Mengelzangen
(1717)–Andries Pels– Auteursrechtvrij
[pagina 101]
| |
Zult gy nu op het zingen van de Franschen,
Na haar a la mode pypen danssen?
Of neemt gy den En - gelsman
In den nood voor uw' Beschérmheer an?
| |
2.Zie wél toe, en wacht u voor 't berouwen;
Zie wél toe wat gy begint:
Want den Grooten mag men niet vertrouwen;
Eeden achten zy maar wind:
De Onderdaanen houden zy voor schóften,
Die gebonden zyn aan hun belóften,
Maar het Souvereine bloed,
Houdt zyn woord zo lang als 't voordeel doet.
| |
[pagina 102]
| |
3.Laat geen' groote Magten u verschrikken;
Dénk één man staat voor één man:
Laat geen looze laagen u verstrikken;
Neem geen schyn voor waarheid an;
Laat u tóch door geen Religie paaijen,
Menig weet daar door zyn naad te naaijen,
Die met Gód, en Gódsdienst lacht,
Wétten, eeden, en verbond verkracht.
| |
4.Wilt dan met geen Fransman accordeeren,
Steun dan op geen Engelsch woord,
Maar dénkt eer én vryheid te verweeren,
Hou de wacht aan wal, en poort;
Laat u tóch door geen trompét verbaazen,
Laat u niet uit uwe vésten blaazen;
Ziet den Vyand eer gy loopt;
Ligt dat hy zyn huid goed koop verkoopt.
| |
5.Uwe Burgers gingen nooit als knéchten,
Souvereinen aan de hand;
Daarom dénk u dood, óf vry te véchten,
Half bedurven Néderland.
Laat u tóch van buiten, nóch van binnen,
| |
[pagina 103]
| |
Door gewéld nóch vleijen overwinnen,
Dwaasheid is het, schande, en pyn,
Vry geweest, en dan slaavin te zyn.
|
|