Bron, gelijk de wereldbollen aan de Zon,Ga naar voetnoot(6) gelijk zaden in één vrucht, gelijk vruchten van één boom door één stam gevoed, trekkende zijne levenssappen uit dezelfde wortels. Zonder wortel geen boom, zonder boom geen wortels. | |||||||||||||||||||||
[pagina 94]
| |||||||||||||||||||||
Het centrum of focus van het Alphabet-Kruis wordt gevormd door het woord Iku, hetgeen in het Car. beteekent: ‘zeggen, eigen ik, verlichte herinnering’, tevens ontkieming enz. Ik in de Maya taal duidt aan ‘wind, adem, leven, ziel in verband met ster Ek. Car. Siliko, hetgeen eveneens op een gelijk begrip doelt. In de Maya symbolen stelt Ik voor ‘een centrum van vuur een ontbrandende kiem (Car. iki, ki een vuur of lichtkiem, Ar. iki, vuur). Ix is het vrouwelijke; xüx zijn graankorrels, kiemen, aangegeven als een rij puntjes' het symbool van spraak, van taal (ak); Ku, een god, een heilige; Hunab Ku de Een-God, die boven alle andere Ku's stond. Van Hem werden geen beelden gemaakt, wijl Hij als Allerhoogste, het Geestelijke zonder lichaam, gold. Deze naam Ku staat duidelijk in verband met kuc ei, kiem, cux leven, cun kunde enz. Ku komt ook voor in den naam Cuculkan, de Maya God van Licht, van Wien het Calender-systeem afstamt. Zijn naam beduidt Cucul, de Trogon, en kan slang, eenzelfde begrip als vervat in Quetzalcoatl der Aztecs en Kukumatz der Quiches. In de Tzental cal. staat hij in symb. verband met het getal 7. Hij komt voor boven het kruistablet te Palenque. Ook bij de Car. is de Trogon Ulukuwa, de Schrift- en Talenvogel, een zeer hoog symbool evenals bij de Arowakken, bij wie hij als de Pujaivogel wordt beschouwd. Bij de Ar. geldt tevens Ku als een wortelsyllabe van Kuja of Koja een ster, een kiem, gelijk de Jumu der Car.; ka- ke duidt aan ‘bestaan, leven. In de Maya taal komt kak voor als vuur, kan graan, kiemen, spraak enz., kin is de zon. Ko der Car. beteekent ‘gebod, gaan’ evenals bij de Maya's. Het vorenstaande is onmogelijk toevallig evenmin als het feit dat bij de Maya's enz. Ik in verband gebracht wordt met het z.g. wind-kruis, dat in werkelijkheid de ontbranding, het zielekruis (het alphabet) voorstelt. Brasseur noemt het teeken een bloem (Car. maagdelijkheid) omdat het soms wordt voorgesteld (Cod. Tro. pp, 5* 6* etc.) met ontspruitende bladeren (de Car. kiemwerking ik of ki) Volgens Brinton echter duidt de teekening aan ‘the spirit of life coming forth’. Het teeken komt soms voor als superfix van de Kan (slang, spraak enz.) (Cod. Cort. p. 37 etc.). Het symbool van spraak wordt ook voorgesteld als twee met den rug naar elkander staande van onder verbonden vraagteekens waaronder een cirkel gevormd door 11 puntjes met een kleineren cirkel of eivorm als centrum (evenals de O in bisschop Landa's alphabet en op de voorhoofden der afgodsbeelden. | |||||||||||||||||||||
[pagina 95]
| |||||||||||||||||||||
N.B. Men onthoude, dat de vorm van een vraagteeken of een spiraal bij de Car. eveneens een vraag, vervulling OE enz. voorstelt in verband met den Boom van Vragen enz. Wewe-jumu, de loswinding der Tijdslang enz. Het spreekt vanzelf, dat de begrippen in de letters vervat slechts generalisaties zijn, als het ware de oorspronkelijke concentratie punten waaruit de gedachten voortspruiten en ook ontstonden, hun oorsprong. De Car. Pujai teekent deze oorspronkelijke begrippen o.m. als 12puntjes Siliko elepipio (zie ald.) of 12 cirkeltjes vormende een Kruis en noemt dit Epetembo- of wel Silitio mere. Evenzoo als een cirkelster met 12 punten enz. Onwillekeurig stelt men dan ook de vraag: doelt dit op een komend of een verloren alphabet? Wat bedoelt dan de Ind. Pujai met zijn opmerking dat er een mu bestaat die alle woorden oplost, maar dat al ware hij geneigd het geheim te verraden, hij toch niet in staat zou zijn zich begrijpelijk te maken omdat deze grondbegrippen alleen ‘gedacht’ kunnen worden. Zie ook Okojumu Imbatale, het gekruizigde aangezicht van den Tijd enz. De Caraiben nabij Cumana vereerden volgens Las Casas zooals te voren aangehaald, een kruis + met een centrum van vuur, lang voor de komst der blanken in AmerikaGa naar voetnoot(5). Brinton brengt dit terug op de vier windstreken, maar een ieder, die dit werk leest, zal begrijpen dat er behalve dat, ook nog een veel diepere betekenis in het Kruis lag opgesloten. Wat is eenvoudiger dan het begin van Rede en Reden voor te stellen als een lijn, een kromming en een Kruispunt vervat in éen Cirkelwet? Een Unicel, een bol, waarin een wortelharmonie van taal, van geluid, van kleur? En dat de gedachte, de cel, het begin, het Geheel, volmaakt geschapen werden, gelijk een beeld in een druppel water gespiegeld? En waarom zou een Indiaan daartoe niet in staat zijn? Vordert het dan een bijzonder verstand om zich zulk een denkbeeld te vormen? Of zou het verstand alleen tot een Newton of een Copernicus onder de blanken beperkt zijn? Wij betwijfelen dit ten zeerste en zijn ten volle overtuigd, dat er overal wijsgeeren bestaan en bestaan hebben, in alle standen, onder alle volken van alle kleuren. | |||||||||||||||||||||
[pagina 96]
| |||||||||||||||||||||
Tamomereke Aula. Het Woord van den Cirkel. De symbolische uitlegging in het vorenstaande vervat, luidt als volgt; Ta-mo-mere-ke stelt voor de omringende ruimte, omhulsel mo met figuren, berekeningen, kleuren enz. mere van kapu hemel. Wa-la-lo is de levensvervulling lo (tevens het verleden) der wala soorten, levensvormen enz. Tamusi amujombo te kapu beteekent de verbinding met God. De Gedachten hand doelt op de cirkelstralen met kleuren, letters enz, in het Zonlicht. Kapu is tevens het gemaakte, gesprokene, zwart en wit, kiem ka en force pu. Peposi Aula. Het Woord van het Pentagon. | |||||||||||||||||||||
[pagina 97]
| |||||||||||||||||||||
die mij vervult. Zij op het droge land noemen mij Rog. Ik ben de pan van den Slangegeest. Ik vervul mijzelve. Ik ben het touw van den moedergeest der wateren, dat is mijne Eenheid. Het Pentagon is een vijfpuntige ster in een Cirkel en stelt het symbool voor van de werkende Hand, de Gedachte die zich in stof realiseert. De sipiali of sipari is een rogsoort, een platte visch, die als het symbool staat van de pan, het aardewerk alinia (klei) van den Tijdgeest Okojumu, die de lichamelijke evenbeelden bakt (realiseert) in klei alinia, te beginnen en eindigende met den mensch Kalinia, m.a.w. de symb. pan waarin door de Gedachte in den tijd de levensvormen in slijk gebakken worden. Ook in de achterstaande legenden en uitlegging der hieroglyphen komt het begrip voor van het maken (d.w.z. spreken) van Indianen in klei en de geestelijke pan alinia-tu van den Slange of Tijdgeest, voorstellende een wiel dat wederom als symbool de ‘wil’ teruggeeft Maar dit Tijd-wiel zooals de Pujai zich uitdrukte is niet precies hetzelfde als wat de blanken onder dagen, uren enz. verstaan, doch een oneindige opvolging van dag en nacht, welke altijd de lote-n d.w.z. de terminatie van het verleden voorstellen, van herhalingen in stof. De blanken hebben hun tem (v.h. eng. time) en hun toekomst; voor ons, Roodhuiden zijn verleden, toekomst en heden één, Au o Wa. Ik ben Ik, de o-kabu, de cirkel-eenheid van Avond- en Morgenster, de Monumbo, d.w.z. het zijn of wezen mbo der Gedachte, reflectie, of vervulling nu, na in de ruimte mo. waarover nader. Patone Aula. Het Woord van het Kruis. | |||||||||||||||||||||
[pagina 98]
| |||||||||||||||||||||
Ti-pipia-pi-ta-ke; Oluwa potelu Aula. Het Woord van den Driehoek. De hoek potelu is het symbool of liever de letterlijke opvatting van kracht en afstand als vervat in den Driehoek, die na den gespannen boog als de eerste eenheid in vereenigde macht en begrensde oppervlakte geldt. Pipia pipia zijn de ontstekingen, de hoekpunten, lichtpijlpunten gevormd o.m. door de sterren nan den hemel, welke door onzichtbare lijnen driehoeken vormen in pentagons, spiralen enz. welke de oneindige Ta-mo-meve-ke en de tijden vullen. De overige figuren worden aangeduid door hun namen en het achtervoegsel kapupombo, het maaksel, het hemel-wezen enz., en wala-lo de levensvorm, de overdraging, het passeeren van een figuur naar een ander. Tamusi Aula. Het Woord van God (de Cirkel-wil). | |||||||||||||||||||||
