waarna een schelle vrouwenstem een onverstaanbaar antwoord krijste en een huilende kinderstem de dialoog accompagneerde.
Eindelijk stond ze hijgend op het portaal van driehoog. Ze herinnerde zich alles nog heel precies. Links was de deur van ome Henks kamer en toen de oude vrouw haar binnenliet in de woonkamer, herkende ze alleen de vensters met de aftandse vitrage en de plantjes op het kozijn, die maar niet wilden groeien omdat de zon er nooit scheen.
Een man van middelbare leeftijd las de krant in z'n gemakkelijke stoel en 'n zwarte poes zat midden op de tafel, vlak naast de koffiepot die ook op 'n poes geleek, behalve dan het waslichtje dat in het glazen komfoortje brandde.
‘U een lekker vers bakkie?...’ nodigde de oude vrouw.
Toen ze gezeten was, keek de man haar onderzoekend aan, met een vriendelijk lachje op z'n frisgeschoren kaken.
‘Je hoeft niet te vragen wie dat is, hè?...’ vroeg de vrouw, terwijl ze de koffie in het voor Tonia bestemde kopje goot.
‘Twee druppels tante Ans!...’ lachte hij. ‘Alleen een beetje jonger!...’ Tonia moest haar tranen bedwingen. Deze mensen hadden immers niets te maken met de verwelkoming die ze verwacht had. Er werd haar een koektrommeltje voorgehouden, maar ze bedankte omdat ze bang was het trillen van haar