twee te identificeren. Die vervreemding is ook goed te zien in De encyclopedie, een boek met de wonderlijkste lemma's, van ‘daai’ tot ‘fabel’, van ‘kwijt’ tot ‘kunstverstand’. Hier doet hij wat hij in zijn columns alleen maar minder extreem doet: zijn grenzeloze fantasie en vindingrijkheid toepassen op van alles en nog wat, bij voorkeur dingen en zaken die al een bepaalde betekenis hebben: ‘cda, geboren op zaterdag 25 september, gedoopt op zondag, praat al, begon op 25 mei 1977 te lopen...’; ‘cao, na de afschaffing van de slavernij werd de arbeidskracht niet meer per stuk en bij opbod verkocht, maar massaal en bij afslag. Houdt de werknemer zich niet aan de cao, dan heet dit staking en de nemer wordt vervolgd. Houdt de werkgever zich niet aan de cao, dan heet dit loonmaatregel en de gever wordt geprezen’. De draai die hij aan alles geeft is moeilijk met één woord te omschrijven, want die is altijd anders; het is geen omkering, geen vergroting, geen verkleining, het komt van een onbekende planeet: ‘Eigenliefde, de hartelijkste handdruk blijft die tussen linker- en rechterhand aan dezelfde romp’; ‘Utopia, land waar onlangs iemand is geëxecuteerd wegens het schrijven van een boek, getiteld Nederland.’
Het is de schijnbare onschuld van Brandt Corstius' fantasie, gecombineerd met zijn radicale en demagogische kijk op de wereld, die hem maken tot de vervaarlijkste columnist. Een voorbeeld van de combinatie van demagogie, vertekening van de feiten en zijn even simpele als strategische overgevoeligheid voor discriminatie was het stukje over de kro en de showprogramma's, waarvoor de kro naar de rechter wilde stappen. Rudi Carrell had in een interview gezegd dat hij er zich aan ergerde dat aan showprogramma's alleen maar gemiddelde burgers mee mochten doen, want Turken en Surinamers zouden ‘niet