[pagina 99]
| |||||||||||||||||||||
(gesproken). Uit het slijk (den akker) heb Ik u voortgebracht. Op aarde heb ik ti geschapen. Ik heb u alle grondslagen geleerd. Alle werk om te volbrengen. Het gezamenlijk geestelijk zijn is Mijn Gebod op aarde. Ik ben God. Ik ben Een. Ik ben Ik, de A en de O. Het spreekt van zelf, dat het vorenstaande slechts bij benadering is teruggegeven. Om de tallooze symbolen in de woorden vervat te ontleden, moet men elk afzonderlijk nagaan. Dan eerst zal men recht begrijpen welke meesterlijke logica de zg. barbaar in elken regel heeft uitgedrukt. De Cirkel als het Kruis, de Ruit, de Driehoek, de Tijd, komt overal in het Pujai-systeem voor. De pujairatel geeft terug een cirkel bol met steentjes voorstellende de grondbegrippen erin, en letters, harmonien enz. erop. De hoed van den Pujai is het Cirkel-Zon-symbool. De pujai leerplaatsen zijn cirkels van steenen. De pujai-hut heeft een cirkelvorm. De dansen geschieden in cirkels, waarbij druppels gesprenkeld worden. Gedurende zijn leertijd eet de Pujai het eten in cirkels. Het jaarfeest of dankfeest van Tamusi geschiedt in een cirkelvormige, draaiende hut. Zie verder de beschrijving van het ingewikkelde pujai-systeem alsook de Ind. sterrekunde (silico). De vorenstaande 12-13 letters gelijk de manen van een jaar, vormen het grond systeem, waarop de Caraibische taal gebaseerd is, daargelaten of de taal door menschen werd samengesteld zoodat het Alphabet erdoor ontstond of dat dit de taal vormde, alzoo een even natuurlijk proces van terugvalling op de Unicel, die de Alphabet of liever Geluid-eenheid uitmaakt, zoowel in het Oneindige als in het Nietige Dit is de Car. philosophie van het nietige dat tevens het machtige voorstelt. Daarom zijn in de taal de woorden voor hoekpunt en macht, groot enz. synoniemen, aangeduid als potelu. De Aarde heet Nono potelu omdat zij slechts een hoekpunt, tevens een machtige, groote vervulling voorstelt (gelijk elke ster) van het geheel. Toch worden de letters H, J, W, K, G en D ook in de spreektaal gebruikt, hoewel min of meer onzeker, d.w.z. ondergeschikt, schier synoniemen van de overigen. H, een ademzucht, een verspreiding. J, een samensmelting van I en E. W, een werkende, l.o. z verdubbelende O. R, een trillende L. G, een gelijktijdig uitspreken van O en K. D, een gelijktijdig uitspreken van O en T. De F of V welke de 20ste letter zouden vormen tot voleindiging van Owi Kalinia, een mensch, de spraak in klei, worden zelden of | |||||||||||||||||||||
[pagina 100]
| |||||||||||||||||||||
nooit in de taal gebruikt. Toch wel beschouwd, de E als een I, de U als een O aannemende, bestaan er 9 grondbegrippen vervat in tien letters OIA. SLKTNPM. Prof. Whitney geeft op, dat in de oudste Indo-Europeesche talen het alphabet bestond uit 3 klinkers en 12 medeklinkers t.w. i, a, u, en l, r, m, n, h, s, d, t, g, k, p, b. De aspiratie werd gevormd door samenvoeging bv. kh, th, ph, gh enz. Hij noemt dit een ‘scanty scheme of articulation’. Nemen wij uit de voorgaande letters, de r, h, d, g en b, dan geeft het overblijvende vrijwel terug het Car. philosophische grond-alphabet. Opmerking verdient het tevens, dat in de lijst de v en f ontbreken, precies als in de Car. taal. Dat echter deze oorspronkelijke klanken ‘a scanty scheme’ zouden voorstellen, zien wij niet in om de eenvoudige reden, dat alle woorden en alle klanken door het oorspronkelijk alphabet kunnen weergegeven worden. B.v. in het hollandsch zouden in de spreektaal woorden met een z deze wel door s kunnen worden vervangen, zonder klank-verwarring; evenzoo g en ch als in lag en lach enz. Het verschil geldt alleen voor de schrijftaal. Natuurlijk als wij o.a. taal-ontwikkeling vervat willen zien in zulke begrippen als de vrouwelijke dij, den mannelijken neus en het onzijdig haar, dan moet de moderne taal het van die onzer primitieve voorouders afwinnen. Wij vertelden eens het vorenstaande over vr. m. en onz. aan een Car. Pujai, die toen op heel barbaarsche wijze in lachen uitbarstte. De logica ervan vatten, kon hij onmogelijk. Wie kan?? Evenmin als het begrip, dat hij, die het alphabet zoo beoordeelt knapper en volmaakter zou zijn dan Hij. die letter en cijfer uitvond het eerst uitsprak! Verder schrijft Prof. W.: ‘the opinion of those who hold that the whole structure of a language was produced at a single stroke is absolutely opposed to all the known facts of linguistic history; it has no inductive basis whatever: it rests upon arbitrary assumption, and is supported by a priori reasoning’. Hiertegen voeren wij aan, dat dan de plotselinge werking van den bliksem, alsook de plotselinge afzetting van een menschenkiem eveneens op assumptie berusten, in strijd met de gradueele ontwikkeling. Het vorenstaande geeft op beknopte wijze terug, wat naar Car. opvatting de harmonie der Alphabet-Eenheid vormt. Mu is de grondslag, de maagdelijkheid, de cel van alles, en schier een synoniem begrip met Bu, de geestelijke schaamte. Zij vormt de korrel, de maat | |||||||||||||||||||||
[pagina 101]
| |||||||||||||||||||||
Ma (Sanskriet ma) en de verbinding Mu (Sanskriet mu) tevens het zijn of wezen Bu (Skt. bhu). Alles wat in stof materie ma bestaat, heeft een afzonderlijke mu is een ander amu, een atoom, eeu soort enz. Zij stellen voor de geestelijke cirkels jumu van het lichaam jamu van jana, gelijk in het hollandsch elk beest zijn geest- en elk lichaam zijn licht, zijn naam bezit. Want, zegt de roode denker, de 0-to, vragen, vormen ete, heeten en eti de naam, in itiu, de namenvereeniging, het geschapene of groeiende, dat waar tia wordt. Maar waarheid kan alleen dat zijn wat geschied is, daarom heet de waarheid tia-lo, want zij vormt het gepasseerde lo van de realisatie tia, als vervat in Tialono, de Mensch. De beschaafde, kundige blanken noemen deze begrippen ongerijmdheden, animisme enz., de donkere philosoof zegt: even zeker als de kleurpijlen of trillingen in het licht een kleuren-harmonie-lijn vormen (gelijk de regenboog), gelijk de toonen in muziek, zoo wordt ook elke le-mu levenscel aangetrokken door wat het meest met haar harmonieert, sympathiseert, wat haar het meest aantrekt, het evenbeeld, het spiegel-kleurenbeeld, zoowel als geestelijk als lichamelijk voedsel, (heeten en eten) De letters als een trillende lijn leri of staf apo gespannen, bezitten toch in grondslag de spiraal-bol-werking. Zij vormen twee aan elkander verbonden bollen, de klinkers + de medeklinkers met de snelling s als centrum-zelf-beweging of wil. Deze stimulatiein het centrum ira of ila, heet o.m. as- of ase (ase-kupo) en staat in verband met het symb. been van Epetembo, osaire en met de Zevenster Siliko, waarover nader. Eenzelfde begrippen vinden wij terug in de Asema der negers(?), Sorotaru of Asu-ta-loko der Arowakken Zotz der Maya's alsmede de VampierGa naar voetnoot(8) incubis en succubis van het Oosten, inzuigen en uitblazen (ademen), de force van aantrekking en afstooting der moderne wetenschap. In het Sanskriet vinden wij ademen (the vital breath) of asem aangeduid als asu in verband met as zijn. wezen, zelf associatie enz. In Hindoe tevens asl oorsprong, asr tijd, asar, zor, fauj force, asp paard, asrj bloed enz. De inwinding, ontkieming, lossnijding geschiedt bij de 8ste letter, de K. als een gevolg van de trilling r in de L. De onderste bol | |||||||||||||||||||||
[pagina 102]
| |||||||||||||||||||||
