handen gestooken, om ons goed oogmérk te dwarsboomen; die wy oordeelden niet béter als door een naauwkeurigen, en aangenaamen hérdruk te zullen overwinnen, gelyk wy meenen dat alle kénners en liefhebbers dit bestaan zullen goed keuren.
Uit dien hoofde ziet gy hier ten tweede maal het eerste deel der Mengelzangen van den Heer en Mr. A: PELS, in zyn leeven beroemd Lid van ons Kunstgenootschap, voor de éérste maal met een nieuw tweede deel verrykt, en gelyk het eerste deel (alhoewel meest uit Drinkliederen en Minnezangen bestaande) wierdt beslooten met eene uitbreiding over den VI. den Psalm, vonden wy niet ongeraaden het tweede deeltje wéderom te beginnen met een uitbreiding over den CXLVIII Psalm, overgebragt uit de Fransche taal, en gevólgd naar de Muzykmaat, opgegeeven