Princelijcke deuijsen
(1563)–Claude Paradin, Gabriel Simeon– Auteursrechtvrij
[Folio 78v]
| |
Euertit, & aequat.Ga naar margenoot+Willem van Henegouwe, Graue van Oosteruant doutste sone van Hertoghe Aelbrecht van Beyeren, Graue van Henegouwe, Hollant ende Zeelant, voerde int iaer 1390 voor deuijse in zijn baniere de gulden Egghe, de welcke wert ontloken in de armeye vande Christenen tegen die Turc- | |
[Folio 79r]
| |
ken ende Sarazijnen voor die stadt van Afrijcken in Barbarien. Ghelijck die egghe effen maket ende slisset die houelkens ende oneffen hoopkens vanden acker: also mach ooc een goet ende wijs Prince in zijn landt door goede ordinancien ende statuten wtroepen ende te niete doen die quade oproerighe menschen die hem verblijden ende verheffen int quaet doen teghen zijn autoriteyt ende macht. |
|