wordt dan min of meer iets op zich zelf, ase-ke, zooals de Pujai zich uitdrukte. De connectie k- neemt mede de Gelijkenis De 2 bol-vervullingen vormen weder één symb. bolwerking vervat o.m. in de witte, navellooze ongeboren vrouw Okojumu (Ar. Huliu), letterlijk Oko twee, de balans, jumu geestelijke lichamen cellen enz. tevens de Mu van Okoju de slang. Zij stelt voor de bekorende (aantrekkende en afstootende) maagdelijke tijd, de Eenheid van avond en morgenster (ik ben ik) de eeuwigheid, die gelijk de Okoju (slang) jaarlijks van huid vervelt, vervult. Zij staat tevens in nauw verband met de 6 eenheid van den Cirkel of de Weiuma welke eveneens het begrip twee vereenigingen, de Drie Eenheid Weiu en het evenbeeld ma teruggeeft, en als het ware de lichtforce of verbinding voorstelt van Zon en Maan, Licht en Stof. De Okojumu brengt voort de symb. tweelingen Ase-monu d.w.z. twee cellen, twee bloedcellen, twee vervullingen, twee gedachten te gelijk van Eén Zelf, gelijk een eierschaal met twee dooiers erin. Het kruispunt Mbo van de 2 bollen, de punt aan den ondersten bol heet ook Okope de pijl, de persing, de force-transmissie, de punt van twee en geeft schier eenzelfde begrip terug als ase, nl. incubis en succubis in nauw verband met lere, (letterlijk de herleving, de herrijzing zooals in erena) de bloeddrinkende Vleermuizen (Desmonus sp.) De naam wordt ook uitgesproken als Okowpere of Okoupere, de vrucht pere van twee oko willen, menschen wo of vereenigingen u. Het begrip erin vervat, laat zich denken als één druppel een vloeiing die zich in tweeën scheidt of vloeit, en doelt in grondslag op de ‘generative principle’ of Phallus, doch niet in zulk een plastischen zin, als het doorgaans wordt beschouwd. Geen wonder dan ook, dat de Vrouw, de Kennis, Slang en de Vampier als éen begrip vereenigd, overal in de wereld voorkomen als symbool van tijd, dood en opstanding enz. In de Maya manuscripten staat de Serpentgodin direct in verband met de Ratelslang Tzab (symb. tijd, de Pleiaden?) Zij komt zoowel voor als een oude vrouw als een jong meisje, doch steeds in connectie met regen en water (Car. vruchtbaarheid enz., gedachten). Ook Xmucane een andere godin wordt voorgesteld als een oude vrouw, de echtgenoote van Cuculcan (Trogonslang) met wie zij soms wordt aangeduid als zittende onder den Boom des Levens. Seler beschouwt haar als de Aardegodin en Brinton als de godin van den regenboog (Car. symb. geest en materie); de Avondster enz. Op sommige der Noord-Am. ruines is een geweldige slang weergegeven die een enorm ei uitbraakt de vervulling der tijden in een. Dit ei heet in de Car. | |||||||||||||||||||||
[pagina 103]
| |||||||||||||||||||||
taal imo of imio, dat een synoniem vormt van zoon imulu. In het Arowaksch daarentegen heet ei sa evenals kind en beteekent ook ‘gaan’ (Sanskriet sar.) zooals in de oneindige Kasa de eeuwige oorzaak. Overal in de Maya en andere manuscripten komt de Vampier-god voor o.a. door Dr. Dieseldorff aangeduid als het symbool van dood en morgenschemering. (symb. de doop en de herrijzing). De Cakchilkel god door hen uit Tolan (Tula) medegebracht, heette Zotziha Chimalcan de vleermuis, de vampier in verband met het wrijven van hout(adem) om vuur (kiem) te ontsteken. Verder met de onderwereld waar Kama Zotz de dooden opwacht, en den kop afbeet van Hunahpu, de Heer van Een Macht. De Vampier stond tevens in verband met het steenen mes (Car. de lossnijding talipere). Uit haar mond vloeit soms bloed (Car munu gedachten zwangerschap) in verband met de hieroglyph kan (kiem, spraak) slang en kin (zon enz.) Verder wordt zij voorgesteld als de inzuigster van licht, aangeduid als druppels enz. Seler wijdt een geheel artikel eraan getiteld ‘The Bat God of the Maya race’, waarop wij nader terugkomen. De twee bollen vormen samen het mannelijke en het vrouwelijke teeken nl. een bol of eivorm, een cirkel of elips waaraan een lijn of pijl (ook slang) en een, waaraan een kruis. Beide vereenigd geven terug het verleden, het maansymbool enz. aangeduid als een cirkel met een kruis of vierkant erin of wel een achtarmig kruis. Maar het geheel vormt weer een inspiratie, de geest en het lichaam, dat zonder geest echter niet kan bestaan, gelijk een slapend ono persoon die leeft en ademt, maar toch gevoelloos, onwetend bestaat, omdat zijn Kruis, zijn Alphabet-spiegel rust. Dan vliegt de harmonie der tijden als droom one in eenige seconden, een oogenblik door zijn ontwakend brein, gelijk sterren aan den hemel, de klinkers en medeklinkers, gelijk een regen van druppels vullende kanalen, zwampen, rivieren en zeeën in de hersenen (gelijk de naald aan een phonograaf het spreken bepaalt, enz.) en de gedachte, de onu wordt weer gevormd tot onumenga of denken en spraak. Het vorenstaande verklaart duidelijk het bij de Indianen zoo algemeen verspreide begrip, dat de geest van den vader afstamt en liet lichaam van de moeder, en dat het kind (d.w.z. geestelijk) gevoed wordt door de pulsatie of klopping, welke men kan opmerken aan den nog zachten schedel bij sommige pasgeboren kinderen m.a.w. daar zit de gedachte kiem die het lichaam regelt, zoowel in het nietigste wezen als in den mensch. Het verklaart ook het begrip dat de geest door een stipje in den schedel in den droom het lichaam kan verlaten en dat iemand zijn | |||||||||||||||||||||
[pagina 104]
| |||||||||||||||||||||
geest kan kwijt raken. Maar dit doelt op den spiegel in het brein hoewel het door onkundigen ook letterlijk opgevat wordt. M.a.w. de droom one naar Indiaansche philosophie, bewijst de scheppende kracht der letters, omdat hij ons ook verplaatst in toestanden, die wij nooit doorleefd hebben, en na onzen dood zal herscheppen. De adem vormt de pulsatie en deze is de Alpbabet-eenheid, het leven-gevende, het eeuwige, dat immer zal bestaan, zoolang beweging, kleur, tijd en geluid ons omringen zoolang het Licht in de Duisternis schijnt. Het spreekt van zelf, dat deze scheppende kracht der letters niet gebonden is aan wetten van schoonheid, zooals wij ze opvatten, maar dat de ineenvloeingen gelijk chemische verbindingen, gelijk droombeelden zich vormen tot draken, slangen enz. Door den navel boete echter wordt de naam ete, vervuld, verlicht, zoowel lichamelijk als geestelijk, want de naam is het lichaam. De symbolische lossnijding van de navelstreng, lichaam van lichaam tijd van tijd zooals geschiedde bij de geboorte van Epetembo is hoogst merkwaardig (zie verder boete). Overal in Guiana vinden wij in de sages vermeld van een liaan simo of draad waarmede de Roodhuiden vroeger aan den hemel verbonden waren. Verder het ontstaan van Indianen uit wormen mu-sokolo, stompen unde enz. waarover nader. Bij de Maya's werd het begin of de vervulling van tijd aangeduid als twee honden met hangende tongen. Tusschen hen zijn een rij vraagteekens of spiralen (spraak of vervulling). Het symbool bij onze Caraiben is de liefde, tevens de begeerten, zuchten aangeduid door de hangende tong (taal). Het geheel geeft tevens het begrip ‘schaamteloos’ maar ook onschuld terug, want de onschuld is rein schaamteloos. Rechts van dit beeld kronkelt een geweldige slang met haar staart op de aarde rustende. Uithaar geopenden bek braakt zij een mensch uit, wiens oog een cirkel met een kruis erin voorstelt, de vervulling der tijden, de wil van Vader en Zoon elkander kruisende in het gekruisigde lichaam. In zijn hand houdt hij het symbool der nieuwe zon yax kin (Car. de kennis-reflexie het lichaam ontkiemende). Het einde van tijd wordt op verschillende wijzen voorgesteld waarbij vooral opvalt de Maan U (Car. het Kruisgetal 4 of de vereeniging) het beeld van Mam (de cijfer). Verder een slangekop, (de tijd) voetindrukken enz., waaronder het teeken pax met de beteekenis ‘het is geeindigd’ (precies als het latijnsche pace). Wij hebben in ons bezit een fraaie Arowaksche teekening voorstellende de vervulde tijd, nl. de Kamudu of Zonneboa. Rechts is | |||||||||||||||||||||
[pagina 105]
| |||||||||||||||||||||
