Voorwoord
In de catalogus van Hôtel Drouot voor de Parijse veiling van zijn archief en correspondentie in 1984 wordt Frans Masereel ‘schilder, houtsnijder en humanist’ genoemd, en dat zou hem ongetwijfeld beter hebben bevallen dan de collectie etiketten waarmee hij in de loop van zijn leven is bedacht: van ‘expressionistisch idealist’ tot ‘romantisch realist’ en ‘romantisch expressionist’; van ‘burgerlijk pacifist’ tot ‘beeldagitator in joods-marxistische dienst’ - zijn ‘eretitel’ in het Duitsland van de jaren dertig.
Ik liet de clichés, simplificaties en vooroordelen voor wat ze waren en ging op zoek naar
oorspronkelijk bronnenmateriaal. Terwijl mij bijvoorbeeld was verteld dat Masereel weinig of geen contact met zijn familie in Gent had, trof ik in de nalatenschap van zijn broer Robert (†1988) bijna tweehonderd brieven aan waarvan sommige te vergelijken zijn met dagboekbladzijden. Zelfs de voornaamste bronnen bleken tot nu toe grotendeels onbenut: vele honderden nooit gepubliceerde brieven van en aan Georg Reinhart, Romain Rolland, Stefan Zweig, Henry Van de Velde en Thea Sternheim, evenals de pas in 1987 uitgegeven briefwisseling tussen Rolland en Zweig en de ongepubliceerde dagboeken van Thea Sternheim. Deze omvangrijke bestanden vormen de basis van de biografie.
Bij mijn jarenlange research zijn tientallen personen en instellingen in België, Duitsland, Zwitserland, Frankrijk en de Verenigde Staten me bijzonder behulpzaam geweest. Ik blijf hun dankbaar voor de bereidwillige medewerking en de stimulerende belangstelling.
De families Masereel en Lava dank ik voor het vertrouwen; de heer Balthasar Reinhart, zoon van Georg, voor de gastvrije ontvangst in Tössertobel; de heer Peter Riede voor het openstellen van het archief van de Frans-Masereel-Stiftung in Saarbrücken. Bijzondere dank ben ik verschuldigd aan mademoiselle Armande Guervin in Belvès, mevrouw Gertrud Fiege in Marbach, de heer Harry Joelson-Strohbach in Winterthur, de heer Frans Buyens in Brussel, de heer Jacques Brun in Gent, de heer en mevrouw Roger en Mariëtte Vander Linden in Mechelen, de heer Philippe Kundig in Meyrin, mevrouw Barbara Roth en de heer Jacques Senger in Genève, mevrouw Gabriele Ullmann in Frankfurt a.M.,