Mengelzangen(1717)–Andries Pels– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina *1r] [p. *1r] [pagina *4v] [p. *4v] Op de tytelprent van A: Péls Méngelzangen. Al wat hier 't oor vermaakt komt uit den zangberg vloeijen, 't Zy Oorlógszangen door de schélle krygstrompét, Of Hymens zégen by het vrolyk bruilóftsbéd, En Bachchus lóf, wiens vogt der Dicht'ren lust doet groeijen. Kupidoos weezen schynt hier als zyn borst te gloeijen; Dóch raad eens óf de wyn zyn pyl verstompt óf wét? Pans Véld-, en Schimpdicht, word hier geestig by gezét, 't Verjaarvaers ziet men bly, het Lykvaers droevig bloeijen. 't Vloeit alles van Parnas, en uit een zélve bron; Gelyk het hél gestarnt' zyn licht schépt van de zon, Zo kan verandering by beurt verkwikking geeven. O PELS! uw naam verdient, door Febus stérke hand Met staal geklonken in het duurzaam diämant, Voor eeuwig met uw Dicht op ieders tong te zweeven. A. PÉLS Vorige Volgende