Mali, de moeder van kennis, in het midden de Kamatala (buffel-kaak) de symbolische voortteling kracht spraak het Zuiderkruis enz. Links is de Yaware, de regenboog, het symbolische verbond, de Cirkel-harmonie in het Licht, Woord en mensch. Het vorenstaande verklaart wel het gebruik bekend als couvade onemanomono, zooveel als de droomgedachte slaap, maagdelijke vervulling en o.i. een herinnering aan Epetembo uit Amuja een maagd geboren. De couvade dagen heeten Erema, de herrijzing. Het Car. Alphabet geeft tevens terug zoo iets als betoomde zwaartekracht, brute force macht (atoom-force) de toom van de A gelijk een boogschutter een pijl naar een begeerd doel richt. In de oostersche mythologie vinden wij klaarblijkelijk eenzelfde begrippen terug, of wel de getemde olifant. Als centrum van de oude dierenriemen wordt de voorstelling aangetroffen van door menschen met een toom bestuurde paarden die een wagen trekken en de sages en begrippen van de Zonnepaarden (de Asvin's, volgens Muller de avond en morgen) zijn over geheel het Oosten bekend ‘ja de Arowakken zelfs kennen een dergelijke sage in verband met de symbolische tijdslang of het voortbestaan (zie Okojumu). Ook onder de Mexicanen enz. kwam het begrip voor van den hemel als gedragen door dieren, nl. tapirs in verband met de vier windstreken of bij de Aztecs als 6 tapirs de engelen van de lucht, dragers der hemelen, goden van regen. water, donder, bliksem en zonnestralen, precies eenzelfde begrip als dat der Car. die den tapir noemen mai-puli, d.w.z. mai materieele, pu force, li licht of la kleur enz. De Tapir geldt tevens als symbool van leven, voortbestaan, wellust zwaarte enz en evenals in de Maya symboliek komt hij voor in verband met den hond, uit welker huid, zoo luidt de sage, de vrouw voortkwam. De voorstelling van den Tijd als een slang, een maagd, die tevens een oude vrouw, de moeder van kennis voorstelt, is hoogst merkwaardig. Immers ook onder beschaafden geldt de slang als symbool der eeuwigheid, terwijl het spreekwoord ‘tijd baart kennis’ algemeen bekend is. De tijd is onnoemlijk oud, hij is ongeboren (navelloos), hij baart voortdurend en toch, hij is en blijft steeds maagdelijk Een Arowaksche legende luidt dat een maagd eens met de Zon twee slangen baarde, die zich bij dag in boomen (Ada) voedden. De broeders doodden de slangen. maar uit hare rottende lichamen ontwikkelden zich wormen, die opgroeiden tot Kainema's (Caraiben) of bloedwrekers. (De twee slangen zijn de symb. Morgen- en Avondster). Een Car. legende luidt dat een maagd baarde de Zoon-eenheid van | |||||||||||||||||||||
[pagina 106]
| |||||||||||||||||||||
7, de Zevenster, en toen omhoog steeg. Zij brengt op het Palm sterrebeeld, de Awalajumu of de symbolische soorten, het voortbestaan. Het begrip van eene moedermaagd kwam overal in Amerika voor. De Aztec Coatlicue, Xochiquetzal en Chimalcan waren maagden. Van den God der Toltecs Quetzalcoatl alsook van Manibozho enz. werd gezegd, dat zij uit een maagd geboren waren. Tot zelfs bij de Indianen van Paraguay waren de eerste missionarissen verbaasd het begrip van de moedermaagd terug te vinden. Het celibaat was bekend bij vele Indianenstammen, w.o. de Arowakken. De Car. Pujai's mogen maanden lang de hut niet naderen, noch iets aannemen van een vrouw met een zuigeling enz. Alzoo vormen de in volgorde geregelde klinkers en medeklinkers, elk de uitkomst van een harmonie. een berekening. De verbindingen van klinkers en medeklinkers cijfers enz. geschieden in geest zoowel als materie naar gelang de tijdbol zich vult en alles weer vereenigd wordt tot een punt, een harmonie. Dit punt is de vervulling der tijden, de vervulling van het Woord, der Woordeen-heden en der schepselen samengevat in den Mensch, de vadervrucht ons grootje of onze stamvader, door de Indianen aangeduid met den naam Tamusi, letterlijk de Wilgrondslag, de Atoom-stimulatie enz. of de materieele Naam-Cirkel-bol, de terminatie ta ‘in’, het genoemde, de soorten grondslagen mu, de maagdelijkheid of grond-cel si de scheppende wil of beweging. De naam Tamusi, Tamu, Tamoi Itamulu kwam overal in Amerika voor onder de Caraibische volken. Ta der Car. is oloko of toloko der Arowakken hetgeen beteekent letterlijk: Vervulling-mensch enz tevens het voorzetsel in. In den Kankantree of boom van Spraak en Kennis woont o.m. Ta Loko, een geest der Obiamannen onder de negers in verband tevens met Wodu, de slangeboom van kennis enz. of Takini der Car. en Hiari der Ar. Tamusi geeft alzoo precies terug wat Adam in den bijbel moet zijn of Adapa der Babyloniers aangeduid als de kiem, de germ van van alle menschen. Met den taal-sleutel uitgelegd beteekent Adam zooveel als de gevormde cirkel M en ada, materieele namen, de werkingen in materie, stof. Adapa der Babylonische scheppingsgeschiedenis zou zijn het Materieele Naam-kruispunt; Hada, Hadaja of Ada (da = ik, mij) bij de Arowakken duidt aan hout, boom. stamboom (in verband met Hadali, Hadajali Ada-eli, de zon, God) hetgeen in het Car, Wewe (wa = ik mij) heet in verband met Weiu de zon. Wewe heeft tevens de meening van zuchten, hijgen gelijk de | |||||||||||||||||||||
[pagina 107]
| |||||||||||||||||||||
aantrekking en afsto oting in het licht der zon, m.a.w. het vorenstaande toont mogelijk een gelijk verband aan als er in het hollandsch bestaat tusschen Adem en Adam. Andere synoniemen van Tamusi of de eerste geestelijke stamvader of zijne herscheppingen zijn: Alaritia het ware levensonderwijs, Alitialowa, de drager der waarheid, Tialono, de realistische levensslaap of de vervullende of etende levenswaarheid. De Pujai, die ons deze begrippen verklaarde, voegde eraan toe, dat de stamvader Tamusi (dus Adam) in de Maan werkt (de 13 letters) het Woord vullende de tijden tot één. Opmerking verdient het tevens dat wat bij de Caraiben ‘het ware’ dia of tia is, bij de Arowakken spraak of spreken beteekent, Car. ka (zie onze opmerking over het inguale verband van k en t). Amum of Atum der Egyptenaren werd aangeduid als de verborgene, de schepper van alle dingen, die vóór alles was en waar alles na verloop van tijd weder terugkeert. Het symbool stelde voor een man met het hoofd verborgen onder een ramskop (de wil), hetgeen in het Egyptisch verborgenheid beteekent. De kleur van Amum was blauw, de levenskleur (precies als bij de Car. waar de blauwe kleur tu-pulu-me of ta-pulu-pa heet hetgeen innerlijke levensforce enz. beteekent). Het woord zelf duidt aan: ‘dat wat aan het licht brengt of wel de eenvoudige invitatie ‘kom!’ (Car. O-ko, het gebod. Met dit woord zou door Amum Osiris en Horus (licht en de physische zon) geschapen zijn. Bij de Maya's werd de schepping der wereld, zooveel als het aardsche paradijs aangeduid als Hun Anhil; de eerste mensch heette Anum (lum = aarde evenals ma), beide woorden volgens Brinton in verband met anhel d.w.z. ‘recht staan’. Hun anhil zou dan beteekenen de ‘Rechtstaande Een’ (begin). Maar Yum in de Maya taal beteekent ook vader, heerscher (Car. jumu vader; Up vader yum' oud mensch yum, ium, omhulsel iyom, yom; taal omil). Anum zou zijn ‘het aardsche gedachte-evenbeeld, de aardsche reflector, nominator der soort-instincten, het materieele van onu, de gedachte, het Oog. Uit het vorenstaande blijkt dat al deze aanduidingen betrekking hebbende op de schepping van den eersten mensch moeilijk als toevallig kunnen aangemerkt worden. En dat Tamusi of Tamu Ar. Kamu (-du) Hindoo Manu, Babylonisch Tammuz, Egyptisch Atmu, Amum of Atum, Maya Anum, eenzelfde grondbegrippen teruggeven. En hoe wij het ook opvatten, de aanduiding Adam als materieele eerste mensch is een meesterlijke combinatie-vereeniging van letters | |||||||||||||||||||||
[pagina 108]
| |||||||||||||||||||||
en wetenschappelijke begrippen even logisch als de grootschte philosophiën van den modernen tijd. Want dat Mozes moet geweten hebben, dat Atum (atomen) Car. aardsche terminator dersoort-instincten datgene teruggeeft wat vormt en waaruit was samengesteld Adam (aardsche determinator deraardsche soorten) komt ons onwederlegbaar voor; evenals de Caraibische aanduiding dat Wajamu moet voortbrengen Waja-waja m.a.w. dat de multiplicator (= maker) het aanzijn geeft aan de vermenigvuldigingen enz. tevens evenbeelden. Verder het verband dat er bestond tusschen Oto, Ete enz. tot in materie Ata in Adam, die namen gaf aan alle soorten naar hun aard. M.a w. het zaad, de zaadwerking is de naam van den volgroeiden boom en de vrucht, hoewel hiermede niet juist de naam appel of zoo bedoeld wordt maar een harmonie-eenheid, een grondslag welke door de um of mu, de am of ma, korrel of de materieele moeder opgroeit tot een tastbaar en voelbaar evenbeeld van den ingesloten grondnaam tiamidi enz. De boom is de wala van de aula, de wale in hem.
Geen wonder ook, dat bij de Babyloniërs, Egyptenaren enz. de letters en sommige woorden van het Alphabet tot afzonderlijke goden verheven werden maar dat Mozes spreekt van slechts één God, die alles en allen aan elkander bindt, nl. Jehova I-E-O-U-A de 5 klinkers enz. waarover nader.
