Princeliicke deuiisen
(1615)–Claude Paradin, Gabriel Simeon– Auteursrechtvrij
[pagina 83]
| |
[pagina 84]
| |
En wilt op't aertsche broot alleenlijk niet betrouwen:
Want daer en can den mensch sijn leven niet bij houwen.
Een heylich zeegbaer hert verwacht sijn troost van hoog,
En heeft Godts hulp altijt in hert, in mont, in oog.
Van boven comt de baet, de Manna quam van boven:
Het aerdsch is meest al quaet, van Godt met recht verschoven.
De spijse ende het voedtsel van den Heyligen Geest, is het Hemels-broot, oft dat Heylich Sacrament des Autaers: twelck bediedt wort met de Manna (vermaent in het seste Capittel van Exodus,) die wtten hemel viel, tot nut der kinderen van Israel. Ende dees verhogen heylicheyt oft Mysterie wort hedensdaegs voor Devijs gehouden ende gedragen van den Eerwaerdichsten Heere, den Cardinael van Tournon. |
|