‘Nu moet je me loslaten,’ zei hij, ‘jij blijft hier. Ik ga nog even
op het dak van het woonhuis kijken. Ik vertel je wel wat daar te zien is.’ En
Evert begon al over de dikke ronde pannen van de nok naar het woonhuis toe te
kruipen.
Dat leek erg griezelig, maar hij deed het zo vlug en rustig alsof
het zijn dagelijks werk was. Weer kreeg Noortje datzelfde gevoel als straks
toen ze op de grond naar hem had staan kijken. Wat hij kon, kon zij ook. Als
zij nu ook niet verder over het dak ging, zou ze zich haar hele leven
belachelijk voelen, ook al werd ze honderd jaar. En dus kroop Noortje ook over
de ronde gladde nok naar het dak van het woonhuis. Waar de twee daken bij
elkaar kwamen, hadden ze de vorm van de hoofdletter T. Eigenlijk was het hele
huis een grote T, als je er zo van bovenaf op neerkeek.
Evert zei niets toen ze schrijlings naast hem ging zitten. Eerst
keken ze naar omlaag, naar het huis en het erf eromheen.
‘Kijk, het binnenplaatsje. Grappig hè,’ wees Noortje.
‘Ja. Kijk eens, daar loopt Rachel. Wat moet die bij het hek?’
‘Zal ik hem roepen?’
‘Nee, niet roepen.’ Evert floot een paar maal. Rachel keek niet om,
het geluid werd weggewaaid door de wind.
Het kan best zijn dat het erg griezelig was om boven op dat dak in
die harde wind te zitten. En toch, hoe langer ze daar zaten hoe gewoner het
leek. Voor geen goud had Noortje het willen missen. Het was zo mooi om zo ver
te kunnen kijken. Ze konden ver voorbij het dorp zien, waar de weilanden langs
de IJssel waren. Daar lagen de boerderijen langs de grote weg als kleine
vierkante vlekken. En heel in de verte, waar de wereld leek op te houden, ver
weg achter het vlakke land, zagen ze heuvels. Niet meer dan een donkergrijze
golvende lijn aan het eind van het grijze land.
‘Dat daar is Duitsland,’ zei Evert.
‘Hè? Hoe kan dat nou?’
Dat kon Duitsland niet zijn, dacht Noortje. Duitsland was een ander
land, dat moest veel verder weg zijn.
‘Ja, echt waar. Wist je niet dat je hiervandaan Duitsland kunt zien?
Met zulk weer als vandaag kun je ver kijken.’
‘Ben jij dan wel eens eerder op het dak geklommen?’