En deze hoogst wetenschappelijke begrippen, onloochenbaar, omdat zij door den tijd bewezen worden, noemt Prof. Heinrich Zimmern van Mozes schrijvende ‘grenzende aan pedanterie’. Andere profes soren vertalen gedeelten uit de Babylonische scheppingsgeschiedenis als middelen tegen kiespijn enz. Terecht protesteert o.a. M. Fossey dan ook tegen deze letterlijke opvattingen. Terecht merkt Max Muller aan: ‘Everything becomes false, miraculous unmeaning, if we interpret the mighty words of the seers of old, in the shallow and feeble sense of modern chroniclers.’ In allen gevalle dit smalen van de boekmotten op den Bijbel dien zij trachten te verslinden, kan slechts hun eigen nietigheid aan het licht brengen, want het is slechts het omhulsel, het papier dat zij aantasten. Want de grondslagen van het Oude, zoowel als N. Test. zijn geen dogma's, die zich laten kneden, al naar gelang de wetenschappelijke mode het vordert. Hoe het ook zij, zoodra wij van een zintuig gebruik maken berust alle wetenschap op vergelijkingen of gelijkenissen, al worden de gevolgtrekkingen ook classificatie, analysis enz. genoemd. En de grootste wijsgeer is hij, die de beste origineele vergelijkingen kan | |||||||||||||||||||||
[pagina 109]
| |||||||||||||||||||||
maken, en niet hij, die de gevolgtrekkingen van anderen napraat of naschrijft, en meer niet. Volgens den rooden philosoof bestaat het begrip ‘onwaarheid’ niet zooals wij blanken het opvatten, omdat de menschelijke gedachte niet bij machte is iets uit te denken, dat niet reeds bestond in onderdeelen. Zelfs de gekste voorstelling zooals een vliegende Tapir bestaat in details uit waarheden, want zoowel de lucht als het vliegen zijn op zichzelve onloochenbare feiten, en hoe deze samen een onbestaanbaarheid kunnen vormen, is duister. Of geldt alleen dat wat wij stervelingen bij elkander zien of met onze zwakke handen aan elkander hebben gebonden slechts als waarheid? O, neen, wat wij zien en maken zijn de schoone punten evenals de spraak slechts de brokstukken der waarheid bevat, die zoo zij geheel gezien en gevoeld werd de onschuldige Gedrochlelijkheid ervan ten volle zou doen uitkomen. Ons leven, het leven is slechts een modderigen weg waar een ieder de schoonste en droogste plekken uitzoekt ten koste van anderen die in het slijk moeten waden. Er moeten tijden geweest zijn toen gevleugelde, monsterachtige Kaaimannen, slangen enz door de lucht vlogen, even zeker als dat thans een Vleermuis kan vliegen. En dezelfde Gedachte, de Tijd die voortbracht de vereeniging of soort, de jumu der wala van den huidigen Tapir, diezelfde gedachte vult den ether E en de materie overal. Het kan dus zeer best mogelijk zijn, dat in en om ons heen, vormende gedachte-combinaties bestaan even dwaas als de vliegende Tapir. Het is denkbaar, dat de jumu vervat in de ster aan den hemel, door ons Tapir-jumu genoemd, bewoond wordt door uitwendig geheel andere soort wezens dan Tapirs, zooals wij ze kennen. De gedrochtelijke monsters en visioenen, die wij in onze droomen zien, vormen den Tijd waaruit wij ontstonden die ons voortbracht, en moeten eens waar geweest zijn of waar worden in den eeuwigen Cirkel. De soorten, die wij thans opmerken zijn slechts positieve punten van spiraal-bollen vullende de oneindigheid, gelijk het zuigingscentrum de lijnpunt die ontstaat in een draaikolk in een vloeienden waterval of stroom. Maar onophoudelijk vormen zich nieuwe brandpunten, nieuwe snelheden, nieuwe vereenigingen, harmoniën wale die voortbrengen nieuwe materieele wala (levensvormen enz.) zoowel als de groote Maipuli-jumu als de kiemen of celwormen Mu-sokolo (bacteriën). En dat niet slechts hier op Aarde maar overal in het Oneindige. Is het dan onmogelijk dat er elders zoowel kleine als groote monsters bestaan, even zeker als dat een Vleermuis op onze aarde kan vliegen? En wijl één Cirkel-Wet den grondslag van alles en allen omvat, is het | |||||||||||||||||||||
[pagina 110]
| |||||||||||||||||||||
niet onmogelijk, dat er in de Tapir-jumu thans zoo iets als gevleugelde Tapirs te vinden zijn, even zeker als dat er op dit tijdstip op Aarde vliegende zoogdieren bestaan. Elk Ik is uitwendig in harmonie met zijn omgeving waardoor hij leeft en denkt. Ware deze anders, Ik zou zich daarna moeten regelen. De Gedachte, die voortbracht den Tapir, kan hem ook vleugels geven. Onthoud dit wel, dat het lichaam van den Tapir-vorm iets even vlietends is als zijn naam Maipuli. Hij en zijn naam zullen maar aldoor in den tijd veranderen tot zij weer genaderd zijn bij het einde - d.w.z. de jumu, de oorsprong, het Begin, de ware Naam. De concentratie-lijn, de punt is gelijk de oneindigheid, de cirkel, de bol; een dag is gelijk de eeuwigheid. Niets bestaat niet, niets is onmogelijk; niets vormt het negatief van iets. God is Niets, het Oneindige en dat is alles. Vat het op, zooals u goeddunkt, het doelt maar op de theorie van een sage.... een savage. Het is de Cirkelleer van Tamusi (de Creating cel, germ van de wetenschap, de Christus, de Kern van de Kerk). Maken wij thans als curiosum een korte vergelijking tusschen de Indiaansche philosophie over de Alphabet-harmonie, de Genesis (een grieksch woord) van Mozes en de hoogste, moderne wetenschappelijke theorien. In Vivat's encyclopedie staat dat alle pogingen om in het Alphahet eenig leidend beginsel te ontdekken, tot nu toe vruchteloos geweest zijn. Volgens de wetenschap kan het Leven of ‘leven’ samengevat worden in de volgende zinsnede: An integration of matter and concomitant dissipation of motion during which the matter passes from an indefinite incoherent heterogeneity to a definite coherent homogeneity, and during which the retained motion undergoes a paralel transformation’. Oppervlakkig schijnt het onmogelijk om tusschen deze geleerde uitdrukkingen en de eenvoudige beschrijving in het O.T. eenig verband te vinden. Nemen wij echter den naam homogeneity hetgeen beteekent ‘een uit oneindige onderdeelen bestaande eindigheid, als het ware een concentreering van beweging in materie, volgens Webster ‘uniformity of structure or material’. Het is een geneity van homo, welk woord, volgens Whitney op eenzelfden grondslag berust als humus, de aarde enz. en humilis, de nederige, alzoo ‘dat wat uit de aarde is samengesteld’. Homo heeft tevens de beteekenis ‘mensch’, precies als in den Bijbel Adam (de roodachtige) en Adama (de aarde stof) in verband met dam bloed enz. alsook de Car. Kalina en de roode klei alina, waaruit hij door den Tijd zou gebakken zijn of Tialono, de eerste mensch, in verband met nono, de aardestof of vervulling. | |||||||||||||||||||||
[pagina 111]
| |||||||||||||||||||||
Volgen wij thans de Indiaansche harmoniewet, nl. dat welke veranderingen, ontbindingen en scheidingen er ook in den loop der tijden tusschen de letters van een woord, één begrip hebben plaats gevonden, de attractie-harmonie van de letters (d.w.z. klanken geluiden) onderling, de oorzaak zal zijn, dat het woord, na verloop van een mathematisch vastgesteld tijdperk of tijdvak evenals talen, volkeren, gebeurtenissen enz., weer gevormd wordt behoudens de wet van 4, met hetzelfde begrip, schier eenzelfde beteekenis, klank als voorheen, even zeker als de eeuwige cirkel-bol. M.a.w. elk woord, dat wij gebruiken ter aanduiding van een voorwerp heeft reeds eens bestaan ter aanduiding van datzelfde voorwerp + de? Het Geheel is een oneindige vermenigvuldiging, welker uitkomst altijd terugvalt op oei of gelijk 1 × 1 zichzelf altijd gelijk blijft. Er heeft slechts een stof wisseling plaats, omdat de mu altijd dezelfde blijft. Naar deze wet kan dus het woord geneity datgene zijn wat ontstaan is uit het begrip genesis, daargelaten wat vóór den tijd der eerste bijbelvertalers het woord genesis beteekend heeft. Dit woord moet tevens in harmonisch verband staan met de begrippen, ‘generalisation, genera enz., hetgeen inderdaad het geval is. Passen wij den taal sleutel op het woord toe, dan vinden wij gene de kennis, de beweging van kennis (genie), de transmissie der reflectie, de germ van denken = reflecteeren; sis zou zijn ‘wil, stimulatie enz. terwijl ity zou beteekenen ‘namen’dat wat heet, tevens dat wat toeneemt, groeit. Homo in het Car. taal-systeem beteekent de verspreidende cel-vulling, de evenbeeld-vervulling, omhulling en heeft eenzelfde phonetisch begrip als womo d.w.z. wo mensch, wording, (Maya Uo Uooh = letter woord) mo cel-vulling enz. Het woord komt voor o.m. in Ta-mo-mere-ke de Cirkelbol met letters, berekeningen enz. om ons heen en in ons, door Tamosi in beweging gebracht. Het wetenschappelijke homogeneity geeft alzoo in alle opzichten dezelfde beteekenis terug als de uitlegging in het Car. systeem en de beschrijving in den Bijbel van Adam ‘die kan opgevat worden zoowel als de materieele atomus (atum der Egyptenaren) als de Mensch, het Schepsel. In de voorrede van ons werk hebben wij beweerd, dat naar het ons voorkomt, de Car. taal-sleutel ook op andere talen schijnt te passen. Dit vordert eenige opheldering. Nemen wij bv. het Arysche wortelwoord sta staan, waarin een s voorkomt, die snelheid zou aangeven, lijnrecht in tegenspraak met het begrip ‘staan’ Toch is dit slechts schijnbaar wijl in de s tevens besloten ligt het begrip ‘zelf, stimulatie’, hetgeen vrijwel met ‘staan’ overeen- | |||||||||||||||||||||
[pagina 112]
| |||||||||||||||||||||
komt. Immers om te staan, bestaan, moet een voorwerp een ‘zelf een zelfbeweging, wil enz. bezitten. In ta vinden wij met den Car. sleutel de ‘materieele terminatie; als syllabe beteekent het ‘in’ een daad-werking zooals b.v. voorkomt in het hollandsche te, dat, daar, dan, het fransche dans, Sanskriet demonstratie-wortel tat ta enz. In Pater van Coll's werk staat ta vertaald als het voorzetsel ‘in’, in de Goeje's lijst lezen wij tevens oma ta, op het pad. Uit deze aanduidingen blijkt duidelijk het begrip in ‘ta’ besloten, dat zich echter slechts bij benadering als ‘in’ laat opvatten. In allen gevalle de s als iets op zich zelf vinden wij terug in het Sanskriet as, zooals in as-mi, ik ben, mijzelf (Car. ase-me) en klaarblijkelijk ook in zulke woorden als pijl ashu (een snelheid enz. op zich zelf) of in het Arowaksche sa een ei, een kind enz. Het grondbegrip dus, vervat in sta (de klinker weggelaten) duidt aan een ‘zelf s, termi; natie t-’. Uit het vorenstaande blijkt, dat het Arysche wortelwoord ‘sta’ in grondslag eenzelfde begrip voorstelt als in het Car. systeem. De belangrijkheid van zulk een overeenkomst is duidelijk. Immers aan het wortelwoord zijn honderden andere woorden verbonden, zooals b.v. het hollandsche ‘stand, bestaan, staan, stil, stroef, stijf enz. Evenzoo geldt het Car. begrip als een concentratie van andere woorden, die op de wortelsyllabe terugvallen. Inderdaad door te bewijzen dat sta der Arysche talen eenzelden grondslag aantoont als sta der Car. enz. wordt een soort overbrugging gevormd tusschen beide, op een hechteren grondslag berustende dan geheele lijsten gelijkluidende woorden uit Oostersche en West. talen. Maar het spreekt van zelf, dat hij de vorming der woorden in verschillende talen behalve phonetische corruptie, het symbool een hoofdrol speelt, hetgeen tallooze uitdrukkingen doet ontstaan, zonder dat daarom het wortelbegrip in de letters vervat verandert. Het zou dus ongerijmd zijn om, zoo sommige woorden in sommige talen zich niet dadelijk met den sleutel laten oplossen, deze daarom te verwerpen. Wij, herhalen: het Car. begrip der wortelletters en syllabes, gebaseerd op de physische natuur, moet in grondslag waarheid bevatten. Buitendien, onze uitleggingen zijn slechts die van leeken. In dit werk is maar als uitzondering van eenige Sanskriet of Arysche wortelwoorden melding gemaakt. Het grootste deel volgt in de woordenlijst der Car. taal. Hoe het ook zij, wij zullen zwart op wit bewijzen, dat het Caraibisch en het Sanskriet op één en denzelfden grondslag berusten. Doch keeren wij tot ons onderwerp terug. | |||||||||||||||||||||
[pagina 113]
| |||||||||||||||||||||
Dr. Morhardt vergelijkt de teekeningen van kinderen van 4, 5 jaar met die van barbaren en beweert verder, dat er een biogenetische wet bestaat, die zoowel op dieren als op menschen van toepassing is, nl. dat evenals elke kikvorsch een vischstadium gehad heeft gedurende zijne ontwikkeling, zoo ontwikkelt zich ook het embryo van den mensch, zoo ook zijne gedachten. Inderdaad het schrift is ontstaan uit primitief symbolisme. Waar als het bovenstaande is, kan toch een tegenwerping gemaakt worden, nl. dat al mogen de teekeningen van barbaren nog zoo op die van kinderen gelijken, de gedachten in de teekening vervat die van den volwassen mensch zijn. Daarbij nog het feit, dat het voorbarig en ten hoogste ongerijmd is om naar een teekening door een wilde van dezen tijd in het schetsboek van een reiziger geteekend, het geheele menschdom van het verleden te oordeelen. Verder dat deze teekeningen dikwijls totaal verschillen van het voorwerp dat ze moeten voorstellen, zooals bv. de Caraib een schildpad teekent als drie aan elkander verbonden lijnen, een ruit enz. hooge tot nu onbegrepen symbolen. Dit schijnt Dr. M. zelf te begrijppen, want hij schrijft, dat in den strijd met zijn omgeving van mastodonten enz. de primitieve mensch evenveel intellect aan den dag moet gelegd hebben als de moderne geleerde, die in de geheimen der natuur tracht te dringen. It is certain, zegt hij, that all modern theories of the mental capacity of prehistoric man must be revised, for his intellect was of a higher type than we thought. Dr. Russell Wallace in ‘Fortnightly Rev. gaat nog verder en beweert zelfs ‘that the evidence of history and the earliest monuments alike go to indicate that our intellectual and moral nature has not advanced to any perceptible degree...... On the other hand we find in the higher Pacific types men who, though savages as regards material progress are yet generally admitted to be - physically, intellectually, and morally - our equals ‘if not our superiors!! Is het vorenstaande overdreven? Is het overdreven, dat Pater Sahagun (16de eeuw) over de Maya's, Aztecs handelende, hen noemt ‘een goed volk, deugdzaam, oprecht en eenvoudig, waarheidlievend kunstenaars en... eerbiedig voor hun goden’? Pater van Coll, Bisschop Le Roy volgende, schrijft: ‘Eigenlijke Wilden, d.w.z. menschengroepen zonder wet of huisgezin enz. zijn er niet op de wereld. Wilden bestaan alleen in de kringen van onze beschaafde maatschappij en deze alleen is het, die wilden voortbrengt.’ Op blz. 583 van de Geg. enz. staat: In 1886 ontving schrijver dezes de volgende mededeeling van een zijner geachte | |||||||||||||||||||||
[pagina 114]
| |||||||||||||||||||||
medebroeders: niettegenstaande ben ik naar de Boschnegers opgereisd. Bij eene vergelijking met de Caraibische Indianen, wint het dit beklagenswaardig volk verre in zachtheid en welgemanierdheid. Tegen het vorenstaande voeren wij aan in naam onzer roode vrienden, dat o.a. Rodway hen noemt: nature's gentlemen. De rechter Zurida, die omstreeks 1541-1560 in Mexico vertoefde schreef op verontwaardigde wijze over de meening als zouden de Aztecs barbaren zijn. Hij zeide, dat dit slechts kon beweerd worden door personen, die oppervlakkig het land en het volk kenden. Prescott beschouwt dezen geleerde als geloofwaardiger dan bv. Las Casas, die beweerde, dat de begrooting van Bisschop Zumarraga en anderen, als zouden er jaarlijks 20000 menschen in Mexico geofferd zijn, slechts de calculatie was van brigands, die hun eigen snoodheden trachtten te vergoelijken. Hij schat het aantal op niet meer dan 50! In Pater v. Coll's werk blz. 626 lezen wij: de Indianen braden de lijken op een licht vuur en maken er een verschrikkelijk maal van. En verder.... 't Is merkwaardig en pleit ten voordeele der Indianen, dat er Franschen gevonden werden, die volstrekt niet tot de beschaafde maatschappij wenschten terug te keeren! Uit het vorenstaande, dat de ‘geschiedenis’ moet voorstellen, blijkt duidelijk, dat deze niet altijd op onomstootelijke grondslagen berust. Eenzelfde tegenstrijdige begrippen vinden wij ook terug met betrekking tot de Maya manuscripten. B.v. sommige figuren door Forstemann en Brinton beschouwd als astronomische berekeningen, worden door Thomas en Seler aangeduid als een proces om brood te maken. Het spreekt van zelf, dat in deze hoogst geleerde blanke denkbeelden, de donkerhuidige als in het niet verdwijnt. Menigmalen konden schrijvers dan ook na het lezen van deze boeken, bij het beschouwen hunner Car. vrienden, niet nalaten te denken: O! ces pauvres sages...... pardon sauvages. | |||||||||||||||||||||
[pagina 115]
| |||||||||||||||||||||
De A en de O, het begin en het einde.In verband met de Indiaansche force-wet der Cijfer-Drie-eenheid van 13, is het leven van Jezus Christus wonderbaar merkwaardig. Daargelaten alle te voren gebruikelijke tijdrekeningen, werd Hij geboren op den 25-26 December van het jaar 0. Zijn geboorte was berekend en stond in verband met de Ster, welke de drie wijzen zagen in het Oosten (Alukuma of Morgenster der Caraïben of wel de drie sterren aan den band van den Orion). Hij werd geboren in de 13-de maan op den overgang van den 360 (cirkel) tot 361sten dag. De 13de maan stelt in het Car. systeem voor het door 9 vervulde kruisgetal 4 (13=1+3), de U, de Vereeniging, welke zich herhaalt in de B, samen vormende BU, de balans-vereeniging, de force, de ondervinding, de schaamte enz. De 360 dagen (stralen) vormen het heilige Cirkeljaar overal in de Maya en andere manuscripten en tijdrekeningen, bekend volgens Goodman, als Ahau, de Heer, de Lord, de Herrijzende; vooral op het merkwaardige kruistablet te Palenque. Volgens Seler rekenden de Maya's hun jaartelling te beginnen met 4 Ahau. Maar de letterlijke beteekenis van het woord wordt uitgelegd als de herrijzing Aha, de Heer Ah van U, de maan, de vereeniging, het halssnoer (rozenkrans?)Ga naar voetnoot(9) dat ook bij de Caraïben de vereeniging, tevens de Gelijkenis Kelï, de doorn, Man voorstelt. De Caraïben noemen de Cirkelperiode Ta-mo-mere-ke in verband met hun jaarfeest ter opwekking van Tamusi, genaamd Nuno-ambokatopo of Maanbreuk-lossnijding. De Maan Nuno is tevens de vervulling of Gedachte-reflectie. De 25 Dec. was de datum van het zonnefeest der oude volken, terwijl de Kruisiging van Jezus vrijwel overeenkomt met den dag, waarop de Zon den equator kruist om weder naar het noorden terug te keeren. Zooals te voren aangehaald wordt het sterrebeeld Orion door de equinox lijn gekruist. Dit sterrebeeld, het schoonste van den geheelen hemel stelt in de Car. mythologie een eenbeenigen man voor, de hemelsche bloedwreker of tevens het reine Oordeel. Vooral de drie sterren aan den band of gordel waren een kenteeken, waarnaar de Caraïben zich regelden evenals de Maya's. Bij de Car. heeten deze drie sterren Ekunde of Ekumende eenzelfden naam die | |||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| |||||||||||||||||||||
gegeven wordt aan de omstraling der Zon en den band van den Regenboog. Het woord ekunde geeft zooveel terug als ek, ik, eigen, unde romp, gedachte, vereeniging. De sabel des Orions heet Apose, de symb. toorts of staf, het Alphabet waarover te voren. Sirius, die de knie van het afgehakte been voorstelt, wordt genoemd Epo koto-numbo d.w.z. epo het stoffelijk wezen, koto de snijding, het gebod tot, en numbo het wezen der gedachte, de vervulling van tijd. De eenheid van drie zelve heet Oluwa nombo owi. Elkunde en ekumende beteekent tevens kunde, kennis, wijsheid (de wijzen uit het Oosten?) terwijl de kop des Orions, genaamd Weiu, doelt op de Zon, de Ind. Drie Eenheid meermalen geteekend als een Driehoek. In de oostersche legenden wordt de Orion voorgesteld als volgende de Pleiaden en de Stier (force). De Car. legenden luiden dat Epetembo ging jagen naar pundio (Boschvarkens) en maipuli (Tapirs) beide woorden doelende op Licht, op brute force, dwaling en ondervinding, wellust enz. Hij geldt tevens als schoonzoon palimu van zijn schoonmoeder imenote of imenoja, doelende op het begin of evenbeeld ime-n van alle dingen ote of oja, de kleurenterminatie imeno-te. Zij is tevens een oude vrouw, het force of wezen-gebod enz. tevens de no-, na (vervulling) van de nabalans napoko, wijl zij het was die de balans van tijd deed kantelen door het afhakken van het been van Epetembo. Met bliksemende oogen slingert zij haar donderaks. Het woord palimu, doelt letterlijk op p-ali dracht, kind, kracht, en mu rein, alzoo maagdelijke dracht. De schoondochter daarentegen is de moederdracht palisano of dracht der begeerten, liefde sano. De Car. Heilige Geest heet Tamusi-siano, en het Paradijs Palima. Palimu staat ook volgens den Pujaî direct in verband met Palamu hef teeken des verbonds, van het verdrag, de regenboog en met de besnijdenis de Talipere, de overdracht van Licht of lossnijding van Schepping en schepsel De regenboog vormt den overgang, het kleurenbond tusschen licht en duister of geest en materie, van Woord en Lichaam, Pali is tevens het materieele begrip van peli de symb. vrucht, de leer enz., precies hetzelfde verband als er bestaat tusschen de holl. woorden vrucht vracht dracht, kracht enz. Verder wordt Palimu aangehaald als de ‘drager’. Daarom, zeide de Pujaî, toen de blanken ezels in Suriname brachten, hebben wij ze terstond genoemd: paliko het gebod ko, van dracht pali, want zij zijn krachtig palipe. En, voegde de roode philosoof er glimla- | |||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| |||||||||||||||||||||
chend aan toe: ‘Werkelijk, Epetembo droeg het zwaarste van alle kruisen .... het SCHOONMOEDER-KRUIS. In de legenden komt Epetembo voor als dragende het Zuider-kruis voorstellende een veeleischende, kribbige schoonmoeder; taleke polema zooals de Indiaan zich uitdrukte, en zijn relaas besloot met de woorden: Gebonden aan zijn kamp, zijn kluis,
Draagt Hij nog steeds zijn Zuiderkruis.
Bij het nalezen van het vorenstaande moet men steeds in het oog houden, dat wijl naar Ind. opvatting het Woord steeds vervult, de geschiedenis van hun Messias als het ware een gelijk begrip, een herschepping voorstelt van de Scheppingsgeschiedenis, de eerste vrouw enz. Het familie-systeem toch der eerste menschen moet zeer gecompliceerd geweest zijn. O.a. gold de Ind. Eva als schoonmoeder van haar eigen zoon of liever haar zoon naar de wet, de wil. Verder is nog merkwaardig dat de oude Egyptenaren eveneens een jaartelling bezaten van 360 dagen + 5 als toevoegsel. Zij regelden hun jaar naar de ster Sirius of Sothis (Silitio der Car?), welke ster de knie vormt van den Ind. Orion, die (met inbegrip van Procyon en Aldebaran) uit 12 sterren bestaat. Dit afgehaakte been stelt in de Car. philosophie de 13de letter, de balans + de B voor (de gebroken 13de maan). En toevallig als het moge klinken vinden wij in Rosette's alphabet werkelijk de B opgegeven als een ‘been’, terwijl bij de Maya's eb, be eveneens voestap te kennen geeft, terwijl de p voorkomt in het Sanskriet pada voet, in het holl. pas enz. Even toevallig als b.v. dat wij in het Sanskriet aantreffen vid weten en v-id verdeelen, Hebreeuwsch bin weten en bin tusschen Car. p- ondervinding en p- verdeelen. Even toevallig als wanneer de wil, isedie bij iemand afgesneden, deze dwaalt, waggelt gelijk in physischen staat een ‘eenbeenigen man’. Merkwaardig is het ook dat bij de Arowakken de dij geldt als het symbool van schaamte, in het Car. evenals force. voet, ondervinding aangeduid door de wortelsyllabes -b- of -p-. Evenzoo in het Ar. waar dij buku en schaamte abu heet, zoodat de naam Mabuku (de Ar. Epetembo) evengoed zou kunnen aanduiden de dijlooze als de schaamtelooze wijl in deze taal de m- de ontkenning bepaalt. Onder schaamtelooze wordt evenwel niet verstaan ‘zondaar’ doch ‘onschuldige’ want de onschuldige voelt geen schaamte noch schande, hoe vreeselijk hij ook gemarteld abuku wordt. Volgens de eerste missionarissen in Mexico, o.a. de Paters Moto- | |||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| |||||||||||||||||||||
linia en Torquemada, begon het nieuwe jaar der Aztecs omstreeks begin Maart. In het door Pater Sahagun samengeroepen congres van Mexikaansche geleerden, kwamen deze na eene lange beraadslaging tot de conclusie dat het nieuwe jaar begon met 2 Febr. Er is reden te gelooven, voegt Seler eraan toe, dat dit doelt op het feest van den regengod Tlaloc wijl in Yucatan ongeveer eenzelfde begrip teruggevonden wordt in de beschrijving van Bisschop Landa met betrekking tot het feest der Maya's priesters ter eere van den regengod Chac (rood, kracht water). En merkwaardig genoeg, duidt de bisschop dit feest aan als ‘Hernieuwing van den Tempel’ of Ocna, welk woord door Seler wordt vertaald als oc intrede, na huis, waaraan wij nog toevoegen dat oc in de Maya taal tevens beteekent ‘voet, been en na (naa) ‘moeder’. Het feest vond plaats in de maanden chen de bron (Car. jene) en yax, kracht, vruchtbaarheid (Car. Lichaam-ontkieming). Het laatste woord wordt in Charencey's dict. opgegeven als het getal 9, terwijl chen de 9e maand voorstelt. Het teeken of de hieroglyph van deze laatste vertoont volgens Brinton een waterkruik (Car. tumajene of tunajene, zie blz. 70) dragende het teeken vloeiïng (fluid) itz = wijsheid als vervat in Itzamna, die van zich zelf zegt: ‘itz en mujal,Ga naar voetnoot(10) ik ben dat wat uit de wolken nederzijpelt.’ (Car. de wil it-s ‘gereflecteerd in en, het maagdelijk mu, lichaam ja, overdraging, enz. al of l). Geen enkele andere godheid komt zôo menigvuldig in de Maya mythologie voor; in de Dresden Cod. alleen is hij ruim 130 malen geteekend. Brinton veronderstelt dat hij wel ‘the Jove of their Pantheon’ kan zijn. Hij wordt aangeduid in verband met de slang, als zittende op een, door een ingeslokt, of uit haar keel komende, (de tijd, die den gekruisigde voortbrengt). Hij draagt de staf (het alphabet), waarboven een hand, duidelijk doelende op den Leider, den Schepper. Zijn connectie is altijd met Licht en Leven en met den Boom des Levens (het Kruis) en altijd bezit Hij een gekromden of langen neus (de reuk de opmerkingsgave, genie) die volgens authoriteiten ontwijfelbaar op een tapir-snuit doelt (een Joden of Caraïben neus?!!) Dit dier stond bekend bij de Maya's als tzimin, | |||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| |||||||||||||||||||||
Tzental tzimen en zou volgens Brinton door een gelijkenis in klank als symbool van l-tzam-naGa naar voetnoot(11) uitgekozen zijn, wijl hij anders geen reden ziet, waarom een log dier, dat moerassen en donkere wouden bewoont, juist als een symbool van Licht zou gelden, en inderdaad een hoog symbool bij vele andere stammen. Hiertegen voeren wij aan, dat in de Car. philosophie licht geconcentreerde ‘force’ voorstelt ‘brute force’, wijl de Tapir (Maipuli, materieele lichtforce) het grootste Am. zoogdier is; tevens geldt hij als de bekoring, aantrekking en afstooting als in de liefde, de wellust, de erfzonde, het Licht. Hij komt in talrijke legenden voor in verband daarmede. De Arowakken verbinden zijn naam kama (Maya camach = kaak; Sanskriet kama liefde) met de vervulling der tijden door Kamudu de Zonneboa of tijd en verder met de Kama-tala, de Tapir-kaak, het Zuiderkruis en mogelijk ook met Komoloko licht (uliloko = duisternis); loko staat denkelijk in verband met loko mensch en oloko in, vervuld. Uli is de slang, de vrouw. In den Maya naam Tzimin of Tzimen van den Tapir vinden wij duidelijk terug men, de wijze; in verband met chen de bron. nen de spiegeling. Bij de Arowakken heet de Wil Ti de Vader (Quandt) (si der Car. enz); tsi = druppelen, zijpelen, vloeien. Zooals te voren aangehaald, stelt de Tapir eenzelfde begrip voor als de Oostersche Olifant als drager van het Heelal evenals de Schildpad, de Car. Wajamu of Draagster der Drie-Eenheid of Maagdelijkheid, en klaarblijkelijk dezelfde als de Maya ak (= taal) en de altaren van schildpad ruggen enz. in de Cent. Am. ruines (zie blz. 78). Het Maya feest ter eere van Itzamna werd Pocam de reiniging (Car. kupime) geheeten. De priesters ontstaken dan een vuur door wrijving van stukken hout en besprenkelden hun heilige boeken met water uit een bron, waaruit nooit eene vrouwGa naar voetnoot(12) gedronken had, (maagdelijke bron), m.a.w. het symbool van de vervulling, de bevestiging van het Woord. Een andere voorstelling van het teeken chen, de bron stelt voor een gezicht met een moan (muan) mond (stem), aanduidende water (gedachten, maagdelijke vruchtbaarheid, de Pleiaden). Als oog staat | |||||||||||||||||||||
[pagina 120]
| |||||||||||||||||||||
een infix u (vereeniging), de maan; verder twee prefixen, het teeken der vereeniging en bovenaan wat kan gelden als ben, dat duidelijk teruggeeft het begrip ‘verbinding’ als vervat volgens Brasseur in een pad of voetstap be, volgens Brinton een brug be che. O.i. doelt ben duidelijk op een punt B. gespiegeld en. Merkwaardig is het tevens, dat ben voorstelt de 10de dag in het calender-systeem en gevolgd wordt door den 11den dag ix, de vrouw, voorgesteld als puntjes (xüx grainhusks) duidelijk doelende op de ontkieming als vervat in ik een vuurcentrum, ek een ster enz., tevens het spraak of geluid-symbool. Hoe wij ook het vorenstaande opvatten, het komt vrijwel overeen met het Car. maan of jaarfeest ter opwekking van Tamusi, den Eenbeenigen Epetembo, die in den regen gemarteld, vervuld werd enz. Indien wij Gama mogen gelooven, dan begon de Nieuwe Cycle der Aztecs op 9 Januari. Maar wijl het jaar telkens + - 6 uren verliest, verschilde na elk schrikkeljaar, de datum van het nieuwe jaar met een dag om na 52 jaren terug te vallen op 26 Dec. (de geboorte van Christus??) Dan werden de 13 dagen (= letters) weer bijgevoegd en de Nieuwe Cycle begon weer met 9 Jan. De 5-6 dagen tot voleindiging van het zonnejaar van 365-66 dagen waren de naamlooze ongeluksdagen der Maya's genaamdxma kaba kin door de Mexicanen nemontemi geheeten. Bij de Car. stellen ze voor het kleine Gedachtespiegelcirkeltje onuneme omsluitende het wereld of kruisgetal 4 (aangezicht der tijdslang). Zij zijn de spiegeldagen, spiegelcirkelforce, saamgevat in Epetembo, het gekruisigde Woord, den Eenbeenige in verband met de aarde of vervulllng Nono Zij vormen tevens den Naamlooze (God). Merkwaardig is het, dat bij de Arowakken het Kruis genoemd wordt balodakutaha, hetgeen etymologisch zou kunnen beteekenen: balo in verband met abaro, abarli, abana of een, en aba de herdeeling; verder da of t de demonstratie, tevens mijn ‘ik’. kuti voet, akuta vleesch enz. Een cirkelomwenteling heet balalada De Aarde Holoro stelt de vervulling voor als vervat in oloko (het voorzetsel in) de mensch loko alsmede in de symb. holle houten kruik holoto, welke in het Car. den naam draagt van kolo (het gebod van het verleden) en in verband staat met poloru de pad, ol- de ziel en oloi de vrucht van den symb. boom, van wrangheidGa naar voetnoot(13), die de ziel na den dood moet voorbijgaan. Ha in het Ar. is ademen, rijzen. | |||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| |||||||||||||||||||||
Ongeveer eenzelfde begrippen vinden wij in de Maya 9 bolon en de groote in de tempels gebruikte ceremonie trom bolon pax che (bolon = 9, pax = eindebegin; che = hout). Verder nog de Car. aanduiding voor steen topu, wopu, Mex. tepec, Maya puuc, Ar. seba in verband met de bijbelsche kefas, petra, allemaal woorden, waaruit ons de Arysche grondslag toestraalt, die alle berg en steen beteekenen, symb. aanduidende de ondervinding, en waarop het godsbegrip van al deze volken berust. Geestelijk echter stelt de geloofskern het Kruis voor, bij de Maya's de Chac of regengoden (gedachten vervulling), de 4 windstreken der aarde, de 4 teekens boven het calender-systeem, die ‘precies dezelfde kleuren hadden als naar oostersche mythologie de berg in het centrum van het Paradijs (Brinton). Onder de volken van het Oostelijk halfrond, de Christenen is de naam Petrus of Petra, de steenrots, het twistpunt geweest, waarover millioenen elkander met pen en zwaard hebben aangevallen. En in de Nieuwe wereld vinden wij hetzelfde grondbegrip terug, a.o. bij de Car. het onderscheid tusschen pu-ite en pui-te = buite. Wat is het verschil tusschen deze woorden? Welke wijsgeer onder de volmaakte? blanken kan hunne diepte peilen? In Bisschop Landa's Maya Alphabet geldt de A als een figuur met een open mond (het Woord!) volgens Brinton de schildpad ak (= taal) en volgens anderen de papegaai (symb. spraak). De O is een waterkruik (de gedachtebron of spiegel) met een cirkel van puntjes (spraak, vervulling) eronder. Ho of hol geldt als de aanduiding van het getal 5, tevens het werkwoord ‘gaan’. In de Car. symboliek komt dit voor als het begrip Ao = Oa, Ik ben Ik, de A en de O, de Eenheid van Avond en Morgenster, de tijd de eeuwige Cirkel + een?; de Oma, de Amo, de Maagdelijkheid, de Drie-Eenheid Amu, de atoom, de basiscel enz. Omahi is de oma, band of bond van hi het Licht, en beteekent tevens doornen of Lichtkroon, zooals wij ze vinden in de Car. vederhoed Omali of Oma-lidi, die het Zonne-symbool voorstelt, ongeveer als de ‘halo’ of lichtkroon om het hoofd van Jezus en ook van europeesche heiligen. Toevallig he! dat de apostel Johannes de A en de O letterlijk het begin en het einde noemt? (alleen van het grieksche alphabet?) Even toevallig als dat in de Maya taal de Heer Ahau heet, of liever: de Heer in de Mayataal is de A en de H (= o = w). In de Car. pu-jai-taal beteekent Ahau duideiijk Ik ben Ik. In het Ar. is Awa Vader. Zoowel bij de Trio's als Upurui's vinden wij in de Goeje's lijst ‘ik’ als wai opgegeven, hetgeen o.i. een vervolging is van wa. | |||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| |||||||||||||||||||||
Volgens Pater Breton's dict. en gram. der Eil. Car. heet ‘moi, je’ duidelijk Ao. Jezus, geboren zijnde in de 13de maan, volgt daaruit de denkbaarheid, dat Hij, een volmaakt mensch zijnde, zijne moeder zwanger werd in de 4e maan. Tusschen deze ligt de 9, het wondergetal, het vervullingsgetal. En mogelijk ook, dat deze periode in verband staat met het heilige tonalamatl jaar van 260 dagen der Aztecs, Maya's enz. De Joden hebben Jezus (volgens hun Wet) als het menschgeworden Woord gespijkerd (gespiegeld) aan zijn Kruis, het Alphabet. In den Bijbel wordt 4 het wereldgetal genoemd. Van God sprekende, zeide de apostel Johannes: ‘Hij is de A en de O, het begin en het einde..... De Vader en de Zoon zijn Een. In het Car. geeft de A terug het einde en de O het begin. de vervulling als vervat in Oma de levensweg of strijd. Doch het begin zelf heet Amo, de Cirkel M van de A en de O. In de Maya taal wordt volgens Charencey's dict. been behalve oc ook aangeduid als A en dij (cuisse) als tzele (Car. oseire = scheenbeen = liefde. De Voet heet eveneens oc of volgens Brinton uoc, waarin mogelijk de u de vereeniging of uo de vervulling voorstelt in verband met uooh, de letter, het woord. Verder heet de dij Chacbacel waarin wij geneigd zijn te lezen Chac kracht, vervulling, en bakel vleesch, lichaam. Bij de Car. heet de physische dij ook wel abete (n-abete) doelende op het einde ab en de naam ete. Het schijnt misschien wel gewaagd, maar toch verdient het opmerking, dat het vorenstaande in verband kan gebracht worden met het Sanskriet Aham of ‘Ik’ een woord, waarvan Max Muller zegt, dat het zoo oud is, dat de Veda's erbij vergeleken slechts ‘als van gisteren’ schijnen. Toch komt het woord thans nog in de Hindoe-taal voor. Ah in het Sanskriet beteekent ‘ademen, spreken terwijl ook de A, B en P het begrip ongedaan, overdoen bevatten. In de Rig Veda's wordt gemeld dat de twee Ahana's (Hindoe heelal = jahan) elkander volgen. Als de een gaat, komt de ander. Zij draaien gelijk een wiel, zooals spaken enz. en vormen, volgens Muller, Avond en Morgen, precies als in het Car. waar de tijd wordt voorgesteld als een groot draaiend wiel, het avond en morgenster-begrip Ao - Oa Ik ben Ik, de O-ka-bu. |
|